De Tieltse schrijfster Ann De Craemer geeft elke week een inkijk in haar leven.
De voorbije week hielp ik mijn beste vriend met verhuizen. Hij woont in Waregem en verhuist naar… Waregem. Een verhuis binnen eigen stad dus, maar daar komt eigenlijk net zoveel bij kijken als wanneer je naar de andere kant van het land zou verhuizen. ‘Ongelooflijk,’ zei F., ‘hoe verhuizen je doet beseffen hoeveel gerief je onder je dak hebt.’ Er moest dus veel naar het containerpark worden gereden en eenmaal dat achter de rug is, heb je nóg te veel dozen nodig om hetgeen je wél wil verhuizen in op te bergen.
Verhuizen binnen eigen stad zette mijn fantasie op gang en deed me nadenken over naar waar in Tielt ik zou verhuizen mocht dat ooit het geval zijn – want eigenlijk wil ik mijn leven lang in de Kortrijkstraat blijven wonen. Ik hou zielsveel van Tielt, maar besefte, erover nadenkend, dat ik niet zomaar waar in Tielt zou kunnen wonen. Een wijk, nee, liever niet, dat zou me een gevoel geven langs alle kanten ingesloten te zijn. Geef mij maar een straat met rijhuizen, zoals ik het al mijn hele leven gewoon ben.
Ik stel me voor dat ik kan zonnen in de prachtige tuin van Paul Bekaert
Mijn droom is om naar een herenhuis te verhuizen. De mooiste, en helaas bijna laatste, vind je in de Hoogstraat en de Nieuwstraat. Wat een enorme meerwaarde zou zijn, is dat ik dan een grote tuin zou hebben. Op mijn terras heb ik geen zon meer sinds Adagio uitbreidde, dus is het Paterspark mijn tuin, maar van privacy is daar geen sprake.
Ik laat mijn fantasie ongebreideld de loop en stel me voor dat ik kan zonnen in de prachtige tuin van Paul Bekaert. Als ik naar binnenga voor een drankje, kom ik in een huis terecht met een ziel: het is een plek die er al zolang is en waar veel voetstappen, zelfs Duitse, mij zijn voorgegaan. Het voordeel van dromen is dat alles kan, maar ik daal toch maar weer af naar de realiteit, waar ik met mijn huurappartementje in de Kortrijkstraat heel tevreden ben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier