Leven tussen deadlines: “Het volk heeft de hoop opgegeven. Het ondergaat, lijdzaam”

Rond vijftien november, de dag waarop traditioneel het Feest van de Dynastie wordt gevierd is de loftrompet voor onze koninklijke dynastie volgens Jan ver te zoeken. © Open AI
Jan Devriese

Jan Devriese leeft tussen deadlines. De Brugse stukjesschrijver maakte 45 jaar geleden zijn allereerste artikel, toevallig (of niet?) voor deze krant. Na een lange omzwerving is de cirkel rond en de pen weer thuis. Elke twee weken zal Jan hier wat woorden in een meer dan aanvaardbare volgorde zetten. Hij wisselt af met Laura Schuyesmans, die leeft met een deadline.

Terwijl in de verte de laatste echo van het even vermoeiende als nutteloze gehakketak tussen Belgische voor- en tegenstanders van Donald Trump eindelijk een stille dood sterft, weerklinkt hier te lande oorverdovend de loftrompet voor onze koninklijke dynastie. Toch?

Niet, dus. En dat mag een beetje verbazen, zo rond vijftien november, de dag waarop traditioneel het Feest van de Dynastie wordt gevierd. (Al heet dat tegenwoordig, om onduidelijke redenen, Koningsdag.) Voor de zoveelste keer slagen de politieke partijen er niet in om binnen een redelijke termijn — de verkiezingen liggen inmiddels al ruim vijf maanden achter ons — een federale regering te vormen. De boekhouding van het land rammelt aan alle kanten, er staan ons financieel pijnlijke jaren te wachten, wie z’n vingers uit z’n oren haalt, hoort de noodklokken.

Je zou denken dat het ongeruste volk op zo’n moment bij wijze van protest tegen de lamlendige gang van zaken massaal zijn toevlucht zoekt tot de monarch, die alvast symbolisch de natie bijeenhoudt. Een steunbetuiging met pakweg honderdduizend man, aan het koninklijk paleis, met wapperende driekleuren en unionistische liederen, voor vorst, voor vrijheid en voor recht. En daarna gesponsord stoofvlees met friet in het Warandepark, en een happening met Stromae en Stijn Meuris. ‘We waren bijna echt vergeten hoe schoon het najaar wel kan zijn.’

“Voor de zoveelste keer slagen de politieke partijen er niet in om binnen een redelijke termijn een federale regering te vormen”

Het zal het volk evenwel worst wezen. Aan de Brusselse Sint-Michiels-en-Sint-Goedelekathedraal staat een oud vrouwtje met een doos pralines een lid van de koninklijke familie op te wachten, en her en der zwaait een opgevorderde kleuter met een tricolore vlagje. Veel verder komt het volk niet. Het heeft de hoop opgegeven. Het ondergaat, lijdzaam. In de lagere school worstelden wij met taal en rekenen onder het toeziend oog van het vorstenpaar. Boven het bord hingen buitenmaatse portretten van Boudewijn en Fabiola, slechts van elkaar gescheiden door een sober kruisbeeld.

Als je zat te dromen, hadden zij het gezien. Als je spiekte, hadden zij het gezien. Als je iets uit je neus haalde en dat in een bolletje rolde en onder je lessenaar kleefde of gewoon in je mond stopte, hadden zij het gezien. Zij, en God, en Zijn voor ons aan het kruis gestorven Zoon. Tegen zoveel waakzaamheid kon een snotaap niet op. De koning en de koningin waren dan misschien wel niet heilig, maar veel scheelde het niet. Je kon er maar beter mee op goede voet staan. Kroonprinses Elisabeth weet wat haar te doen staat: dansjes tonen op TikTok.