Dat vernam Griet Coppé (CD&V) in het Vlaams Parlement van verantwoordelijk minister Liesbeth Homans (N-VA).
Sinds kort bestaat er een instrument om de financiële gezondheid van sociale huisvestingsmaatschappijen op eenduidige manier in kaart te brengen : de Financiële Gezondheidsindex, kortweg FiGi. De honderd bestaande sociale huisvestingsmaatschappijen in Vlaanderen werden aan de hand van deze index doorgelicht, en Griet Coppé, die zelf lange tijd voorzitter is geweest van de Roeselaarse Bouwmaatschappij De Mandel, was dan ook benieuwd naar de resultaten.
Die blijken al bij al mee te vallen : slechts vijf maatschappijen, waarvan de meeste in het Antwerpse, halen een onvoldoende, en daar is geen enkele West-Vlaamse bij.
Verouderd patrimonium
Griet Coppé vroeg de minister ook of er een verband is tussen de schaalgrootte van de maatschappijen en hun financiële gezondheid, maar dat blijkt niet zo te zijn. Er blijkt wél een verband te zijn tussen financiële gezondheid en profiel van de huurders.
“Al de maatschappijen die slecht scoren, zijn ook maatschappijen die beschikken over een heel verouderd patrimonium”, aldus nog minister Homans. “Ze moeten heel veel investeren in het energetisch zuinig maken van het patrimonium en heel veel renovatieprojecten doen.”
Griet Coppé wou ook nog weten of ook de Sociale Verhuurkantoren zullen worden doorgelicht met de FiGi, waarop Liesbeth Homans bevestigend antwoordde : “Ik denk dat FiGi op zich een zeer waardevol instrument is en dat we ook onze SVK-sector, die we nog altijd willen uitbreiden, hier zeker bij moeten betrekken.” (JRE)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier