1 miljoen extra gepensioneerden = 13 miljard euro
Zonder grondige hervormingen van ons pensioenstelsel dreigen de geloofwaardigheid en de houdbaarheid ervan nog meer onder druk te komen. Een extra factuur van 13 miljard ligt te wachten.
Dat de veroudering van de bevolking onze welvaartsstaat onder druk zet, weten we al lang. Maar toch zijn we er nog altijd niet op voorbereid. De komende dertig jaar komen er in ons land bijna 1 miljoen extra gepensioneerden bij. En die pensioenen moeten uiteraard betaald worden.
De jaarlijkse overheidsuitgaven voor pensioenen zullen tegen 2050 met 13 miljard euro toenemen en dat is nog een vrij optimistische raming. Ter vergelijking, dat komt overeen met het volledige huidige budget voor defensie, openbare orde en veiligheid en huisvesting. En dat in de wetenschap dat onze overheidsfinanciën nu al ontsporen. Het hallucinante financiële plaatje ondermijnt bij veel mensen het vertrouwen in het pensioenstelsel. Daarnaast leeft ook de vrees dat voor veel mensen het pensioen te laag zal zijn. Een grondige hervorming die de houdbaarheid van de pensioenen herstelt, dringt zich dan ook al langer op. Tot nog toe hield de overheid het bij beperkte ingrepen, met de verhoging van het minimumpensioen, weliswaar zonder sluitende financiering daarvoor, als meest recente voorbeeld.
Zonder grondige hervormingen van ons pensioenstelsel dreigen de geloofwaardigheid en de houdbaarheid ervan nog meer onder druk te komen
De maatregelen om ons pensioenstelsel te versterken zijn gekend: een sanering van de vrijgestelde periodes (periodes waarin niet gewerkt wordt, maar wel pensioenrechten worden opgebouwd), bijsturing van de hoogste ambtenarenpensioenen en een zekere harmonisering van de verschillende pensioenstelsels, om er maar enkele te noemen. Het feit dat ons huidige pensioenstelsel een repartitiesysteem is – waarbij de pensioenen gefinancierd worden met bijdragen van de actieve bevolking – maakt dat we daarenboven veel meer mensen (langer) aan het werk zullen moeten krijgen.
Het nieuwe voorstel voor de pensioenhervorming van federaal minister van Pensioenen Karine Lalieux heeft daarentegen slechts een minimale impact op de loopbaanlengte van de pensioenplannen en werkt per saldo zelfs omgekeerd. De betaalbaarheid van de pensioenen hangt nauw samen met de ambitie om tegen 2030 tot een werkzaamheidsgraad van 80% te komen. De hervormingen die daarvoor nodig zijn, staan nog niet eens in de steigers.
De aangekondigde plannen bieden ook geen enkel antwoord op de krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt. Integendeel, bepaalde categorieën werknemers worden aangemoedigd om nog sneller van de arbeidsmarkt te verdwijnen na 42 jaar dienst. Daarmee lossen we de krapte op de arbeidsmarkt niet op en zal de totale pensioenfactuur nog verder stijgen.
Zonder ingrepen om deze stijgende pensioenfactuur op te vangen, dreigt de overheid de komende jaren te moeten besparen op kerntaken of de al zware belastingdruk nog verder op te drijven; iets wat we koste wat kost moeten vermijden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier