Zonder dwarsliggers rijden er geen treinen
Als milieuactivist, met toch al wat kilometers en de nodige slijtage op zijn systeem, heb ik de voorbije decennia vol actie en engagement al heel wat naar het hoofd gekregen.
Toen we met een paar vrienden uit mijn heimat Lichtervelde vanuit onze lokale milieugroep een actie hebben opgestart voor een bos in onze gemeente kregen we tot onze verrassing op feesten en op café naar het hoofd geslingerd dat er geen nood was aan bos want dat bracht niks op en zorgde alleen maar voor beesten en andere dingen die vies en niet nuttig waren.
In de loop ter tijd werden we door al onze milieuacties voor zo wat alles verweten
We moesten volgens die burgerlijke prelaten beschaamd zijn dat we terug wilden naar vroeger en verdikke de aanleg van nieuwe bossen verdedigden. Toen we de jaren daarna met een aantal van die heimatvrienden en andere West-Vlaamse “groene” jongens en meisjes het gevaar van overbemesting (teveel mest zorgt voor het kapot maken van grond- en oppervlaktewater) durfden aankaarten en de slogan “Er zij teveel varkens onder ons” als slogan op stickers, persberichten en affiches goten, was het kot weer te klein. Idem voor acties rond het dichtgooien van beek- en riviervalleien, het volbouwen van duinen, kappen van bossen voor weekendhuisjes of het droogleggen van vochtige polders. Ze stonden altijd klaar om te roepen dat we tegen de vooruitgang waren, niet beseften dat het echt zo moest en vooral dat we te jong en te naïef waren om zoals grote mensen te spreken, een standpunt in te nemen en onze nek uit te steken.
Wie jong is, kan zoiets niet
Mijn vrienden en ik, die toen milieuactie ondernamen, waren vaak niet ouder dan vooraan in de twintig (ikzelf bijvoorbeeld was een paar jaar jonger bij mijn eerste milieuacties en was net nog niet officieel volwassen bij mijn eerste persconferentie en debat). De “gevestigden”, de goegemeente, hadden daar vragen bij en uitten dat ook in alles. Door wie werden die jonge gasten gestuurd, wie schreef en zei ze voor wat ze moesten nazeggen? Het waren de kille jaren tachtig van vorige eeuw en al snel dook het spook van het communisme op.
Men kon toen maar niet aannemen dat jonge gasten zelf vanachter een mechanisch, kleine tikmachine vanuit een arbeiderswoning tot actie kwamen
Het klinkt meer dan 35 jaar na data misschien bizar, maar het is in die jaren meer dan eens gebeurd dat we op een politiekantoor of op een politiek kabinet gevraagd of zelfs ondervraagd werden naar welke organisaties ons stuurden. Men kon toen maar niet aannemen dat jonge gasten van 18 of 21 jaar zelf vanachter een mechanisch, kleine tikmachine vanuit een arbeiderswoning tot actie kwamen. Wie waren we om zomaar die teksten te schrijven, acties op te zetten, affiches tekenden en de dag erop met de fiets door weer en wind naar het nabijgelegen stadje reden om daar de actie te kopiëren en de vrijdag erop in het jeugdhuis te verspreiden. Een gast van nauwelijks 20, uit een arbeidersgezin, … Neen, dat kon niet.
Alle clichés op een hoop
Ondanks al die vooroordelen deden we het echt wel zelf. De verontwaardiging voelen, van daaruit een actie opzetten en vooral steun vinden bij jonge gasten die hetzelfde voelden en uiteindelijk tot concrete acties kopen voor een nieuw bos, tegen waterverontreiniging, voor het behoud van duinen en polders, … We voelden en we deden wat we voelden wat we moesten doen.
In de loop ter tijd werden we door al onze acties voor zo wat alles verweten. Er waren op protestborden tegenreacties met de hamer en de sikkel bij onze naam, er werden door een anonieme held (hmm) affiches op onze ramen geplakt met een hakenkruis. We waren de ene keer volgens sommigen het schoothondje van de CVP/CD&V en kort daarna volgens anderen zwarten, onverdraagzame groenen of dieproden. Bij gebrek aan echte tegenargumenten viel men ons aan met symbolen die de onze niet waren, sloeg men maar wat in het rond. Men kon toen maar niet verkroppen dat jonge mensen vanuit zichzelf een mening kunnen hebben, verontwaardiging brouwen en daardoor in actie komen.
Ik hoorde politici en andere opiniemakers weer de klimaatjongeren neersabelen: dat ze te jong zijn om zo slim te zijn
Vorige zaterdag hoorde ik in een satirisch programma op de radio de ene goedkope mop na de andere over Anuna, Greta en andere “klimaatjongeren”. Ik heb niks tegen cartoons en moppen over wie dan ook en ik hou van satire, maar zaterdag was het iets erover. Ik vond het mager en altijd hetzelfde. Alsof er niks anders meer was om satire over te maken. Alsof er geen politiek meer was, alsof een humorist enkel in die klimaatjongeren en pakweg niet in de belachelijke regeringsvorming inspiratie kon halen.
Toevallig of niet, maar die dag hoorde ik politici en andere opiniemakers weer de klimaatjongeren neersabelen: ze werden van elders gestuurd, waren te jong om zo slim te zijn en dat te kunnen zeggen… Op die zaterdag, op dat moment kreeg ik nog maar eens een enorme terugval naar toen ik de leeftijd van pakweg Anuna had…
Sporen leggen voor de toekomst
De naïeve en volgens velen gestuurde jongeren van de jaren tachtig van vorige eeuw kregen in veel – spijtig genoeg – gelijk. De milieuproblematiek is en blijft een realiteit met zeer veel gevolgen. Net zoals de geëngageerden van vandaag hebben ze toe hun nek uitgestoken en zijn ze vaak de dwarsliggers geweest.
Politici, burgers, negeer ook vandaag die mensen best niet. Weet dat je enkel goeie sporen kan leggen op stevige dwarsliggers. Zeer weinig in de geschiedenis is vooruit gegaan door mensen die enkel vasthouden aan het verleden. Wie droomt van een goeie toekomst voor mens en planeet, die durft denken dat het spoor er misschien nog niet ligt, maar de trein van de toekomst er wel ooit gaat moeten passeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier