Koen Geeraert (37) hoort ze dagelijks zoemen, zijn bijtjes. Met een populatie van enkele honderdduizenden heeft Koen zijn handen meer dan vol als hobby-imker. Vooral diverse ziektes en de varroamijt vormen de grootste vijand van de honingbij. Maar ook de schrale dracht in onze tuinen en parken vormt evenzeer een grote bedreiging voor onze bijenpopulatie.
Vijf jaar terug zette Koen Geeraert, die afstudeerde als master in de elektronica, zijn eerste stappen binnen de wondere wereld van de bijen. Na eerst een jaar opleiding tot imker te hebben gevolgd bij bijenvereniging De Kasteelbie in Ingelmunster ging Koen aanvankelijk kleinschalig aan de slag. Al snel smaakte zijn nieuwe hobby naar meer, waardoor extra volkjes werden toegevoegd aan zijn bijenpopulatie.
“Vroeger was ik allesbehalve geïnteresseerd in de natuur”, vertelt Koen. “Ik was eerder een techneut en zeker niet bezig met de bloemetjes en de bijtjes. Een vijftal jaar terug kwam echter de grote ommekeer. Gezien ik niet de minste kennis had over bijen ging ik op zoek naar een vereniging in de regio waar ze mij de kneepjes van het vak konden bijbrengen en zo kwam ik terecht bij de De Kasteelbie. Via het imkercafé, dat op geregelde tijdstippen wordt georganiseerd, werd ik stilaan ingeleid in de mooie fascinerende wereld van de bijen en kon ik zelf aan de slag als imker.”
Vroeger was ik allesbehalve geïnteresseerd in de natuur
“De meeste bijen die we aantreffen in onze natuur zijn bijen afkomstig van imkers, gezien honingbijen in het wild zo goed als verdwenen zijn uit onze contreien. De meeste mensen kunnen het onderscheid niet maken tussen een bij en een wesp. Een wesp is meestal zwart-geel gestreept, terwijl een honingbij eerder aardetinten zal hebben. Zelf bezit ik in mijn kasten de Carnica-honingbij, die bruin-geel gestreept is en afkomstig is uit Oostenrijk en Hongarije. Deze soort vervangt trouwens onze zwarte bij die hier vroeger inheems was. Bij het houden van bijen moet je met heel wat zaken rekening houden”, gaat Koen verder. “Naast diverse ziektes en de varroamijt die een bedreiging vormen voor de bijenpopulatie, komt daar ook de Aziatische hoornaar bij die onze bijen wel eens durft aanvallen om aan zijn eiwitten te komen die hij nodig heeft om te overleven. Maar ook de mens maakt het de bijtjes niet gemakkelijk. Onze tuinen moeten er piekfijn en mooi gemaaid bijliggen, waardoor een eentonige dracht ontstaat met eenzijdige voeding voor de bijen tot gevolg.”
Water en stro
“Wie bijen wil helpen, kan onder meer in het voorjaar schaaltjes met water en stro erin buiten zetten gezien de diertjes deze basisstof meer dan nodig hebben om er hun ingewinterde voeding terug vloeibaar mee te maken.”
“Ook tijdens de zomermaanden kan water nuttig zijn voor bijen gezien ze dit gebruiken om er de kast waaruit ze komen mee te koelen”, besluit Koen. (BRU)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier