Neergestorte gevel in Brugge legt pijnpunt bloot: amper elf Monumentenwachters moeten duizenden gebouwen controleren in West-Vlaanderen

Zondagmorgen om 1 uur vielen er brokstukken van een oude gevel in de Philipstockstraat op het voetpad. © Jan Van Maele
Stefan Vankerkhoven

Brugge is aan een absolute ramp ontsnapt. Dat gevoel leeft bij iedereen nadat in de nacht van zaterdag op zondag een 18de-eeuwse topgevel van een historisch pand in de Philipstockstraat naar beneden donderde. Was dit overdag gebeurd, waren er ongetwijfeld doden gevallen. Het doet de vraag rijzen: hoe is het gesteld met onze monumenten? “Door de gestegen bouwprijzen hebben zelfs kerkbesturen en lokale overheden het moeilijk om investeringsdossiers rond te krijgen”, reageert Monumentenwacht West-Vlaanderen, die met slechts elf mensen is om duizenden panden te controleren.

Een enorme knal en een trillende vloer schrikten de klanten van café Cambrinus in de Philipstockstraat omstreeks 1 uur in de nacht van zaterdag op zondag op. Toen ze naar buiten keken, zagen ze dat aan de overkant van de straat de topgevel van een 18de-eeuws gebouw naar beneden was gekomen.

Enkele kleine brokstukken beschadigden enkele geparkeerde auto’s, maar daar bleef het gelukkig bij. Als bij wonder vielen er geen slachtoffers. Waarom de met arduin beklede klokgevel onder een gebogen fronton, geflankeerd door voluten met bolspitsen, plots naar beneden kwam, is onduidelijk.

The Wizzard Store

Het pand is eigendom van Bruggelingen Christine Wolfcarius en Benoit Renier, leden van een bekende oogartsenfamilie. Onderaan het pand zit ‘The Wizzard Store’, een winkel gespecialiseerd in Harry Potter-artikelen, die in januari vorig jaar zijn intrek nam in het historische gebouw. Het pand uit 1732 staat vermeld in de inventaris van het Onroerend Erfgoed Vlaanderen, werd in 1925-1926 herbouwd en deed decennialang dienst als conciërgerie van de Vlaamse overheidsdienst Openbare Wer- ken, tot het Historium zijn intrek nam in het hoofdgebouw.

“Uiteraard is het erg dat er brokstukken naar beneden gevallen zijn”, reageert eigenares Christine Wolfcarius kort. “Gelukkig zijn er geen slachtoffers gevallen. Ik betreur wel dat er zoveel heisa gemaakt wordt over dit voorval. Als eigenaar nemen we onze verantwoordelijkheid op en doen we wat we moeten te doen. We zullen ervoor zorgen dat dit niet meer kan gebeuren.”

Zeer recente inspectie

Wisten de eigenaars en huurders dat het pand in slechte staat was? Volgens Stijn Boone, directeur van het Historium, dat het pand huurt, zijn er in 2015 al kleine steenbrokken van de gevel losgekomen. “We hebben toen als huurder onze verant-woordelijkheid genomen. Sindsdien laten wij de brandweer en Monumentenwacht geregeld inspecties uitvoeren in en buiten ons gebouw. Het inspectierapport wordt telkens aan de eigenaar bezorgd. De laatste inspectie dateert van vorig jaar.”

Dat beaamt ook Frederik Demeyere, gedelegeerd bestuurder van het provinciebedrijf Monumentenwacht West-Vlaanderen. “In oktober 2022 heeft onze dienst nog een inspectie uitgevoerd in dit pand. Dat is dus zeer recent. De resultaten van deze inspectie zijn in een rapport overgemaakt aan de eigenaar, die hiermee verder aan de slag is gegaan. Die was al een aannemer aan het zoeken voor renovatiewerken.”

Volgens schepen voor Monumentenzorg Franky Demon (CD&V) had de eigenaar vorige week, enkele dagen voor de brokstukken naar beneden vielen, ook contact opgenomen met de stedelijke dienst Monumentenzorg, met de vraag een plaatsbezoek te organiseren in functie van een eventueel toekomstig renovatieplan. “De dienst nam hiervoor contact op met het Agentschap Onroerend Erfgoed om dit bezoek samen in te plannen, gezien het pand gelegen is in een beschermd stadsgezicht. Eerstdaags zou een datum vastgelegd worden voor dit plaatsbezoek …”

Elf controleurs

Zijn die vallende brokstukken een eenmalig feit? Moeten we vrezen voor nog meer incidenten in Unesco Werelderfgoedstad Brugge, dat talrijke eeuwenoude gebouwen telt? Oppositieraadslid Pol Van Den Driessche (N-VA) stelt zich vragen over de inspecties van historische panden in Brugge.

“Ons historisch erfgoed stelt het goed,” reageert Frederik Demeyere, “tenminste de gebouwen, waarvan de eigenaars ons vragen om een inspectie uit te voeren. Zowel de Stad Brugge als het bisdom beheren hun eigendommen als goede huisvaders.”

Elf medewerkers

Monumentenwacht West-Vlaanderen telt elf medewerkers die jaarlijks meer dan 200 inspecties uitvoeren in beschermde monumenten en gebouwen die op de Vlaamse lijst van waardevol erfgoed staan. Maar hier knelt het schoentje: Monumentenwacht heeft slechts 1.200 objecten in zijn portefeuille, terwijl onze provincie een kleine 3.000 beschermde monumenten telt en de beeldbank van Onroerend Erfgoed Vlaanderen voor Brugge alleen al 4.572 waardevolle erfgoedobjecten aangeeft.

Het behelpt zich met de middelen die zij ter beschikking heeft, en dat is een dotatie van 750.000 euro van de provincie West-Vlaanderen voor de lonen. “Uiteraard zouden wij met meer mankracht het aantal inspecties kunnen opdrijven. Het spreekt voor zich dat er een groot verschil is tussen de inspectie van een veldkapelletje en een rapport opstellen over het Begijnhof. Het ene is in vier uren klaar, het andere sleept weken aan.”

Lidgeld

“We hebben 550 abonnees, ruim de helft daarvan zijn lokale overheden en kerkbesturen”, vertelt Frederik Demeyere. “Zij betalen 40 euro lidgeld per erfgoedobject en bestellen inspecties, die 50 euro per uur kosten. Onze verslagen duiden niet alleen aan welke onderhoudswerken broodnodig zijn, maar onze rapporten dienen ook om subsidiedossiers voor restauratiewerken van beschermde monumenten in te dienen bij de Vlaamse overheid.”

Met andere woorden: de inspecties gebeuren enkel op vraag van de eigenaar. “We bouwen een rotatie in en proberen ons zo te organiseren dat we met onze elf medewerkers om de zes à zeven jaar elk monument uit onze portefeuille kunnen inspecteren. Soms gebeurt het dat klanten zeggen dat een inspectie niet nodig is, anderen vragen ons om snel een inschatting te maken van een specifiek probleem.”

“Er zijn ook jaarlijkse inspecties. Dat doen we onder meer voor de buitenzijde van het Belfort, op vraag van het stadsbestuur. Daarnaast zijn er dringende inspecties. Vorig jaar zijn er door de zware stormen op een aantal kerktorens delen van de dakbedekking weggewaaid. Veel kerkfabrieken vroegen in 2022 om een inspectie, zodat ze sneller de herstellingswerken konden begroten.”

Gestegen bouwprijzen

Zelf heeft Monumentenwacht niet de bevoegdheid om bestraffend of handhavend op te treden, ook als de toestand van waardevolle panden zeer slecht is. Het is aan de klant om op basis van het rapport te remediëren. Volgens Frederik Demeyere ligt het grote probleem in de financiering van de herstelwerken.

“Met de gestegen bouwprijzen hebben zelfs kerkbesturen en lokale overheden het moeilijk om investeringsdossiers rond te krijgen. En het duurt jaren vooraleer Vlaanderen de subsidies voor de restauraties goedkeurt. De planning van grote werken is ook vaak een tijdrovende factor. De restauraties van de Sint-Salvatorskathedraal en de Onze-Lieve-Vrouwekerk hebben 20 jaar aangesleept. Binnenkort is het Belfort aan de beurt …”

Lees ook: Brugge ontsnapt aan een drama

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier