Bestuurder vraagt vrijspraak voor dodelijk ongeval: “Zelfs als hij niet had gedronken, was dit ook gebeurd!”
Een 44-jarige Oostendenaar vraagt in beroep de vrijspraak voor de aanrijding die Julie Daivier (21) in januari 2018 het leven kostte. Volgens hem was het ongelukkig ongeval met dramatische gevolgen, maar iedereen kon overkomen. “Het was een onoverkoombare hindernis.”
Op 11 januari 2018 werd Julie Daivier (21) gegrepen door een lichte vrachtauto met aanhangwagen toen ze met haar fiets de Gistelsesteenweg in Oostende dwarste ter hoogte van het kruispunt met de Zilverlaan. Een eerste wagen uit de tegenovergestelde richting was gestopt om het Oostendse meisje de weg te laten oversteken, maar de bestuurder van de bestelwagen had haar te laat opgemerkt. Naar eigen zeggen remde de man nog, maar kon hij een aanrijding niet meer vermijden. De jonge vrouw overleed ter plaatse aan haar verwondingen.
De bestuurder van de bestelwagen, K.V. (44) uit Oostende, had voorrang op de fietsster maar bleek 0,83 promille alcohol in het bloed te hebben. Het parket legde de man een minnelijke schikking op voor intoxicatie en sloot het dossier daarmee af. Maar Luc Daivier, de vader van Julie, weigerde zich daar bij neer te leggen. Hij liet K.V. rechtstreeks dagvaarden bij de rechtbank van eerste aanleg voor het ongeval. De rechter in Brugge oordeelde dat K.V. zijn snelheid had moeten matigen omdat het toen donker en mistig was. De rechter legde K.V. drie maanden celstraf met uitstel op, een boete van 400 euro en drie maanden rijverbod, waarvan de helft met uitstel.
Maar K.V. ging in beroep. Hij is volgens zijn advocate formeel dat hij niet sneller dan 50 reed. “Hij reed trager dan toegelaten door de mist.” Ook de deskundige kwam tot de vaststelling dat K.V. ongeveer 50 moet gereden hebben. “Alles gebeurde dus in een fractie van een seconde. Zelfs als hij niet gedronken had, was dit ook gebeurd. Het meisje was een onoverkoombare hindernis. Door het oogcontact heeft ze hem verschalkt. Het was een ongelukkig ongeval met dramatische gevolgen, maar wel een dat iedereen kan overkomen.” De advocate vraagt dan ook de vrijspraak. Maar volgens de procureur-generaal interpreteert de dader het ongeval in zijn voordeel.
“Het is niet bewezen dat hij zijn snelheid heeft gematigd en dat er oogcontact was. Hij had voorzichtiger moeten rijden doordat het donker en mistig was.” De procureur-generaal vond dat de eerste rechter nog mild was geweest en vraagt opnieuw dezelfde straf als in eerste aanleg. K.V. betuigde in de eerste plaats zijn spijt en medeleven. “Niemand heeft dit gewild. Er was oogcontact, dus ze wist dat ik er aan kwam. Ik heb nog alles gedaan om het ongeval te vermijden, ik ben er kapot van!” Uitspraak op 10 november. (OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier