Aanpak vervuiling Moerdijkvaart gaat onverminderd voort

Vrijdag gaat een gespecialiseerde aannemer aan de slag om aan de oevers van de Moerdijkvaart het riet te maaien. Zo moet de vervuiling van de waterloop verder worden aangepakt.

Een kraan met verlengde arm, tractoren met aanhangwagens: het zware geschut wordt ingezet om de vervuiling van de Moerdijkvaart te bekampen. De Vlaamse Milieumaatschappij stelde een firma aan die het vervuilde riet zal maaien dat langs de oevers staat. Na het succesvol opzuigen van de drijvende vetten en oliën bij de monding aan het kanaal Plassendale-Nieuwpoort, is vastgesteld dat vele rietkragen langs de waterloop nog vol zitten met vetten en oliën.

Maaien onder het wateroppervlak

“Zonder ingreep komen die daar niet zomaar los. Ook alle opgeschoten riet is besmeurd met deze olie. Dit werd vastgesteld door de VMM bij het afvaren van de waterloop”, zegt Gistels schepen van Milieu Wim Aernhoudt (N-VA). “Op een coördinatie vergadering met alle betrokken diensten, is beslist om de nodige rietkragen met zwaar materiaal aan te pakken. Het is de bedoeling deze allemaal te maaien onder het wateroppervlak.” Op die manier wordt alle besmeurde riet verwijderd. Alle vet en olie dat ertussen drijft, kan mee opgeschept worden. “Bij normaal onderhoud van de waterloop wordt het gemaaide riet op het veld of weide achter gelaten. Dit moet nu afgevoerd en verwerkt worden omwille van de vervuiling”, aldus nog Aernoudt.

Besmeurde vogels

Het vet en olie dat niet mee opgeschept wordt, kan dan afdrijven tot tegen de absorberende olieschermen, die aangebracht zijn op verschillende plaatsen langs de waterloop. Daar kan het vervolgens uit de waterloop gehaald worden. Ook deze oliën en vetten worden afgevoerd naar gespecialiseerde verwerkers. “De VMM voorziet de volgende dagen nog verschillende afvaarten van de waterloop ter controle van de oevers. Dit om het vogelbestand te monitoren en om vervuilde plaatsen te selecteren voor opruiming. De meldingen van besmeurde vogels blijven oplopen, zij het beperkt”, benadrukt Aernoudt nog.

“Het achtergebleven vet en olie is een bedreiging voor fauna en flora. We vinden het vanuit dat stad belangrijk om te benadrukken dat we bijzonder opgetogen zijn door de manier van aanpakken en snelheid waarmee de betrokken instanties ingrijpen. Vooral de VMM neemt in dit geval een belangrijke rol op zich. We zijn hen bijzonder dankbaar daar voor.”