Politicoloog Carl Devos trekt de boer op langs West-Vlaamse velden. Als ‘ambassadeur van UGent voor West-Vlaanderen’ moet hij de banden aanhalen tussen de universiteit en het economisch weefsel van onze provincie. Tweewekelijks brengt hij verslag uit van zijn kruistocht. In deze kolommen, op kw.be.
Op zaterdag 7 oktober was er vanuit Izegem zeer goed nieuws voor de verdere, toekomstgerichte ontwikkeling van West-Vlaanderen: het onderzoekscentrum Flanders Make krijgt een vestiging in onze provincie. Het wordt de derde afdeling, naast Lommel en Leuven waar zo’n 300 onderzoekers werken. Voor het nieuwe, veelbelovende project wordt in 2018 al 15 miljoen euro voorzien.
Flanders Make, dat sinds drie jaar bestaat, is een van de vier grote, strategische onderzoekscentra (SOC), naast Imec-iMinds, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Flanders Make is het strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie, dat met verschillende Vlaamse universiteiten samenwerkt om hoogstaand onderzoek op te zetten dat onze bedrijven moet ondersteunen. De nieuwe vestiging in West-Vlaanderen zal zich richten op mechatronica en machinebouw. Zo’n 40% van de tewerkstelling binnen de mechatronicasector bevindt zich in onze provincie. Het was dus hoog tijd dat het onderzoekscentrum ook hier werd uitgebouwd. Met dank aan de Vlaamse Regering, Philippe Muyters en zeker Geert Bourgeois in het bijzonder.
Nieuwe bedrijven kunnen hier opgericht worden en zo kan de ‘brain drain’ omgedraaid worden
UGent en KULeuven zullen samenwerken binnen Flanders Make, waarvan de precieze locatie nog niet vast ligt. De West-Vlaamse afdelingen van beide universiteiten zullen daarover verder praten, maar Kortrijk is om allerlei evidente redenen de toplocatie. Dit jaar kreeg Flanders Make 18,4 miljoen euro subsidie van de Vlaamse overheid. Naast nog een éénmalige injectie van 3 miljoen van het Hermesfonds. Samenwerking met bedrijven levert nog zo’n kleine 6 miljoen op. Allerlei internationale projecten zijn goed voor nog enkele miljoenen. De bijkomende investering van het kabinet Muyters van 15 miljoen euro is dus vrij omvangrijk. De Vlaamse regering gelooft sterk in onderzoek en ontwikkeling, haar budget zit boven het Europees gemiddelde, en in Flanders Make. Aan ons nu om het waar te maken.
Door deze grote investering wordt het onderzoek en ontwikkeling in West-Vlaanderen versterkt. Dat moet de groei van bedrijven en hun tewerkstelling stimuleren. Nieuwe bedrijven kunnen hier opgericht worden, in de nabijheid van het onderzoekscentrum, en zo kan de brain drain omgedraaid worden: slimme koppen komen (terug) naar hier. Flanders Make kan mee zorgen voor een lokaal ecosysteem van innovatie en onderzoek.
Flanders Make richt zich onder andere op voertuigen, machines en fabrieken van de toekomst. Deze investering sluit dus goed aan bij de Fabrieken van de Toekomst die de provincie (POM) West-Vlaanderen heeft ontwikkeld. Flanders Make wil de wetenschappelijke basis versterken om de maakindustrie toe te laten op wereldniveau te spelen. In onze regio zitten enkele grote spelers, maar die hebben nood aan samenwerking met een weefsel van lokale KMO’s die zelf niet altijd voldoende middelen voor onderzoek hebben. Flanders Make kan hen daarbij helpen. Zonder dat weefsel van KMO’s worden ook die grote bedrijven hier gehinderd en moeten ze voor hun verdere ontwikkeling misschien naar locaties buiten onze provincie kijken.
Flanders Make zal dus bijdragen tot een omgeving van innovatie en samenwerking. Daar zal de UGent, met onze specialisten in Kortrijk, zeker een grote bijdrage toe leveren. Maar ook de UGent’ers uit Gentse vestigingen komen straks met plezier naar Kortrijk om voor, binnen en met deze vestiging van Flanders Make te werken. Veel West-Vlamingen trekken naar Gent, maar er komen ook Gentenaars (nieuwe en oude) naar West-Vlaanderen.
Onze columnisten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier