Karl schrijft een brief naar Luca Brecel: “Je realiseerde comebacks die in het mapje snookermirakels worden gearchiveerd”

Luca Brecel is wereldkampioen snooker. (foto VCG) © VCG via Getty Images
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft deze week een brief naar Luca Brecel. De 28-jarige Limburger mag zich sinds maandagavond wereldkampioen in het snooker noemen. De snookersensatie mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Luca,

Het kostte ons de voorbije dagen wel wat tijd om onze gedachten op een rij te krijgen. Je had ons in de laatste week van april dan ook meegezogen in een doldwaze draaikolk van snookeremoties. Van je laatste drie wedstrijden op het WK heb ik maar zeven frames gemist. Omdat ik op dat moment zelf padel aan het spelen was. Het was wel de allesbepalende sessie, op woensdagnamiddag. Toen ik bij een kantwissel mijn smartphone checkte, opende ik een whatsappbericht van mijn vriend Renaat Schotte: Is er een 7-0 in de maak? Ik dacht dat hij me in de maling nam en checkte snel de live scores. Je was inderdaad van een 6-10-achterstand naar een 12-10-voorsprong geklommen.

De volgende twee padelspelletjes konden niet snel genoeg voorbij zijn. Net op tijd dus. Luca Brecel schakelt zevenvoudig wereldkampioen Ronnie O’Sullivan uit in de kwartfinale van het WK snooker. De 7-0 was een feit. Ik riep het naar iedereen die op het terras zat, de duimen gingen omhoog. Renaat was op dat moment in Londen op citytrip met zijn vrouw Maaike voor hij deze week naar de Giro zou vertrekken.

Eén telefoontje vanuit Brussel veranderde de plannen van het gezin Schotte. Of hij niet wilde doorreizen naar Sheffield voor jouw halve finale en eventuele finale? Ik kan me moeilijk voorstellen dat Renaat overleg pleegde met Maaike en hoor in gedachten vooral een knalharde Yesss door de telefoon galmen. The Crucible, theatre of dreams. Ook die van ons, Luca. Niet om er te spelen, maar er gewoon al eens zijn is een vurige wens.

Je moet weten dat er op de Sporzaredactie aardig wat snookerfans rondlopen. Wij zijn opgegroeid met Jimmy White, Alex Higgins, Stephen Hendry, Steve Davis, Dennis Taylor en nog een pak anderen. Persoonlijkheden die ons naar het groene laken hengelden. Tot onbegrip van onze ouders die van snooker niets snapten en al helemaal niets van die obscure met rook gevulde zalen die toen in de centrumsteden als paddenstoelen uit de grond rezen. In mijn laatste humaniorajaar aan het college van Ieper werd ik samen met een vriend zelfs eens een week geschorst omdat we op een vrijdagmiddag de trein van Ieper naar Kortrijk namen om snooker te spelen in plaats van naar de les te gaan.

Zelden waren tranen na een wedstrijd zo mooi

We wreven ons in de handen en dachten dat we nu een week ballen gingen kunnen potten. Maar dat was buiten de klasleraar gerekend. Die liet ons ’s morgens op school Latijnse teksten ophalen die we tegen de middag moesten vertalen. In de namiddag volgde hetzelfde recept. Dat was in 1989. Je was nog niet geboren, Luca. Niemand van ons durfde toen te voorspellen of zelfs maar vermoeden dat een Belg ooit wereldkampioen zou worden in deze aartsmoeilijke biljartdiscipline.

Daar is 34 jaar later verandering in gekomen. Gedecideerd schuifelde je de laatste dagen rond de snookertafel. Tegen O’Sullivan en Si realiseerde je comebacks die in het mapje snookermirakels worden gearchiveerd. Si ter nie goed uit, stuurde ik naar Renaat toen je 5-14 achter kwam in de halve finale. Onwaarschijnlijke percentages. Kan de Chinees dat volhouden? kwam terug vanuit The Crucible. Je won alsnog en plaatste je voor de finale. De rest is geschiedenis. De eerste Europeaan van het vasteland die wereldkampioen wordt.

Het drong blijkbaar vrij snel tot je door, Luca. Je had er ook lang over kunnen nadenken, want je staat al bijna vijftien jaar aangeschreven als de uitverkorene. Zelden waren tranen na een wedstrijd zo mooi, het post-match interview helemaal af. Rustig, gespekt met humor en attent voor het gezin Selby dat al een tijdje door een moeilijke periode gaat. Nagenoeg iedereen gunt je deze wereldtitel. He’s a gift for snooker, that’s the way the game should be played. De loftuitingen kwamen van alle kanten. Toen ik je zag spreken, maakten mijn hersenen een gigantische flashback naar 2010. Toen stond je in Oostende twintig minuten in de schijnwerpers op het sportgala als belofte van het jaar.

Je sprak die avond geen woord, je vader Carlo fungeerde als spreekbuis. Jij lachte als 15-jarig jongetje telkens je naam viel of een compliment werd uitgedeeld. En je klopte Dennis Taylor – de wereldkampioen van 1985 die bekendheid verwierf met zijn te grote brilmontuur – in een partijtje speedsnooker op dat enorme podium van het Casino Kursaal. Toen ik in 1985 8-0 achterstond tegen Steve Davis gaf niemand nog een cent om mijn kansen, maar ik bleef erin geloven. Laat dat voor Luca de belangrijkste les zijn, orakelde Taylor in die show. En kijk. Dertien jaar later zoen je dezelfde beker die Dennis Taylor achtendertig jaar eerder al een kus gaf. Geniet ervan, champ. Pak je tijd, maar hou er ook rekening mee dat dit naar meer smaakt. En niet alleen voor jou.

Met warme groeten,