Op zaterdag 4 juni vond de allereerste strandspeurdag plaats ter hoogte van Horizon Educatief. De Belgische strandwachten en de Nederlandse stichting Anemoon gingen er samen op zoek naar aangespoelde organismen om die daarna te gaan tellen.
In Nederland onderzoeken vrijwilligers al sinds de jaren ’70 regelmatig het strand op aangespoelde zeedieren en wieren op vaste strandtrajecten. Sinds een tweetal jaar is het onderzoek ook uitgebreid naar de Belgische kust. ‘Door het strand systematisch te gaan afspeuren krijgen we een zicht op zogenaamde populatieveranderingen: sommige zuidelijke soorten zoals de kleine heremietkreeft en de grijze zwemkrab zoeken het meer noordelijk. Waarschijnlijk is dit een gevolg van de klimaatverandering.’ vertelt Nathalie Colpaert ons. Zij is coördinator van de Belgische strandwachten. ‘Strandwachten zijn mensen die op zoek gaan naar wat er zoal op het strand ligt ter hoogte van de laagwater- en de vloedlijn. Het gaat vaak om studenten in de biologie of natuurgidsen, maar iedereen die interesse heeft voor wat zich op het strand zoal bevindt, kan zich aansluiten.’ verduidelijkt Nathalie. Wat de Belgische kust betreft zijn we actief in Oostende op het klein en op het groot strand, in de baai van Heist, Zeebrugge en Oostduinkerke.
De strandspeurdag startte al om 09.30 uur in het lokaal van Horizon Educatief. Er vonden ook een aantal lezingen plaats voor de geïnteresseerde vrijwilligers. Onder die vrijwilligers was ook Milan Torney (10) die voor het eerst mee op zoek ging. Er werd heel wat gevonden tijdens de winderige excursie op het strand.
Het strand als spiegel van de zee
Het strand is als het ware een spiegel van de zee en daardoor komen we ook te weten wat er in zee leeft. Adriaan Gmelig Meyling voorzitter van de Nederlandse stichting Anemoon en tevens zoöloog schetst het als volgt: ‘Als je langdurig en vaak genoeg naar het strand gaat en je telt steeds op dezelfde manier de aangespoelde dieren, dan zie je ook dat er voor de kust veel verandert. De vondsten van vandaag moeten nog verwerkt worden aan de hand van de formulieren die de deelnemers invulden. Er wordt gekeken naar de aantallen maar ook naar de hoedanigheid. Wanneer je een dode schelp vindt of je vindt er eentje met een levend organisme in dan is dat meteen een heel ander verhaal.
Mooie vondsten gedaan
Globaal genomen kan ik wel al stellen dat we heel wat kwalvlooien hebben teruggevonden. Dit zijn garnaalachtige zeediertjes die leven als parasieten op of onder de hoed van diverse kwallen en eten hun voortplantingsorganen op. Ook heremietkreeften werden teruggevonden en heel veel nonnetjes (in zee levende tweekleppig weekdieren). Ook de slijmvis en de gladde snavelneut waren present.
Wij gaan bij elke monitoring op zoek naar ruim honderd soorten waaronder slakken, inktvissen, wieren, kreeftachtigen,… Ik zorg al sinds eind de jaren 80 voor de gegevensverwerking. Uit deze statistieken kunnen we conclusies trekken aan aanbevelingen doen naar de overheid. Wij stelden in het verleden bijvoorbeeld vast dat de aanwezigheid van purperslakken afnam. Dit bleek te wijten te zijn aan de TBT, een giftige stof die in heel wat scheepvaartverven werd gebruikt en die in het zeewater terecht kwam. Toen is deze stof verboden en is de purperslak gered.’
Bijkomende strandspeurneuzen altijd welkom!
‘Wij zijn altijd op zoek naar bijkomende vrijwilligers met een passie voor wat leeft in de zee maar vooral op het strand. Voorkennis is niet nodig aangezien je eerst een aantal keer mee op pad gaat met mensen die al ervaring hebben op het terrein. Ook kinderen – die vaak heel goeie speurneuzen zijn – zijn welkom samen met hun (groot)ouders. Het enige wat je moet doen, is een aantal keer per jaar (twaalf of meer) gedurende een paar uur het strand afzoeken naar diverse soorten die wij hebben opgelijst op een voorgedrukt formulier en nadien de gegevens bezorgen aan de Stichting Anemoon die de data op hun beurt verwerkt onder de vorm van statistieken. En zo draag je bij aan een schets van de evolutie rond levende organismen op het strand. De overheidsdiensten (waaronder ILVO, het VLIZ, …) werken vaak van op zee en wij vrijwilligers zijn aanvullend aangezien wij voornamelijk de nabije kustzone afzoeken.’ aldus nog een enthousiaste Nathalie. (CWO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier