De jongste tijd ben ik in de ban van de ree. Leden van mijn gezin of ikzelf hebben recent drie dagen na elkaar exemplaren rond ons huis gezien. Na de ooievaar-hype van 2021 – toen ik bij het opstaan 22 van die majestueuze vogels voor mijn neus zag – is er nu dus reeën-pret.
Dat ze op de Zandhoek opduiken, is wel niet helemaal nieuw. Pakweg twaalf jaar geleden zag ik hier een eerste exemplaar. Ik stond toen wel redelijk perplex. Ik ging naar buiten om het reetje te bekijken, maar het schuwe beestje nam al snel de pootjes, in zuidelijke richting. Op een paar honderd meter afstand volgde ik het in voorzichtige looppas door de wei, tot ik het – tot mijn verbijstering – over de Steenbeek zag springen: een sprong van een vijftal meter. Reeënatletiek van de bovenste plank. Een paar jaar later zag ik er opnieuw een thuis, verder een groepje van vijf galopperend door het Helleketelbos, en het exemplaar dat op een vroege ochtend net voor mijn auto de weg tussen Woesten en Poperinge overstak. Telkens sensatie verzekerd.
Voor bewoners van de zuidelijke Westhoek zijn reeën al lang niet zo buitengewoon meer, misschien zelfs ‘business as usual’, maar hier in het noorden blijft het wennen. En genieten, van elk contact. Naar verluidt zitten er nu populaties in het kasteelpark van Woumen, in dat van Merkem én in de omgeving van de Vijfhuizen, rond de hele vijver dus. En die dieren breiden hun leefgebied natuurlijk altijd verder uit. Misschien moet de Administratie Wegen en Verkeer langs de Iepersteenweg een bord plaatsen: ‘Opgelet – risico op overstekende ree’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier