De relance écht op gang schieten, dat willen we doen vanuit Voka West-Vlaanderen. We zien daarbij vier grote werven waarbinnen we een resem voorstellen hebben. Ons doel? Groei waar iedereen beter van wordt. Vijf weken lang geven we tekst en uitleg bij onze voorstellen.
WERF 2: BETER WERKENDE ARBEIDSMARKT (DEEL 2)
Eén op de drie Belgen op beroepsleeftijd is niet aan de slag. Dat is ontzettend veel. Hoog tijd dus om de werkloosheidsuitkeringen aan te pakken, om mensen vanaf dag één weer aan het werk te helpen.
Het probleem schuilt onder meer in het feit dat België beduidend meer spendeert aan een passief arbeidsmarktbeleid dan andere landen. In vergelijking met Duitsland is dat zelfs het dubbele. Veel heeft natuurlijk ook te maken met onze werkloosheidsverzekering en dan meer bepaald met de oneindige duur van die uitkeringen.
Enkele voorbeelden: in Duitsland bedraagt de duur van de uitkeringen maximaal 24 maanden, in Nederland 38 maanden en in Frankrijk stoppen de uitkeringen na 2 jaar (3 jaar voor 50-plussers). Het effect op de werkwilligheid zagen we al bij de Franse grensarbeiders en vertaalt zich ook in een hogere werkzaamheidsgraad in Nederland en Duitsland.
Ondanks de hoge uitgaven aan arbeidsmarktbeleid, blijft België een matige presteerder
In termen van uitgaven aan passief arbeidsmarktbeleid stellen we vast dat België relatief hoog prijkt in de Europese ranglijst, met name op de vijfde plaats. Inzake actief arbeidsmarktbeleid eindigt België dan weer op een bedroevende negende plaats. Samengevat geeft dit een beeld van veel en langlopende vervangingsuitkeringen en te beperkte investeringen in de activering van werklozen.
Indien de inspanningen in termen van globale uitgaven aan arbeidsmarktbeleid zich proportioneel zouden weerspiegelen in geboekte resultaten, dan zouden de Belgische arbeidsmarktindicatoren een toptienplaats scoren. Ondanks de hoge uitgaven blijft België echter een middelmatige presteerder. Zo doen enkel Spanje en Italië het qua werkzaamheidsgraad nog slechter dan ons.
Wat stelt Voka onder meer voor?
Cruciaal is dat (vooral) in de eerste periode van werkloosheidsverzekering er vanaf dag één wordt ingegrepen om mensen zo snel als mogelijk terug aan het werk te krijgen via een snel aflopende uitkering. Daarenboven moet er werk gemaakt worden van snelle bemiddeling en jobverwijzing als opstap naar werk en dit absoluut bij de groep die het grootste risico vertoont op langdurige werkloosheid.
Het is belangrijk om te onthouden dat er bij langdurige werkloosheid een andere aanpak nodig is met intensievere trajecten, ook op vlak van opleiding. Wat dit punt betreft, zouden de gewesten geheel autonoom en dus efficiënter moeten kunnen optreden. Vandaag zijn deze zelf ook al bevoegd voor de activering en de bemiddeling van langdurige werklozen, maar botsen hierbij op een reeks federale beperkingen. Door de gewesten meer autonomie te bieden alsook de nodige beweegruimte om werklozen actiever aan een job te helpen, komen we weer een stap dichter bij een arbeidsmarkt die kan voldoen aan de groeiende vraag bij de bedrijven.
Laten we maximaal inzetten op deze werf en zo van de relance een succes maken. Volgende week hebben we het over bedrijfsvriendelijke regelgeving en leest u welke voorstellen we in petto hebben.
Heeft u hieromtrent nog vragen of wenst u meer te weten over dit thema? Neem dan gerust contact op met bert.mons@voka.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
