Burgemeester Luc Martens van Roeselare heeft voortaan zijn eigen wapenschild

Vlnr. Jozef Dauwe van de Vlaamse Heraldische Raad, de oud-ministers Johan Sauwens, Dirk Van Mechelen en Luc Martens, en Minister-President Geert Bourgeois. © GF
Jos Remaut

Vandaag kregen een aantal oud-ministers een wapenbrief uit de handen van Vlaams Minister-President Geert Bourgeois. Onder hen Luc Martens, de burgemeester van Roeselare.

Met het decreet van 3 februari 1998 heeft het Vlaams Parlement een juridisch kader tot stand gebracht ter bescherming van de niet-adellijke heraldiek. Dat decreet voorziet in de mogelijkheid om oude familiewapens te erkennen en nieuwe familiewapens te verlenen. De Vlaamse Heraldische Raad begeleidt de aanvragers en adviseert de Vlaamse Regering. Daarnaast kent het decreet de Vlaamse Regering de macht toe om op eigen initiatief en als blijk van erkentelijkheid een wapen te verlenen aan verdienstelijke Vlamingen. En dat is wat vandaag is gebeurd voor drie gewezen leden van de Vlaamse regering, die allen verantwoordelijk waren voor het onroerend erfgoed.

“Geen dode stenen”

Luc Martens was Vlaams minister van cultuur, gezin en welzijn van 1995 tot 1999. Zijn beleid ondersteunde de groeiende belangstelling voor monumenten en gerestaureerde oude panden. In zijn beleidsbrief stond onder meer: “Monumenten zijn geen dode stenen, maar wel spiegels van onze eigen cultuurgeschiedenis. 550.000 bezoekers aan de Open Monumentendag bewijzen dat monumenten een bijzondere dynamiek geven aan het leven van vandaag. ….”

Luc Martens zorgde er ook voor dat het monumentenbeleid meer en meer geënt werd op de beleidslijnen die binnen de Raad van Europa tot stand komen. Zoals een betere ontsluiting, de economische meerwaarde, de kennisvergaring en inventarisatie, duurzame ontwikkeling en de rol van diverse overheden en vrijwilligersverenigingen.

Wildeman

Van oudsher symboliseert een wapenschild niet alleen iemands identiteit, maar ook zijn of haar verbondenheid met de gemeenschap waartoe hij of zij behoorde. Anno 2016 is dat niet anders.

Zo verwijst de wildeman op de helm naar de wildeman boven op het Roeselaarse stadhuis. Die wildeman is een soort kwaliteitszegel waarmee het laken werd gewaarmerkt.

De hoornen van de stier verwijzen naar de H. Lucas, de patroonheilige van de schilders en de artsen : de vader van Luc Martens was schilder, Lucs partner Chantal Van Audenhove geeft les les bij de artsen.

De meertjes verwijzen naar de drie kinderen van Luc Martens, waarvan er twee gestorven zijn. Hij heeft ook drie kleinkinderen in volle adoptie, waarvan een gekleurd uit Ethiopië.

De uitwaaierende flarden van een mantel links en rechts zijn de flarden van Sint-Maarten, die zijn mantel uitdeelde aan de armen. “Mijn moeder moedigde ons aan tot mededogen en mededeelzaamheid”, legt Luc Martens uit. “En de spreuk Toon durf waar durf voor nodig is verwijst naar het leiderschap dat ik bepleit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier