Na een slecht (natuur)rapport is er maar één antwoord: ferm werken!

Peter Bossu pleit voor meer bos: “Het is een klimaatbuffer, zuurstoftank, biotoop voor zoveel organismen en bij uitstek een van de geliefkoosde recreatiegebieden van de mens.”© iStock
Peter Bossu pleit voor meer bos: “Het is een klimaatbuffer, zuurstoftank, biotoop voor zoveel organismen en bij uitstek een van de geliefkoosde recreatiegebieden van de mens.”© iStock
Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

De natuur in Vlaanderen is er niet goed aan toe: Vlaamse natuurgebieden zijn nog veel te versnipperd en we doen het slecht op het vlak van bescherming van inheemse planten- en dierensoorten. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) over onze biodiversiteit. Dat is de verscheidenheid aan dieren, planten en alles wat leeft.

Dit zoveelste rapport drukt ons nog maar eens op een enorme verantwoordelijkheid en zou – zeker in deze ruwe coronatijden – iedereen moeten wakker schudden dat de toestand ernstig is en een sterk natuur- en milieubeleid echt super noodzakelijk.

Feiten zijn feiten

Het Natuurrapport 2020 van het INBO is duidelijk: de algemene toestand is nog steeds niet goed. Er zijn zeker lichtpuntjes zoals in het Blankaartgebied (Diksmuide) en in de nieuwe bossen die de jongste jaren ontwikkeld werden, maar de algemene toestand in ook de West-Vlaamse natuur vraagt om meer en sterker en gedurfder beleid.

Bijna een derde van onze plant- en dierensoorten staat op de rode lijst van de bedreigde soorten. Naast de versnippering van groene gebieden vormen onder meer ook de (over-)bemesting van landbouwgebieden, vervuiling van water en lucht, het stukje bij beetje kapot maken van het landschap tussen twee natuurgebieden (ook in de natuur is verbinden een levensnoodzakelijk iets), de klimaat- en droogteproblematiek én de klimaatverandering de grote uitdagingen.

Is het dan al kommer en kwel?

Neen, want op zich is het al fantastisch dat een dergelijk Natuurrapport je met de neus op de feiten drukt en de Vlaamse overheid dat mogelijk maakt. Zo’n degelijk rapport kan er immers niet zijn zonder een overheid die 25 jaar geleden de basis heeft gelegd voor steun aan het wetenschappelijk onderzoek en de nood aan dergelijke rapporten. Ook hier is het een kwestie van ‘meten is weten’.

Ik ben ook blij dat het niet is zoals in de voorbije twee Vlaamse regeringen, waarbij de bevoegde minister direct na de lancering van zo’n rapport zegt dat het allemaal wel meevalt en begint de knallen op de wetenschappers. Om het duidelijk en met een zeer actuele boutade te zeggen, het is net alsof je luid roept dat “het cornonavirus eigenlijk wel meevalt en de wetenschappers gewoon overdrijven”. Op zich geen vergezochte boutade, als je weet dat er tussen het uitbreken van een ‘wilde ziekte’ als nu en de vernietiging van natuurlijke biotopen zoals wouden en moerassen door de mens een onlosmakelijk verband is. Op zich is het simpel: hoe meer dat de mens gaat kappen en woelen in de eeuwenoude ecosystemen, hoe meer levensbedreigende virussen we op ons loslaten.

Ik ben dus gelukkig dat zowel de EU als Vlaamse milieuminister Zuhal Demir nu een biodiversiteitsstrategie/plan vooropstellen en dat de laatste dit Natuurrapport ziet als een signaal dat we meer moeten doen en meer durven. Na vele jaren van quasi stilstand, hebben we daar ook in West-Vlaanderen een enorme nood aan.

De ‘bedreigde natuur’ en niet ‘ de natuur bedreigt’

Ik besef zeer goed dat sommige lokale en zelfs Vlaamse politici hier het licht nog niet hebben gezien, maar een sterke biodiversiteit is essentieel voor het menselijk welzijn op aarde. Zonder dat gaan we steeds verder naar de afgrond en de toekomst is wel degelijk aan wie natuur en economie wil verbinden en niet aan diegene die de natuur, waar ze uiteindelijk deel van zijn, blijven voorstellen als de grote bedreiging.

In nogal wat gevallen is samenwerken met natuur ook goedkoper dan technische oplossingen. Natte gebieden, zoals beek- en riviervalleien, zullen zo opnieuw een belangrijke rol gaan spelen bij onze omgang met water, waarvan we nu eens te veel en dan weer te weinig hebben. Zo kan overtollig regenwater in natuurgebieden in de winter opgevangen worden voor droge voeten in de straten en de dorpen, biedt datzelfde water verkoeling in de zomer en kan het gebruikt worden voor de landbouw. Idem voor meer bos. Bos is klimaatbuffer, zuurstoftank, biotoop voor zoveel organismen en bij uitstek een van de geliefkoosde recreatiegebieden van de mens.

Meebouwen aan biodiversiteit

We hebben groen en open ruimte in Vlaanderen nodig voor ecosysteemdiensten zoals waterberging, koolstofopslag, klimaatbuffer, landbouw, recreatie, … Op vandaag is een overgroot deel van het landbouwgebied evenwel ingericht voor één ecosysteemdienst, namelijk voedselproductie van basisproducten tegen de laagste kost. De ontegensprekelijke conclusies van het Natuurrapport indachtig, moeten we hier naar een landbouwmodel dat ook mee bouwt aan de biodiversiteit, een rijk landschap en een beter leefmilieu in het algemeen. Dat dit centen gaat kosten en aanpassingen van het systeem vraagt, klopt. Dit mag echter geen taboe zijn, net alsof de enorme Vlaamse en Europese middelen die nu naar de landbouw gaan, geen taboes zouden mogen zijn.

Door de aanwezigheid van zee, kust en de uitgestrekte lage polders is West-Vlaanderen nog kwetsbaarder voor klimaatveranderingen dan de andere provincies in ons land. Juist hier bij ons zou natuur en klimaat daarom centraal moeten staan in het beleid. Dat niet doen, is vanaf nu een vorm van normvervaging en schuldig verzuim. We kunnen nu echt niet meer zeggen dat we niet weten wat er aan het gebeuren is.

Meer info

De slechte toestand staat helder en confronterend beschreven in het nieuwe Natuurrapport 2020, bekijk filmpje en download het rapport via www.natuurrapport.be

Wens

Tot slot van dit laatste opiniestuk van dit jaar, wens ik iedereen het beste in deze donkere coronatijden. Ik hoop met superveel mensen dat 2021 anders en vooral beter en gezonder mag zijn!