Het federale N-VA-parlementslid uit Roeselare formuleert zijn vraag naar aanleiding van de IJzerbedevaart in Diksmuide vandaag. Een parlementaire onderzoekscommissie is voor hem niet voldoende : hij pleit voor een diepgaand historisch onderzoek door Vlaamse universiteiten en wetenschappelijke instellingen. De feiten zijn dan ook bijna 70 jaar geleden.
Een eerste aanslag op de IJzertoren vond plaats op 16 juni 1945, met enkel oppervlakkige schade. Maar in de nacht van 15 op 16 maart 1946 volgde een tweede aanslag met een deskundig aangebrachte lading dynamiet, die de toren volledig vernielde.
“De manier waarop de IJzertoren vernield werd, kon alleen gebeuren door deskundigen in explosieven,” zegt Brecht Vermeulen. “Onderzoeksjournalist Willy Moons heeft in zijn boek Het taboe van Vlaanderen : 40 jaar na de aanslag (1986) proberen aan te tonen dat de aanslagplegers met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid personen uit het Belgisch leger waren. Er was dan ook een ontmijningsdienst in de regio gestationeerd. Ook lokale politici zouden erbij betrokken zijn geweest.”
In tegenstelling tot de eerst aanslag van 1945, volgde op de aanslag van 1946 wel een gerechtelijk onderzoek. Maar dat onderzoek deed en doet nog steeds veel vraagtekens rijzen. Er zijn grote vermoedens van intimidatie en politieke inmenging. Het gerechtelijk onderzoek mondde in april 1948 uit in negen voorlopige aanhoudingen, maar het onderzoek liep af zonder enig resultaat. Het feit dat er een onderzoek werd gevoerd dat tot niets heeft geleid, voedde het gevoel bij de Vlaamse Beweging dat de Belgische Staat – in volle repressietijd – doelbewust niets ondernomen had om de daders te vinden.
“Historische opheldering”
In de voorbije jaar heeft het Vlaams Blok, later Vlaams Belang, al vier keer een voorstel ingediend tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie hieromtrent. “Klaarblijkelijk wenst de partij ditzelfde voorstel nu voor de vijfde keer in te dienen,” zegt Brecht Vermeulen. “Maar ik denk niet dat een parlementaire onderzoekscommissie het juiste middel is. Zo’n commissie dient vooral om hoorzittingen te organiseren met eventuele getuigen of referentiepersonen. Maar alle betrokkenen zijn inmiddels al overleden. Er zijn ook geen nieuwe feiten bekend.”
Daarom doet Vermeulen een uitdrukkelijke oproep aan de Vlaamse universiteiten en aan de onderzoekers van wetenschappelijke instellingen om diepgaand historisch onderzoek op te starten. “Voor de politiek van vandaag is het onderzoek naar wie de aanslag heeft gepleegd, wie de opdrachtgevers waren, en hoe het gerechtelijk onderzoek gevoerd werd, niet meer relevant,” zegt Vermeulen. “Maar wat gebeurd is en wat fout is gelopen, is historisch en moreel wel nog van belang.”
Voor Brecht Vermeulen moeten de onderzoekers toegang kunnen krijgen tot alle stukken van het gevoerde gerechtelijk onderzoek, tot alle archiefdocumenten van politie, leger en staatsveiligheid, en moeten ze ook de private archiefbronnen kunnen consulteren. “Samen met mijn West-Vlaamse partijgenoten wil ik een historische opheldering, om dan deze bladzijde eindelijk om te kunnen slaan,” zegt hij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier