Lelijk

© Davy Coghe
Nancy Boerjan

Part of the job, ik weet het. En u hoort me ook niet klagen, maar soms schuurt het een beetje, dat ik als journalist allicht meer dan gemiddeld met de neus wordt gedrukt op alles wat lelijk is in deze wereld. Op wereldschaal lijken we op dat vlak in deze tijden de diepste diepten te bereiken. En dat doet me pijn, maakt me kwaad, laat me worstelen met de vraag wat voor wezens wij *** eigenlijk zijn. Maar aan mij is geen Joanie De Rijke voorbij gegaan, voor oorlogsjournalistiek moet een mens uit ander hout gesneden zijn. Ik heb tot dusver ook geen crimineel netwerk blootgelegd. Kan nog komen, maar ik zou er niet op blijven wachten als ik u was.

Wel al veel gedaan: getuigenissen opgetekend van mensen in nood – soms groot, soms klein -, bij ons in de buurt. De voorbije maanden waren dat onder meer de verhalen van vluchtelingen in het asielcentrum in Koksijde, een jongeman die zich een weg uit het Kortrijkse detentiehuis werkte, Charlotte en Didier die de administratieve mallemolen in de pleegzorg trotseren, die andere Charlotte die een epische strijd met kanker voert, Karel die de zijne verloor, Annelies die rouwt om een onverwacht weggerukt kind, een jonge moeder die maar net het hoofd boven water houdt na jaren leven op straat. En dat van Lisa en Kenneth en baby Lio, dat u deze week in deze krant vindt.

Verhalen van mensen die elk op hun manier geconfronteerd worden met wat lelijk is in onze wereld om de hoek. En stuk voor stuk een beetje symbolische warmte en daadwerkelijke steun van ons kunnen gebruiken. Met als leidraad dat vele beetjes iets groots kunnen teweegbrengen.

Het doet goed daarom, een initiatief als De Warmste Week. Dat me bewijst dat er ook goedheid in ons schuilt, mocht ik dat dreigen uit het oog te verliezen. Laat er ons dus nog een lap op geven daar in Brugge, die laatste dagen voor Kerstmis. Ik beloof alvast dat ik nog een liter goed-doel-soep met balletjes koop! Desnoods drink ik Glühwein! Voor een échte uitdaging als zwemmen in een ijskoude Noordzee ben ik dan weer te schijterig.

Ik zei het al, ik ben Joanie niet.