Lien Vansteenbrugge vertelt over haar leven in Tielt.
Als goede burger zeg ik geen neen tegen een campagne om de habitat van insecten allerlei te beschermen. Vooral als je daarvoor eigenlijk niets hoeft te doen. Maai mei niet is me dan ook op het lijf geschreven, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik die goede daad al jaren stel en door de band genomen doortrek naar de andere elf maanden van het jaar.
Van een gazon in de Vlaamse zin van het woord, kan je dan ook niet echt spreken. Het gras is diep donkergroen, blaakt van gezondheid, reikt makkelijk tot aan mijn knieën en is verdraagzaam voor aangewaaide inwijkelingen allerlei. Zo is er nu een strook vergeet-me-nietjes, spot ik paarse netels en uiteraard zijn ook de paardenbloemen van de partij. De grasmachine kijkt werkloos toe en bereidt zich voor op een hels karwei als hij dan, af en toe moet het, toch een keer van stal mag.
Het gras is verdraagzaam voor aangewaaide inwijkelingen allerlei
Iets wél moeten doen, dat is andere koek. Eén van die aangewaaide onaangekondigde gasten in mijn tuin is een wilg. Hij nestelde zich nog net op mijn stukje grond. Een grensgeval, laat ik daar nu net een zwak voor hebben. Elk jaar wordt hij mooier, woester en vertakter. Enkele weken terug verzochten mijn buren om hem toch wat in te tomen. De helft van zijn laaghangende takken groeit namelijk over hun stuk tuin, en dat is heel vervelend bij het maaien, dat begreep ik wel toch?
Natuurlijk begrijp ik dat niet. Een paar vierkante meter gras niet maaien, om een boom te laten boom zijn, dat kan je leven toch niet vergallen? Maar burenvrede is belangrijk in een mensenleven, dus liet ik een bevriende tuinman de wilg halveren. Letterlijk. Gelukkig schijnt hij zich vooralsnog prima te amuseren aan mijn kant van de grens. En toch steekt het, en fluister ik wel eens sorry in zijn richting, sorry dat ik niet voor je ben opgekomen. Ik heb me laten maaien, maar van mijn gras blijf ik af, beloofd.
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier