Chris Scalpiccia (45), uitbater van de Knuckle Tattoo Shop in de Christinastraat, was de man die meteen na de explosie een deken gooide over Friedl Cornillie, de begeleidster van mensen met een beperking bij Lizette die zwaar verbrand raakte. Zonder Chris waren haar verwondingen wellicht nog erger geweest. “Ik heb niet meer gedaan dan wat iemand anders zou doen, maar ik was wel nog scherp genoeg van geest”, vertelt hij. “Over de schade bij mij kan ik echt niet klagen, maar dit zal altijd een litteken zijn voor de buurt.”
“Ik ben er wat over nu. Ik heb erover gepraat, geweend… Het is verwerkt”, zegt Chris, die al 30 jaar in Oostende woont. Zijn Knuckle Tattoo Shop verhuisde nog maar acht maanden geleden naar de Christinastraat. “We zijn al vijf jaar eigenaar van het huis, maar hebben vier jaar verbouwd”, legt hij uit. “De straat geeft nu maar een triest beeld. Iedereen deed zijn best om op te ruimen, maar toch. Alle zaken rond mij zijn kapot. Mijn zaak ligt in het midden, maar vreemd genoeg is zo goed als niets aan. We hadden wel veel vuiligheid binnen, er is een barst in de kelder en een raam wil niet meer volledig sluiten. Maar ik mag niet klagen. Enkel de verzekering zorgt voor stress. We zijn nu gesloten door de ontploffing en zouden daar een vergoeding voor kunnen krijgen. Maar er is blijkbaar een regeltje waardoor ze niet willen betalen.”
Vuur gedoofd
“Ook donderdag waren wij voor korte tijd gesloten door de wegenwerken”, keert Chris terug naar de fatale dag. “Ik zat in de keuken met mijn dochter Aminah (19), die aan de hogeschool studeert in Brugge en ‘s namiddags naar school moest. Mijn vriendin was net vertrokken. Een kraanman had haar gezegd dat er een gaslek was en we de elektriciteit moesten uitschakelen. Ze belde me daarvoor. Ik ging in de kelder de ploms uitzetten en dan weer naar boven om met mijn dochter te praten. En toen gebeurde het… Voor mij was het meer een aardbeving dan een knal. Het hele huis schudde en ik voelde alles naar boven gaan. Ik zag ook dingen in de lucht vliegen. Ik ging naar voren en zag dat bij de andere huizen de ramen kapot waren. Ik ging buiten en hoorde die vrouw roepen en slaan in het vuur. Haar kleren stonden in brand.”
“Niemand van de omstaanders deed iets. Niet omdat ze niet wilden, maar ik denk dat ze allemaal in shock waren. Maar omdat ik op het moment van de ontploffing achteraan was en het niet had zien gebeuren, was ik nog scherp van gedachten. Ik gooide een deken over haar en heb ook gestampt om de vlammen te doven. Ik moest dat doen, het kon niet anders. Vooral haar onderrug bleef in vuur. Toen er een politieman en nog iemand anders bij kwam, ben ik vlug weer binnen gegaan om mijn dochter te halen. En toen kwam de tweede knal. Het was een veel kleinere ontploffing, maar toch zag ik de brandweer en andere omstaanders in zware paniek. Ikzelf kreeg ook een paniekaanval en ging binnen mijn dochter halen. Die verbrande mevrouw zag ik alleen verder lopen richting hulpdiensten.”
In shock
“Ook wij moesten dringend weg”, vervolgt Chris. “Maar mijn dochter en ik zijn dan nog een uur achter de hoek blijven staan. We waren in shock. Daarna zijn we naar de noodopvang in De Grote Post gegaan. Daar heb ik nog wat gepraat, een koffie gedronken, wat papieren ingevuld. We waren in paniek en in shock. In de straat woont ook nog een oudere dame, met wiens hond ik soms ga wandelen. Ik ben nog samen met een brandweerman tot daar geweest om haar te overtuigen haar huis te verlaten. En twee, drie uur na de ontploffing mocht ik even terug naar huis met een brandweerman om mijn twee katten op te halen. Wij hebben geluk dat mijn moeder daar vlak achter de hoek woont. Daar zijn we nog tot zondag gebleven.
“Mijn dochter heeft het nog moeilijk. Zij zag het ook allemaal gebeuren. Ze gaat naar school, maar ze is er nog altijd niet goed van en voelt nog altijd de drang om te wenen. Dinsdagavond gingen we erover praten met een hulpverlener. Maar ikzelf ben oké nu. Ik moet sterk zijn voor mijn dochter”, vindt Chris. “Het is goed dat ik er heel veel over gepraat heb. Maar het geroep van dat meisje hoor ik nog altijd. Ik kreeg wel bericht van de familie dat haar toestand stabiel is. Ze stuurden me enkele berichtjes om me te bedanken. Maar ik heb niet meer gedaan dan wat iemand anders ook zou hebben gedaan. Alleen was ik nog scherp van gedachten omdat ik er niet bij was op het moment zelf. Maar met mijn deken heb ik het vuur wel kunnen doven. Anders was het veel erger geweest. Ik nam het deken ook meteen weer weg, zodat het niet in haar haar of zo bleef plakken.”
Elkaar steunen
“Het is me nog niet duidelijk wanneer ik mijn Knuckle Tattoo Shop weer kan openen. Dat is afwachten. In de buurt steunt iedereen elkaar wel. We gaan regelmatig bij elkaar om te praten of een koffie te drinken. Er hangt nog altijd een rare sfeer: die kapotte gebouwen, niet kunnen werken… We hebben er nood aan om eens buiten en bij elkaar te zijn. De gevolgen van de ramp zullen hier toch nog een tijdje blijven hangen. Dat kan niet anders. Er is een gebouw afgebroken, de gasten van Duinhelm komen ook niet meteen terug. Het zal nog lang duren voor je er niets meer van merkt. En het zal altijd een litteken blijven.”
Gasexplosie Christinastraat Oostende
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier