Politicoloog Carl Devos trekt de boer op langs West-Vlaamse velden. Als ‘ambassadeur van UGent voor West-Vlaanderen’ moet hij de banden aanhalen tussen de universiteit en het economisch weefsel van onze provincie. Tweewekelijks brengt hij verslag uit van zijn kruistocht. In deze kolommen, op kw.be.
2017 was mijn eerste volle jaar als vertegenwoordiger van UGent in West-Vlaanderen. Het was een bijzonder boeiend jaar. Waar staan we nu?
UGent is niet enkel actief op de campussen in Kortrijk, Brugge en Oostende. In Ieper doen Jean Francois en Birger Stichelbaut met het CHAL (Centrum voor Historische en Archeologische Luchtfotografie) schitterende dingen In Flanders Fields Museum. Midden februari openen ze er een tentoonstelling. In het Brugse zijn Wim De Clercq, Jan Dumolyn, Marc Van Meirvenne en andere UGent’ers bezig om het verdronken ommeland van Brugge weer naar boven te halen. Na een presentatie voor de Internationale Zwincommissie, eind november, gaven de betrokken gemeenten en provincies groen licht om een nieuwe educatief-toeristische route te onderzoeken. De diensten van de gouverneur zetten het in gang. In het Roeselaarse zijn UGent’ers betrokken bij de leerstoel Agrotopia. Samen met de REO veiling en Inagro doen ze er onderzoek naar vernieuwende concepten rond glastuinbouw en ‘vertical en urban farming’. Enzovoort.
Een historische beslissing: nooit eerder bezat UGent eigen grond in West-Vlaanderen
Dat wil niet zeggen dat UGent op alles springt dat zich aandient of een aanwezigheidspolitiek voert om simpelweg bij zo veel mogelijk zaken zo zichtbaar mogelijk betrokken te zijn. Integendeel. We maken duidelijke keuzes. Want het gaat niet in eerste instantie om de UGent, maar om de ontwikkeling van West-Vlaanderen. We spreiden de armen niet zo wijd mogelijk open om alles te vangen wat passeert, we zoeken naar die noden en opportuniteiten waar UGent een duidelijke meerwaarde kan leveren. In een geest van samenwerking eerder dan concurrentie. Het gaat er niet om alle faculteiten of opleidingen in West-Vlaanderen aan bod te laten komen, het gaat er om in de provincie een verschil te kunnen maken, door in te zetten op zaken waarin UGent excelleert. Vooraleer we in West-Vlaanderen activiteiten ontwikkelen, moeten drie voorwaarden voldaan zijn:
Het gaat niet in eerste instantie om de UGent, maar om de ontwikkeling van West-Vlaanderen
1) Is wat we doen lokaal ingebed? Heeft de streek het nodig? Vragen lokale stakeholders er om? Want we willen eerst en vooral inspelen op noden en behoeften. 2) Is het uniek? Doen we het ook al niet in Gent? Want je spoort sneller van Gent naar Brugge of van Gent naar Kortrijk dan van Kortrijk naar Brugge. Gent, de derde hoofdstad van West-Vlaanderen, ligt vlakbij. Heel veel West-Vlamingen wonen of werken er. We moeten hier niet overdoen wat we van daaruit perfect kunnen doen. Dat zou zonde van overheidsmiddelen zijn. 3) Is wat we in West-Vlaanderen (zullen) doen goed ingebed aan de UGent in Gent? Want onze mensen in West-Vlaanderen moeten deel zijn van een academische familie, van een breder netwerk, we moeten op expertise van anderen kunnen rekenen.
Daarbij volgt UGent ook het campusmodel: wat we doen op campus x, doen we niet op campus y. Elke campus moet unieke specialiteiten hebben. In Kortrijk richten de industrieel ingenieurs zich op industrieel ontwerp, mechatronica en bioprocestechnologie. Dat komt mooi overeen met de uitbreiding van het Industrieel Design Centrum op Campus Kortrijk, de komst van het onderzoekscentrum Flanders Make naar Kortrijk en de bouw van VEG-i-TEC op Campus Kortrijk. Om dat laatste mogelijk te maken heeft UGent, op de allerlaatste werkdag van dit jaar, meer dan 14.200 m² grond aan de Graaf Karel de Goedelaan in Kortrijk gekocht. Dat is een historische beslissing: nooit eerder bezat UGent eigen grond in West-Vlaanderen, dat is vanaf nu anders. Die drie speerpunten zullen voortaan enkel in Kortrijk en nergens elders aan de UGent verder ontwikkeld worden. De komende jaren zal UGent meer dan 15 miljoen euro in haar Campus in Kortrijk investeren. Een duidelijk statement dat het ons menens is.
Op Campus Oostende rijpen onze plannen om het wetenschapspark uit te bouwen, naast de incubator Greenbridge. We zijn daar met een team hard over aan het nadenken, de plannen worden gemaakt om een rendabel model uit te werken. In de eerste maanden van 2018 moeten daarover belangrijke strategische beslissingen genomen worden. Op Campus Brugge, waar we samen met de VUB de universiteit van de VN ondersteunen, is de administratieve uitbouw nu grotendeels achter de rug. De eerste onderzoekers zijn aan de slag, in 2018 willen we er ook twee profesoren aanstellen. Daarmee zal Campus Brugge volgend jaar ook meer naar buiten kunnen komen.
Op elk van deze campussen en daarbuiten, is er in 2017 heel wat gebeurd. In 2018 gaan we op hetzelfde elan verder. Zodat we West-Vlaanderen, een provincie zonder een eigen universiteit, zo goed mogelijk kunnen ondersteunen.
Ik wens u een gelukkig 2018!
Onze columnisten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier