Op het strand aan de Oosteroever is gisterenavond een spitssnuitdolfijn aangespoeld. Het was al sinds 1972 geleden dat zo’n dier op onze stranden werd aangetroffen. Het is bovendien slechts de zesde keer. “Dit is een zeldzaam en uniek dier.”
De gewone spitssnuitdolfijn komt in onze wateren niet voor. “Dit is een dier dat wereldwijd zeer moeilijk te bestuderen is”, vertelt Kelle Moreau van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. “Het zijn dieren die vaak in de diepe zee jagen, waardoor sommige soorten zelfs nog nooit in het wild zijn waargenomen.”
Het dier dat in Oostende aanspoelde, is ongeveer 2,9 meter lang. “De spitssnuitdolfijn zit ergens tussen de dolfijn en de walvis. Dat het aan onze kust aanspoelt, is zeldzaam. Er zijn maar vijf eerdere waarnemingen geweest tussen 1835 en 1972, goed voor zeven dieren. In twee gevallen ging het namelijk om een moeder en haar jong. De dolfijn heeft een groot verspreidingsgebied en het dichtste bij ons vind je ze in de Golf van Biskaje, bij Frankrijk en Spanje.”
“Het dier gaf geen uitgemergelde indruk. Soms zie je heel magere dieren die aanspoelen, hier was dat niet het geval. We kunnen dus de maaginhoud analyseren en op basis van de voedselresten bepalen van waar het dier komt: zitten er resten in de maag van vissen die bij ons niet voorkomen? Zo kunnen we mogelijk ook de doodsoorzaak achterhalen. Het dier had wonden, maar die kunnen ook post-mortem aangebracht zijn, door de stroming tegen de blokken van de strekdam bijvoorbeeld. Maar het was nog heel vers; de weefsels zagen er goed doorbloed en gezond uit.”
Unieke kans
Voor de wetenschappers is het een unieke kans om het dier te bestuderen. “Een collega gespecialiseerd in fossielen van spitssnuitdolfijnen gaf al interesse aan”, zegt Kelle. “Wat er met het kadaver zal gebeuren, staat nog niet vast. Sowieso wordt een dier dat aanspoelt staatseigendom. De kans is dus groot dat het in onze collectie zal terechtkomen. Of we het zullen prepareren om te exposeren, kan, maar is nog te vroeg om te zeggen.”
“Dit is een heel bijzonder dier”, gaat hij verder. “Het is niet de zoveelste bruinvis of zeehond die aanspoelt. De vinvissen die aanspoelen aan onze kust zijn natuurlijk publiekstrekkers, maar dit is veel zeldzamer en unieker.”
Geen plastic in de maag
De autopsie op de dolfijn bracht geen doodsoorzaak aan het licht. “Het dier had geen zichtbare trauma’s”, zegt Kelle Moreau. “Er zat ook geen plastic in de maag. De maag was zelfs helemaal leeg, wat ons wel verbaasde want het dier zag er gezond en doorvoed uit. Waarschijnlijk betekent het dat de dolfijn nog niet lang in onze wateren was en hier geen voedsel kon vinden.”
“De dolfijn heeft waarschijnlijk gewoon pech gehad: in onze ondiepe wateren verzeild en hier niet meer weggeraakt. Wanneer zo’n dier in de branding terechtkomt, dan raakt het niet meer weg. Waarschijnlijk is het dus verdronken. Misschien leefde het dier nog toen het aanspoelde, maar dat kunnen we niet zeggen.”
Omdat het skelet nog intact is, zal het als didactisch materiaal gebruikt worden op de faculteit dierengeneeskunde van de Universiteit Gent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier