Overheid moet landbouwers rechtszekerheid bieden

Wim Aernoudt
Wim Aernoudt Provincieraadslid voor N-VA

Al tientallen jaren worstelt Vlaanderen met de impact van z’n veeteelt op het milieu. Dit stelt zich nog veel scherper in West-Vlaanderen omdat de veeteelt hier het sterkst is uitgebouwd. Recente rechterlijke uitspraken halen de wetgeving in verband met stikstofuitstoot onderuit. Hierop moet nu dringend bijgestuurd worden. De landbouwer, zeker de West-Vlaamse landbouwer, dreigt opnieuw het kind van de rekening te worden.

Naar Europa normen stoten we met z’n allen te veel stikstof uit in de lucht. Dit doen we in de vorm van stikstofoxiden (NOX) en ammoniak (NH3) die na verloop van tijd neerslaan. De uitstoot van NOX is vooral afkomstig van verbranding (verkeer, industrie, ..) en heeft de eigenschap zich grotere afstand te verspreiden. De uitstoot van NH3 is vooral afkomstig van veeteelt en heeft de neiging op relatief korte afstand neer te slaan.

Die neerslag van stikstof in de vorm van NOX en NH3 zorgt voor bemesting van planten. Planten die graag veel bemesting krijgen, verdringen daardoor andere. Op die manier wordt de biodiversiteit aangetast. Europa vroeg om de waardevolle natuurgebieden vast te leggen die tegen 2050 in goede staat moeten zijn. Die zogenaamde Natura2000-gebieden kregen om dit te bereiken elk een KDW ( kritische depositiewaarde, red .). Dit is de maximale hoeveelheid stikstof die in dat gebied mag neerslaan in kg stikstof per hectare per jaar.

Om deze stikstofneerslag aan banden te leggen, werkt Vlaanderen al langer aan een terugdringen van de uitstoot. Dit beleid is vrij succesvol als het gaat over de uitstoot van ammoniak (NOX). De daling is er en ze is continu. Dit al vanaf het jaar 2000 tot nu, van 70.000 ton naar minder dan 40.000 ton stikstof per jaar. In de eerste jaren van deze eeuw daalde de uitstoot van NH3 ook van 50.000 ton naar zo’n 40.000 ton stikstof per jaar. De laatste 10 jaar is deze uitstoot constant.

De programmatorische aanpak stikstof (PAS) moest zorgen voor een daling van de NH3-uitstoot. Een onderdeel daarvan was de zogenaamde 5%-norm. Als werd aangetoond dat een bedrijf minder dan 5% van de KDB-waarde (kritische depositiewaarde) zal bijdragen aan de bemesting van een natuurgebied kon het zonder meer vergund worden. Deze regel is nu door de Raad Voor Vergunningsbetwistingen (RVV) naar de prullenbak verwezen.

In deze bepaling werd volledig voorbijgegaan aan hoeveel bemesting die het natuurgebied al kreeg. Dat dit gebied bijvoorbeeld al meer dan dubbel zo veel stikstof te verwerken krijgt dan z’n KDB-waarde was dus van geen tel. Dit is nu als onzorgvuldig bestempeld door Raad Voor Vergunningsbetwistingen .

Deze uitspraak heeft voor gevolg dat de Vlaamse Regering direct deze 5 procent-regeling heeft ingetrokken en nu in allerijl werk maakt van een nieuw wettelijk kader. De deputatie raadt dossierindieners aan om te wachten met indienen van nieuwe dossiers. Het vraagt dus aan de sector om zichzelf een vergunningenstop op te leggen.

In de provincieraad van maart waren hier terecht veel vragen over. De deputatie liet over een aantal aspecten weinig aan de verbeelding over: “Er is een vrij groot oorzakelijk verband tussen een landbouwbedrijf en de stikstofdepositie in de natuurgebieden in de nabijheid. De toekomst zal er anders uitzien. Er zal zeker een impact op de veehouderij in West-Vlaanderen zijn.” Deze uitspraken doen ons vrezen dat een crash maar ternauwernood kan vermeden worden.

De crash dreigt harder te zijn in West-Vlaanderen dan op andere plaatsen in Vlaanderen. Hier is veel meer dan elders de veeteelt geïndustrialiseerd . In Vlaanderen staan er zo’n 870 zogenaamde megastallen. Daarvan werden er zo’n 400 door de deputatie in West-Vlaanderen vergund. Dat is dus bijna de helft! In Vlaanderen leven constant bijna 6 miljoen varkens die worden afgemest. Daarvan zijn er zo’n 3,4 miljoen in West-Vlaanderen vergund. Dat komt neer op 60 procent. Ook bij de kweek van runderen en kippen is West-Vlaanderen koploper. Het gevolg is dat de totale neerslag van stikstof in West-Vlaanderen ook het hoogste is.

Tegelijk werden in West-Vlaanderen 5 clusters van Natura2000-gebieden vast gelegd. Deze zijn de Duinengebieden, de poldergebieden, de IJzervallei, het zandig West-Vlaanderen en West-Vlaams Heuvelland. Samen bevatten die zo’n 15 700 ha. Dat is zo’n 5 procent van het totaal oppervlak van de provincie. In die gebieden vinden we een rijke variatie aan habitats. Dat gaat over verschillende types graslanden, bossen, duinen, slikken en schorren,…. . Voor elk van deze habitats is dus een kritische waarde bepaald (KDW) van maximaal toegelaten stikstofneerslag. Deze varieert tussen de 8 en 34 kg stikstof per ha per jaar.

Het aanbod aan natuura2000-gebieden is in West-Vlaanderen beperkt tot 5 procent van het oppervlak. Terwijl dat over het hele grondgebied van Vlaanderen 12,5 procent is. Toch wordt dit beperkte areaal in West-Vlaanderen al te vaak zwaar overbelast met stikstof. Metingen wijzen zeer duidelijk op het enorme aandeel van de veeteelt hierin, vaak tot 80 procent.

Deze hoge concentratie van ammoniak zie je vooral in het centrum van West Vlaanderen. Kenmerkend daarvoor zijn bijvoorbeeld de metingen in Wingene. In het Natura 2000-gebied “de Gulke Putten” (Zandig Vlaanderen West) wordt die neerslag gemeten. Daar is de kritische KDW-waarde voor schraal grasland 12 kg N / ha / j. Er slaat nu nog 23 kg neer. Daarvan is 16 kg afkomstig van de veeteelt.

De Vlaamse Regering kan nu niet anders dan het huidig beleid naar stikstofuitstoot bij te sturen. In eerste instantie naar een tijdelijk kader voor vergunningen en later dit jaar een definitieve PAS-regeling. Dat de uitstoot van NH3 al jaren stagneert staat onomstotelijk vast. Door de toepassing van de nu geschrapte 5%-regel vergunde de deputatie tot voor kort nog stallen vlak bij deze natura2000-gebieden. Tegelijk stelde de Vlaamse Regering zich tot doel om tegen 2050 de natura2000-gebieden in een goede staat van instandhouding te brengen. Dit wil zeggen de bemesting beperken tot de kritische waarde van het habitat. Hierin is meegenomen dat tegen 2030 we in dit traject halfweg moeten zijn.

Vanuit landbouworganisaties is in het verleden erg geijverd om de veeteelt maximaal uit te bouwen. Om de invloed op het milieu te temperen werd vaak de kaart getrokken van de spitstechnologie. Mestverwerking kennen we al langer. De emissiearme stallen, die per dier markant minder ammoniak uitstoten, zijn intussen gemeengoed. Deze evolutie in combinatie met het huidig vergunningenbeleid zorgde evenwel niet voor de nodige daling van NH3-uitstoot.

Tegelijk werd het voor de landbouwer steeds moeilijker om te overleven. Intensivering en mestoverschot leidde tot fors stijgende prijzen voor landbouwgrond. Spitstechnologie in mestverwerking en emissiearme stallen kosten handenvol geld bij investeringen maar ook bij uitbating en onderhoud. De positieve economische effecten van schaalvergroting en concentratie voelt de landbouwer veel minder. De landbouwer die in dit model steeds vaker overstapte op contractteelt voelt zich uitgeperst als een citroen en totaal niet gerespecteerd.

Want uiteraard zijn er ook winnaars in dit veeteeltmodel. De stallenbouwers, machineleveranciers, slachthuizen, vleesverwerkers, veevoederbedrijven, .., hebben goed geboerd. Het lijkt er op dat dit model helemaal op hun leest werd geschoeid. Zou het geen goed idee om ook daar te zoeken naar middelen om de landbouwer een stuk beter te waarderen? De landbouwer niet langer steevast behandelen als de zwakste schakel in een industriële keten!

Uiteraard is er plaats voor landbouw, zeker in West-Vlaanderen. Uiteraard was schaalvergroting nodig en is een “megastal” op zichzelf geen probleem. Alleen moet dit in de toekomst leiden tot een model dat ook de landbouwer zelf enige zekerheid biedt. Het laatste wat de landbouwer nu nodig heeft, is een nieuw halfslachtig model op basis waarvan weer een nieuwe generatie moedigen zich in de schulden steken. Om dan na verloop van tijd steeds vaker allerlei wetten te voelen verstrengen met een wurgend effect op de economische rendabiliteit. Dit hebben we de afgelopen decennia genoeg gezien. Het is hoog tijd dat de overheid rechtszekerheid biedt door een beleid dat de toets van Europese regels zal doorstaan.

(Wim Aernoudt, N-VA-provincieraadslid West-Vlaanderen)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier