Lien Vansteenbrugge vertelt over haar leven in Tielt.
Ze is al een tijdje terug present, de crèmekar. Als ik goed heb geluisterd naar de mechanische deuntjes, rijden er verschillende rond in Tielt. Veel succes hebbend de arme wegslakken waarschijnlijk nog niet gehad, want wie wil er nu ijs als het weer schreeuwt om chocolademelk en gevoerde regenjassen?
Ze zijn niet de enige commerçanten die door de straten zwerven. Onlangs ging mijn deurbel, ik deed de deur open in pyjama, lichtelijk gegeneerd over mijn thuiswerkoutfit. Een klein oud sjofel mevrouwtje op de dorpel zei me ‘dat ze voor de messen kwam’. Kwam me dat even goed uit, want mijn koksmes was dringend aan een slijpbeurt toe.
“Straathandelaars zijn een uitstervend ras”
Of ik met de kaart kon betalen, vroeg ik, en terwijl ik het zei wist ik dat het een domme vraag was, want sommige 21ste eeuwse gewoonten zijn nu eenmaal nog niet doorgedrongen tot alle gelederen van onze jachtige maatschappij. Gelukkig heb ik, wie niet, een potje met kleingeld staan. Naarstig telde ik tien euro bijeen en ruilde de zak metaal even later voor mijn vlijmscherp koksmes. Dat ik ondertussen bijna een halve vinger bij mijn worteltjes kieperde, is een verwaarloosbaar nadeel in vergelijking met het plezier van zonder duwen en trekken groenten kunnen snijden.
Ondertussen heeft de lente dan toch zijn intrede gedaan en ik ben vastbesloten bij de eerste gelegenheid een clownfrisco met kauwgomneus bij de crèmekar te kopen. Ze zijn een uitstervend ras, de straathandelaars, en verdienen onze steun en enkelgeld!
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier