Karl verklaart zijn liefde aan de Belgian Cats: “Bij elke korf maakt mijn hart een sprongetje”
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer verklaart hij zijn liefde aan de Belgian Cats. Emma Meesseman en Hanne en Kim Mestdagh mogen altijd antwoorden: karl@kw.be.
Lieve katjes,
beste Emma, Hanne en Kim,
Wat hier volgt, mag je op 14 februari gerust een liefdesverklaring noemen. Jullie zijn de jongste jaren echt uitgegroeid tot mijn favoriete Ieperlingsjes. Al jaren volg ik jullie prestaties op de voet en bij elke korf van een van jullie drie maakt mijn hart een sprongetje. Van trots en contentement. De meeste Ieperlingen hebben van oudsher iets met basketbal. Bij mij is dat niet anders. En was die liefde na het faillissement van Athlon in 2001 gedoofd, dan is ze nu opnieuw helemaal opgeflakkerd. Dankzij jullie.
Die liefde gaat trouwens ver terug. Want Athlon Ieper maakte ooit grote sier. Mijn vader nam me als jong kereltje eens mee naar een match van Athlon, eind jaren zeventig in de Iebaczaal in de Crescendostraat. Willy Steveniers kwam op bezoek met Fresh Air en moet er die avond een van zijn laatste wedstrijden in de Belgische hoogste klasse hebben gespeeld. Willy was een attractie, overal waar hij kwam. De bewondering waarmee mijn vader in de aanloop naar die match over Steveniers sprak, deed me als kind een week lang reikhalzend uitkijken naar die zaterdagavond. Willy ontgoochelde niet. Ook op zijn veertigste speelde hij als lava gestuwd uit een superactieve krater. Mijn liefde voor basketbal was geboren.
“Straks zitten we in Tokio vlakbij mekaar en gooi ik jullie elke avond een virtuele nachtzoen toe”
Emma, Hanne en Kim, het is zeker niet mijn bedoeling om jullie hier een les Ieperse basketbalhistorie te geven. Maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat die geschiedenis jullie wel genetisch heeft beïnvloed. Er zijn te veel toevalligheden. In 1963, het geboortejaar van jullie coach en vader Philip, bracht Athlon de eerste Amerikaan ooit in de Belgische competitie. Rex Hughes was zijn naam. Een paar jaar later zouden ook nog onder meer Terry Kunze en Carl Johnson volgen. En in 1971 streek Alex Blacksher als eerste zwarte Amerikaan in Ieper neer.
Dat zoveel jaren later Ieperse vrouwen de omgekeerde beweging maken, is ronduit schitterend. Op het moment dat ik het schrijf, lopen dezelfde rillingen over mijn rug als toen jullie die WNBA-finale wonnen en Emma werd verkozen tot MVP. Ik ben donderdag in Oostende komen kijken naar de match tegen Canada. De zenuwen speelden jullie parten, maar toch twijfelde ik er nooit aan dat jullie tegen Japan en Zweden dat ticket voor de Olympische Spelen zouden bemachtigen. Zondag zag ik de hemelpoort in jullie ogen. Het vuur van de langverwachte kwalificatie.
We zitten straks in Tokio trouwens vlakbij mekaar. Tussen de televisieset waar ik voor Eén zeventien avonden lang een Olympische talkshow ga maken en jullie kamers in het Olympisch dorp, zit enkel het water van een Japans havendok. Ik zal elke avond eens zwaaien en jullie een virtuele nachtzoen toegooien. Komen jullie dan eens langs aan de tafel? Vier Ieperlingen samen in Tokio. Burgemeester Talpe zal fier zijn. Ik denk dat we daarmee op z’n minst De Krant van West-Vlaanderen kunnen halen.
Stiekem droom ik van brons op de Spelen. Jullie toch ook? Geef toe. Een medaille van de Belgian Cats met de signatuur van Ieperse katjes. Hoe mooi zou dat niet zijn. In dat geval eet ik een jaar lang met stokjes en kom ik met veel plezier naar het volksfeest op onze mooie Grote Markt.
Warme groeten,
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier