“Een portie vrieskou hoort nu eenmaal bij de winter”

Postbode Marc Motmans werkt dezer dagen zijn ronde flink ingeduffeld af. "De gouden tip tegen de vrieskou: je in laagjes kleden." (Foto SB) © Stefaan Beel
Philippe Verhaest

Nu de stenen haast letterlijk uit de grond vriezen, is het voor bepaalde mensen net een tikkeltje lastiger om hun job uit te oefenen. Postbode Marc Motmans werkt zijn ronde het hele jaar per fiets af en week ook nu geen centimeter van zijn stalen ros. “Als het volgende week weer een graad of tien is, zal ik me in putje zomer wanen”, glimlacht de man.

Dit artikel maakt deel uit van ons ‘Dossier Vrieskou’.

Marc Motmans (52) is afkomstig uit het Limburgse Borgloon, maar is sinds april 2016 als postbode in Roeselare aan de slag.

“Ik werk al van in 2004 bij Bpost en heb al mijn deel winterweer meegemaakt“, glimlacht hij. “Van wat stevige vorst kijk ik al lang niet meer op, al zal ik de vrieskou in mijn vrije tijd nu ook niet meteen actief opzoeken. Het hoort gewoon bij een normale winter.”

Marcs werkdag start om 6.15 uur met het sorteren van de post die hij te bedelen heeft. “Mijn ronde zelf duurt een viertal uur en rond 14 uur zit mijn werkdag er meestal zo goed als op. En de afgelopen dagen was ik telkens maar wat blij dat ik de warmte opnieuw mocht opzoeken. Het is simpel: wie niet in deze vrieskou moet werken, zal binnen blijven. Maar het is nu eenmaal een deel van onze job. Aan de andere kant: bij mooi zomerweer ben ik ook met mijn fiets op de baan. De leuke kanten van de weergoden pikken we op die manier ook mee.”

Halve ijsklompjes

Toch beseft Marc dat de voorbije vriesdagen niet van de poes waren. “Het is koud, ja”, puft hij. “Maar dé manier om de vrieskou toch wat de baas te blijven, is door je in laagjes te kleden. Zo heb ik op mijn bovenlichaam zeven kledinglagen aan en mijn benen bedek ik met twee laagjes. Thermisch ondergoed draag ik dan weer niet. Het moeilijkste is om je gezicht, handen en voeten warm te houden. Tegen het einde van mijn ronde zijn mijn handen en voeten halve ijsklompjes, maar die warmen snel weer op. Maar ik werk mijn ronde ook liever af bij een aangename twintig graden Celcius, ja”, glimlacht Marc.

“Als het volgende week een graad of tien is, zal ik me in putje zomer wanen”

Het einde van de beruchte polar vortex lijkt stilaan in zicht en volgende week zouden de temperaturen weer tot tien graden oplopen. “Ik zal me dan waarschijnlijk in putje zomer wanen”, grinnikt Marc. “Maar tegelijk kan ik deze werkomstandigheden relativeren. Er zijn ergere dingen in het leven. Je een weg door de sneeuw banen is een pak moeilijker. Wanneer de weersomstandigheden zó slecht zijn, kan trouwens beslist worden om bepaalde fietsrondes niet af te werken. Dan wordt de post daags nadien bedeeld. Veiligheid staat immers altijd voorop.”

Mensen die Marc in de vrieskou zien voorbij fietsen, laten hun waardering wel blijken.

“Dat doet wel deugd. Op een kopje koffie of soepen van bewoners moeten we niet hopen, want vrijwel iedereen is overdag zelf gaan werken. Maar een klein schouderklopje kan al een wereld van verschil betekenen. Ik heb zelf ook erg veel respect voor iedereen die in deze temperaturen moeten werken. Vuilnisophalers, bijvoorbeeld. Zij vangen vanop hun vrachtwagen dan ook nog eens een pak wind.”

Zijn ronde niet afwerken bij temperaturen onder nul, daar denkt Marc dan weer niet aan. “Dat is uit den boze. Mijn ronde is heilig en ik maak er een erezaak van dat de mensen hun post op tijd krijgen. Ook als ik daarvoor flink wat kledij moet aantrekken en Siberische temperaturen moet trotseren”, besluit hij.