Wat als er een waterbom valt op de Westhoek? “Dan zal huidige bescherming niet volstaan”
Mocht er in onze regio evenveel regen vallen als tijdens de ‘waterbom’ in Wallonië afgelopen zomer, dan zou de schade in de IJzervallei oplopen tot 73 miljoen euro en zou er 60,1 km² land onder water staan. De blijkt uit een studie die De Vlaamse Waterweg uitvoerde op vraag van minister Lydia Peeters (Open VLD). Vooral Diksmuide en Alveringem zouden het zwaar te verduren krijgen.
Vlaams minister Lydia Peeters liet door De Vlaamse Waterweg een ‘wat als’-scenario uitwerken voor zeven Vlaamse rivierbekkens in geval van extreme neerslag. In de analyse worden er twee scenario’s naar voor geschoven: een neerslaghoeveelheid van 107 mm binnen de 48 uur, zoals in het Demerbekken (NBST-neerslagevent), en 230 mm binnen een periode van 48 uur, zoals in de Vesdervallei (Spa-neerslagevent) in juli.
Een van de zeven rivierbekkens die in de analyse betrokken wordt is het IJzerbekken, dat een groot deel van de Westhoek omvat. Het onderzoek concludeert dat in het IJzerbekken er 12 miljoen euro schade zou zijn bij het NBST-neerslagevent en 71 tot 73 miljoen euro voor het Spa-neerslagevent. Wat de betreft de totale landoppervlakte die onder zou lopen, kwamen de berekeningen op maximum 32,9 km² bij een NBST-neerslagevent en maar liefst 60,1 km² bij een Spa-neerslagevent.
In november zagen we huizen onder water lopen die voordien nog nooit wateroverlast hadden
Er werd ook onderzocht welke steden en gemeenten het het zwaarst te verduren zouden krijgen bij zulke waterbommen. Vooral de streek rond Alveringem en Diksmuide zou in de problemen komen. Burgemeester Gerard Liefooghe (Gemeentebelangen) is zich al langer bewust van de kwetsbaarheid van Alveringem. “De studie heeft me weinig nieuwe inzichten bezorgd”, aldus Liefooghe. “Voor ons situeren de problemen zich vooral in de deelgemeenten Beveren-IJzer en Stavele. Daar heb je een soort van kuip die helemaal kan onderlopen. Vandaar ook de benaming bachten de kupe. Alles wat daar staat, is bedreigd. In november vorig jaar kregen we al een voorproefje en zagen we huizen onder water lopen die voordien nog nooit wateroverlast gehad hadden. Dat is wel verontrustend.”
Nieuwe studie
Nochtans deed Alveringem in 2010 al infrastructurele ingrepen. “Wij verhoogten de laagste punten van Stavele-dorp, zodat dat we een mini-dijkje creëerden net achter de bewoning. Dat was op dat ogenblik een goede bescherming, maar in november is gebleken dat dit niet meer volstaat. Afgelopen zomer waren we ons daar al bewust van, waardoor we een nieuwe studie besteld hebben, maar concrete voorstellen zijn er nog niet. Mocht de waterbom deze zomer al vallen, dan zijn we te laat.”
Het waren trouwens de gemeente Alveringem en de Zuidijzerpolder die de aanvraag hebben ingediend om de ‘wat als’-studie uit te voeren. “Door die overstromingsproblematiek in Stavele hadden we de gouverneur al in het najaar gevraagd om een scenario zoals in Wallonië te modelleren in het IJzerbekken”, zegt Pieter-Jan Taillieu van Zuidijzerpolder. “Nu werd de studie gemodelleerd op de bevaarbare waterlopen. Dat betekent dat men de schade berekent vanaf het ogenblik dat de IJzer buiten zijn oevers treedt. Men houdt nog geen rekening met de niet-bevaarbare waterlopen. In dat geval zou de schade nog een stuk groter zijn.”
De overstromingen die eind november het IJzerbekken troffen, waren volgens Pieter-Jan slechts peanuts vergeleken met de waterbom van Spa. “Toen is er in de Westhoek in 72 uur zowat 80 mm regen gevallen, veel minder dan in Spa. Belangrijk zijn de terreinomstandigheden. In de polders maakt dat een heel groot verschil. In een wintersituatie zoals in november was de bodem al zodanig verzadigd dat het geen water meer opnam en dan krijg je het effect dat alles afstroomt naar de vallei. In een zomersituatie zal het eerste stuk van de bui infiltreren in de bodem.”
Debietpieken
Pieter-Jan Taillieu houdt zich al jaren bezig met het waterpeil van de IJzer, maar de nieuwe studie bracht hem toch nieuwe inzichten. “Op 29 november hadden we een historische debietpiek van 110 m³ per seconde in Roesbrugge, maar uit de studie blijkt dat dergelijke neerslageventen pieken kunnen genereren van 138 m³ per seconde. Daarop zijn de bestaande beschermingswerken niet voorzien en dat is wel een eyeopener. Bestaande waterkeringswerken moeten dus waarschijnlijk nog verhoogd worden.”
Er is volgens Pieter-Jan ook een logische verklaring waarom Diksmuide bij een ‘grote’ waterbom exponentieel veel zwaarder getroffen zou zijn dan bij een ‘kleine’ waterbom. “Bij een grote waterbom zal ook het gebied stroomafwaarts van Fintele onder druk komen te staan. Vervolgens kan het Blankaartgebied zich opvullen, maar daar staan nauwelijks woningen die getroffen kunnen worden en vervolgens zal de druk zich verplaatsen naar het industriegebied Heernisse en de monding van de Handzamevaart in het centrum van Diksmuide. En dan kan je wel degelijk overstromingen hebben in het centrum, waardoor de schade snel kan oplopen.”
Burgemeester Lies Laridon (CD&V) van Diksmuide ligt er echter niet wakker van. “Het is het zoveelste rapport dat verschijnt over wateroverlast in het IJzerbekken, maar eerlijk gezegd maak ik me daar geen grote zorgen in. De laatste vijftien jaar zijn er in Diksmuide geen huizen meer onder water gekomen. We hebben een natuurlijk bufferbekken van de Handzamevallei en de IJzervallei. Dat zal misschien wel verslechteren in de toekomst, maar we moeten ook niet paniekeren. Al blijven we wel alert.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier