Tips
Jan Devriese leeft tussen deadlines. De Brugse stukjesschrijver maakte 45 jaar geleden zijn allereerste artikel, toevallig (of niet?) voor deze krant. Na een lange omzwerving is de cirkel rond en de pen weer thuis. Elke twee weken zal Jan hier wat woorden in een meer dan aanvaardbare volgorde zetten. Hij wisselt af met Laura Schuyesmans, die leeft met een deadline.
Deze week heb ik de jaarafrekening voor gas en elektriciteit in de bus gekregen, en je raadt het nooit: ik moet bijbetalen, en fors. Terwijl ik de maandelijkse aanrekening vorig jaar zowat verdrievoudigd had. Die aanrekening wordt nu door de leverancier van gas en elektriciteit herleid tot ongeveer een derde. Huh?
Dat kan maar één ding betekenen: we zijn weer waar we waren. We hebben een jaar gebloed. Hier flink bezuinigd, daar gewoon geschrapt. Een extra pullover in huis, hooguit één keer per maand biefstuk (tweede keus), de lekkere koffie ingeruild voor iets wat je nog best kunt vergelijken met afgedraaide motorolie. Geen boeken gekocht, geen optredens bijgewoond, niet op reis geweest.
Dat laatste doen we dit jaar dus lekker wel, náh. Een weekje. Als we heelhuids over de Boulevard Périphérique de Paris geraken. Want zelfs met de gps is dat geen pretje: de hoogst zeldzame keren dat wij daar met de auto moeten zijn, komen de Fransen er allemaal met opzet in de weg rijden. Voor hun plezier. Dat ligt, denk ik, aan onze Belgische nummerplaat. Aah, les p’tits Belges! Ze zouden het niet durven als wij een Duitse nummerplaat hadden. Of een Russische.
“Inbrekers hebben een harde stiel. Daarom geef ik graag enkele tips”
Nu, al moeten wij zeven dagen en zeven nachten kamperen in onze aangereden auto op de pechstrook van de Périphérique terwijl de Gipsy Kings er non-stop Bamboleo staan te kwelen, weg zijn we. Sowieso. Vol anticiperend enthousiasme. Het is en blijft iets om naar uit te kijken, die Franse slag, dat Franse je-ne-sais-quoi, die Franse regen.
Ten behoeve van de kandidaat-inbrekers geef ik alvast enkele tips om professioneel misbruik te maken van onze afwezigheid. Dat bespaart hen een hoop gedoe en geknoei. Die jongens hebben een harde stiel.
Één: de sleutel ligt bij de buren. Doe dus geen moeite om die te zoeken onder een of andere potplant. Willen jullie onze sleutel, dan zullen jullie eerst bij de buren moeten inbreken. De buurman meet twee meter en voor zijn hobby plooit hij koevoeten. Twee: zonder sleutel lijkt de achterdeur me de beste optie. Met een beetje koevoet — hebben jullie er geen bij de hand, vraag er dan gerust eentje bij de buren — licht je die deur zo uit haar hengsels en we waren toch al van plan om eens een nieuwe te steken. Drie: de code om het alarm uit te schakelen is — altijd handig om weten, toch — de geboortedatum van de buurman. Vier: de sleutel van onze kluis hebben wij mee, maar die kluis staat gewoon grijpklaar in de slaapkamer. En vijf: in de slaapkamer logeert Jean-Marie Dedecker. Veel succes!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier