Theo gaat als teamkapitein de ‘Metaalstrijd’ aan met zijn detector op PlattelandsTV
Sinds kort is op PlattelandsTV de nieuwe reeks ‘Metaalstrijd’ te zien. Daarin nemen twee teams van metaaldetectoristen het elke week tegen elkaar op om de bijzonderste vondsten te doen. Theo De Jonckheere is een van de teamkapiteins en de bedenker van dit nieuwe tv-format. “Ik wilde aantonen dat het verleden onder onze voeten ligt.”
Theo De Jonckheere (66) is opgegroeid in Nieuwpoort, waar nog steeds familie woont. Daarom verblijft de Mechelaar nu zo’n twee à drie dagen per week in de badstad. “Aan zee zag ik voor het eerst metaaldetectoristen aan het werk. Toen onze kinderen groter werden, schafte ik mezelf mijn eerste toestel aan en sinds ik met pensioen ben, ben ik me verder gaan verdiepen in de metaaldetectie”, zegt de gewezen docent marketing.
Competitie
Omdat hij als ex-leerkracht graag meer duiding wilde brengen rond de regels van zijn hobby, bedacht hij een amusant format voor PlattelandsTV. Daarin is hij ook zelf te zien. “Volgens mijn concept nemen twee teams met telkens dezelfde kapiteins, maar met wisselende teamleden het tegen elkaar op met hun metaaldetectoren. Op een afgebakend terrein gaan zij samen op zoek naar de bijzonderste vondsten. Dat kan het oudste voorwerp zijn, maar ook het zeldzaamste of het mooiste. Dit wordt telkens becommentarieerd door een professionele historicus, bijvoorbeeld van het Yper Museum”, legt Theo uit.
“Twee teams van metaaldetectoristen gaan op zoek naar de bijzonderste vondsten”
Vijf weken lang zijn de detectoristen aan het werk te zien, telkens op een andere locatie. Na Moorsele en Velzeke volgen nog Hooglede, Tongeren en De Panne. Maar hoe word je nu een goeie metaaldetectorist? “Daarvoor moet je veel geduld hebben, langzame bewegingen maken en je toestel correct instellen volgens de grond waarop je stapt. Uiteraard vraag je best toestemming om te zoeken op een geschikt veld, met een rijke geschiedenis. Enige historische kennis is dus zeker ook mooi meegenomen, al volgt die eigenlijk vanzelf naarmate je er meer mee bezig bent”, stelt Theo, die als erkend metaaldetectorist trouwens al meewerkte met archeologen. Ook een dosis geluk is mooi meegenomen.
“Je kan natuurlijk niet op voorhand een verlanglijstje aanleggen van wat je waar wil vinden. Naast heel wat rotzooi heb ik zelf bijvoorbeeld al munten, knopen en fibula’s opgegraven. Elke vondst is een contact met het verleden, dat letterlijk onder onze voeten ligt. Ik heb door de jaren heen enorm veel respect gekregen voor onze voorouders, want dat bleken echte plantrekkers te zijn. Met beperkte middelen konden zij verrassend veel zaken oplossen”, klinkt het. “Mijn meest waardevolle vondst is een munt van 57 voor Christus, die ik als vinder moest aangeven bij Onroerend Erfgoed en nu zelf goed moet bewaren. Spullen verkopen, doe ik vrijwel nooit, dus rijk zal ik hier niet van worden.”
Trouwring
“De meest waardevolle objecten zijn trouwens niet altijd de duurste. Zo vond ik vorige zomer een trouwring, die ik na een zoektocht op Facebook kon teruggeven aan de eigenaar. Elk opgegraven object draagt een verhaal!” besluit hij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier