Jan Devriese leeft tussen deadlines. De Brugse stukjesschrijver maakte 45 jaar geleden zijn allereerste artikel, toevallig (of niet?) voor deze krant. Na een lange omzwerving is de cirkel rond en de pen weer thuis. Elke twee weken zal Jan hier wat woorden in een meer dan aanvaardbare volgorde zetten. Hij wisselt af met Laura Schuyesmans, die leeft met een deadline.
Ik zal het maar meteen bekennen: ik heb nog nooit een rookbom gegooid of een vuurpijl afgeschoten. Het gevoel daarbij is me dus vreemd. Misschien is het wel heel leuk. Misschien is het zelfs het allerleukste wat een mens kan doen, in z’n eentje.
Nu ja, in z’n eentje: bij voorkeur doe je zoiets als je veilig verstopt zit in een groep, heb ik gemerkt. Zodat men je niet makkelijk kan aanwijzen als dader. En voor alle zekerheid maak je jezelf onherkenbaar. Je zorgt ervoor dat je er net hetzelfde uitziet als de twintig of vijftig of honderd of duizend kameraden om je heen. Allemaal gemaskerde helden.
Je moet, denk ik, daarvoor talent hebben, voor dat gooien van rookbommen en afschieten van vuurpijlen. Dat talent heb ik niet. Bij mij zouden die dingen ontploffen in mijn broek, en dat is waarschijnlijk niet leuk. Bovendien zou ik daardoor plots redelijk herkenbaar worden, wanneer mijn been plots door het stadion suist. Tenzij al die andere helden om mij heen uit solidariteit ook een been lanceren. Maar die kans lijkt me klein. Doodbloeden in een voetbalstadion is waarschijnlijk geen heldendaad.
Noem mij gerust een oude zak. Die eretitel zal ik waardig dragen
Kan het een beetje luchtiger, jongens, een beetje minder heftig? Zijn het geen rookbommen en vuurpijlen, dan zijn het honende koren aan het adres van een scheidsrechter die in de fout gaat, inclusief een halve of hele oorlogsverklaring achteraf, op allerlei sociale media, niet zelden opgehitst door mensen van kwade wil, die een eigen agenda hebben en het voetbalvee gebruiken. Los van het feit dat we, als we zo doorgaan, straks geen scheidsrechters meer overhouden die hun vel willen riskeren en dus geen matchen meer georganiseerd krijgen, is het ook vreselijk vermoeiend, hoor, die eindeloze verontwaardiging, die redeloze woede. Vreselijk vermoeiend, en een tikje aanstellerig Iedereen Is Tegen Ons. De goeie ouwe supporter (je weet wel: van support, ondersteunen) is dood, lang leve de fan de afkorting van fanatiek. Wel, ik ben geen fan. Ik ben een supporter. Een amateur. Een liefhebber. Een liefhebber van schoonheid. Ik kies voor de schoonheid en negeer de lelijkheid. Noem mij gerust een oude zak. Die eretitel zal ik waardig dragen.
Het is dit weekend derby in Brugge. Weer eens de twee Ploegen van ‘t Stad tegenover elkaar. Hopelijk is het spannend, op het scherp van de snee, sportmannen tegen sportmannen, zonder kinderachtigheid. Met vanop de tribune gejuich en gezang, en geen ontplofte, suizende benen. Met een onzichtbare scheidsrechter. En met een mooie winnaar: het publiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier