(Liefdes)verdriet

© Pixabay
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Ze wonen allebei in Kortrijk en delen een liefde voor het goede leven en schrijven. Verder hebben onze twee columnisten weinig gemeen. Wekelijks geven ze hier een inkijkje in hun uiteenlopende levens. Deze week is dat Stephanie Coorevits (36), auteur, psychologe en televisiemaakster.

Ik groeide op in een typisch West-Vlaams gezin in die zin dat wij niet over onze emoties praatten. Ook extreme uitingen van gevoelens waren uit den boze. Tuurlijk, je mocht blij zijn maar niet in die mate dat het omsloeg naar hysterie. Kwaadheid werd getolereerd – stuk voor stuk vloeken we als ketters – maar pure woede diende je te verwerken in de privacy van je eigen hoofd. Eén emotie was echter in al haar vormen taboe en dat was verdriet. Immers, wat zijn tranen meer dan een uiting van je kwetsbaarheid? En kwetsbaarheid, dat was geweten, stond gelijk aan zwakte.

Wanneer ik als tiener liefdesverdriet had en snikkend in een bolletje opgerold lag in mijn bed, kwam mijn vader me niet troosten. Neen, hij beende mijn kamer binnen en riep dat ik ‘godverdomme toch niet ging bleiten om de een of andere puisterige sukkel. Had ik dan geen greintje zelfrespect?’

Vaak is kwetsbaarheid geen zwakte, maar gewoon liefde

Tough love, hoor ik je denken. En dat was het ergens wel maar meer dan dat, was het bezorgdheid. Onder die strenge façade brak zijn vaderhart omdat iemand zijn dochter pijn had gedaan en het liefst had hij de jongen opgezocht en hém pijn gedaan. Het in elkaar timmeren van minderjarigen door volwassen mannen ligt maatschappelijk echter niet altijd even goed, dus het alternatief was dat hij zijn dochter moest harden. Zo hard dat niets of niemand haar ooit nog zou kunnen kwetsen. ‘Nooit tonen dat ze je geraakt hebben’, was het devies dat we meekregen.

Ondanks zijn verdienstelijke pogingen, huil ik twintig jaar later om het minste. Ik kan er niets aan doen: hoe ouder ik word, hoe dichter mijn emoties aan de oppervlakte komen te liggen. Tref me op een PMS-dag en ik kan zomaar beginnen te janken om een Ikea-reclame. Gênanter wordt het haast niet en doorgaans schaam ik me dan ook kapot. Doorgaans, maar niet altijd. Een paar dagen geleden stapte mijn zus op een zeilboot waardoor ik haar drie weken niet zal horen of zien en dat is – in de vijfendertig jaar dat ik haar ken – nooit eerder gebeurd. Dus ik huilde voor een televisiecamera en het kon me geen hol schelen. Want vaak is kwetsbaarheid geen zwakte, maar gewoon liefde.