Karl schrijft een brief naar Febe Jooris, de eerste Belgische vrouw die medaille pakt op WK tijdrijden: “Het gewicht van jouw prestatie kan niet overschat worden”
Karl Vannieuwkerke schrijft deze week een brief naar wielrenster Febe Jooris. De 17-jarige pakte brons bij de juniores op het WK tijdrijden in het Australische Wollongong, de eerste vrouwelijke WK-medaille ooit in het tijdrijden in ons land. Febe mag altijd antwoorden: karl@kw.be.
Beste Febe,
Je greep ons bij het nekvel en schudde ons in de nacht van maandag op dinsdag goed wakker. Klaar om naar Brussel te vertrekken om de tijdrit van de juniores jongens van commentaar te voorzien, zat ik in snoozestand naar de tijdrit van de juniores meisjes te kijken. Uiteraard wist ik dat je in juli in Portugal op het EK een bronzen medaille had gepakt, maar een derde plaats leek me te hooggegrepen voor Australië.
Ik gokte op een plek tussen vijf en tien. Er komt op zo’n wereldkampioenschap nog wel wat concurrentie bij. Al zou er met de Australische Isabelle Carnes, die achtste werd, uiteindelijk maar één niet-Europese in de top-10 te vinden zijn. Het goud was al weg voor de tijdrit van start ging. Ze rijdt vier kilometer per uur te rap, Fred! mag je in het geval van Zoë Bäckstedt echt letterlijk nemen. Ze haspelde haar tijdrit af met een gemiddelde snelheid van net geen 46 kilometer per uur, jij reed net geen 42 kilometer per uur, Febe.
Wat kan een mens doen in 33 honderdste van een seconde? Niet eens op de rem van zijn auto trappen.
De supersonische concurrente uit Groot-Brittannië buiten beschouwing gelaten, was de rest van de toppers wel aan mekaar gewaagd. Terwijl je op het EK nog 48 seconden op haar toegaf, was je nu maar 13 seconden trager dan de Europese kampioene Justyna Czapla die met zilver naar huis vliegt en 33 honderdste van een seconde sneller dan de Tsjechische Eliska Kvasnickova die haar demonen verbeet en het zonder medaille moet stellen.
Wat kan een mens doen in 33 honderdste van een seconde? Niet eens op de rem van zijn auto trappen. Ik herinner me dat ik als tiener met mijn vader eens naar een landbouwbeurs op de Heizel in Brussel ging en dat de toenmalige rijkswacht daar stond met een omgebouwde auto waarin je je reactiesnelheid kon testen. Ik klokte toen 45 honderdste van een seconde en kreeg felicitaties omdat ik bij de beste vijf van die namiddag zat. Het verschil tussen jou en de nummer vier was dus nog kleiner. Op het EK had je zelfs maar 18 honderdste van een seconde voorsprong op de Italiaanse Federica Venturelli.
Hoe doe je het, Febe? Je weet hoe groot het verschil in perceptie tussen plek drie en vier is. Het is echt wonderbaarlijk dat je benen dat dubbeltje twee keer naar jouw kant lieten vallen. Maar het is vooral je eigen verdienste. Je kan ontzettend snel met een fiets rijden en bovendien mag daar wat mij betreft nog een dikke vette prijs voor stijl bij. Glimmende benen onder een zwarte broek, het bovenlichaam dat perfect door de wind snijdt, het hart dat koninklijk en monotoon klopt en het bloed met groot debiet door het lichaam pompt. Het lijkt op het hameren van een drilboor door een paar lagen gewapend beton.
Die 33 honderdste van een seconde zijn bepalend voor het schrijven van Belgische wielergeschiedenis. Je bent de allereerste Belgische vrouw over alle categorieën heen die erin slaagt om op het podium van een WK tijdrijden te klimmen. Het gewicht van zo’n prestatie kan niet overschat worden. Je bent 17 jaar en vanaf nu de referentie. Ook voor je post-race interview verdien je het podium. Mondig, assertief, enthousiast. Ik kan er gerust nog wat adjectieven opkleven.
Je bent met andere woorden een geschenk voor het Belgische vrouwenwielrennen, Febe. Laat het succes niet naar je hoofd stijgen, ook al ben je vanaf nu een mascotte van het verlangen van elke Belgische wielerliefhebber. Want dat is een streng specimen. Meer en beter is waar die op uit is. Maar je lijkt er het kopje voor te hebben om dat perfect te managen. The future is yours.
Warme groet,
Karl kruipt in zijn pen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier