Het laatste interview met Ignace Crombé: “Ik ben niet bang voor de dood”

Ignace Crombé, hier met zijn vriendin Nathalie Vanderhaegen en dochter Axelle: “Voor hen blijf ik vechten.” © Christophe De Muynck
Philippe Verhaest

Hoopvol. Moedig. Vechtlust. Het zijn drie woorden die het leven van Ignace Crombé momenteel perfect beschrijven. Net voor Nieuwjaar kreeg hij te horen dat hij aan een agressieve pancreaskanker met uitzaaiingen leed en nog amper zes maanden te leven had. Een half jaar na die zware diagnose heeft de man twaalf chemokuren achter de rug en wordt de tumor als stabiel omschreven. “Al blijft het verdict keihard”, zegt hij. “Ik ben ongeneeslijk ziek. Maar ik ga door. Voor mezelf en mijn familie.”

Na een moedige strijd is Ignace Crombé op dinsdag 9 augustus overleden. De ‘missmaker’ werd 65. Hij wordt op zaterdag 20 augustus om 11 uur begraven in Deerlijk.

Met een stralende blos op de wangen en een brede glimlach op de snoet zwaait Ignace Crombé op een zonovergoten zomerdag de voordeur van zijn knusse woning in Deerlijk voor ons open. Niets doet vermoeden dat de creatieve duizendpoot en voormalige Missmaker al een half jaar keihard vecht tegen pancreaskanker.

“En toch is het zo”, zegt hij, terwijl we ons op zijn terras nestelen. “Maandag 27 december kreeg ik de diagnose te horen. Ik kan je verzekeren: dan weet je even niet meer waar je het hebt. Vier jaar geleden heb ik al prostaatkanker overwonnen, nu sta ik voor een veel grotere uitdaging.”

Hoe gaat het nu met je?

“Ondanks de omstandigheden mag ik niet klagen. De kanker heeft mijn hele leven van de ene dag op de andere op zijn kop gezet. En de behandeling bepaalt je agenda. Ik ben ook fel vermagerd: van 116 naar 95 kilo. Maar ik ben vooral dankbaar voor elke nieuwe dag die ik nog mag meemaken, want eind vorig jaar kreeg ik te horen dat ik nog zes maanden te leven had en zo snel mogelijk naar de notaris moest om alles te regelen. Die zes maanden zijn ondertussen om, maar ik ben hier nog altijd. En als het van mij afhangt, nog zo lang mogelijk.”

Hoe kwam je te weten dat je pancreaskanker hebt?

“Begin december vorig jaar kreeg ik hevige pijn aan mijn middenrif. Elke keer ik ging slapen, was die amper te harden. Ik stond tot dertig keer per nacht op. Ik ben geen dokteurloper, maar uiteindelijk klopte ik bij het AZ Groeninge in Kortrijk aan voor een scan. Ik zie de arts nog het kantoor binnenstappen om mij en mijn vriendin Nathalie het nieuws te brengen. Alexander Vanden Bulcke heet de man, trouwens. Een topper in zijn vak en een schitterend mens. Hij was het die ook Arno heeft behandeld. Dokter Vanden Bulcke is uitgegroeid tot een van de belangrijkste mensen in mijn leven. Ik mag hem op elk uur van de dag bellen. Hij vecht met me mee, net als de rest van zijn team in Kortrijk.”

“Ik overweeg om mijn uitvaart volledig zelf te regelen. Als organisator wil ik dat alles perfect is. Beschouw het als mijn laatste event”

Was je meteen klaar om de strijd aan te gaan?

“Eigenlijk wel. Ik heb snel de klik gemaakt. Sinds die 27ste december is pancreaskanker een deel van mijn bestaan. Ik heb ondertussen twee reeksen van zes chemokuren achter de rug. Na de eerste reeks was de tumor wat gekrompen, deze week kreeg ik het goeie nieuws dat de situatie stabiel is gebleven. Niet gegroeid, niet gekrompen. Nu heb ik tot 26 juli een rustperiode voorgeschreven gekregen, zodat mijn lichaam wat op adem kan komen. Daarna start een nieuwe behandeling.”

Waren dit de zes lastigste maanden van je leven?

“Makkelijk waren ze zeker niet, maar ik heb in mijn leven al voor veel hete vuren gestaan. Toen de roddelpers het jaren geleden op me gemunt had, ben ik door een diep dal gegaan. Nu weet ik waarvoor ik het doe: om hier nog even te kunnen blijven. Met elke chemokuur pijnig ik mijn lijf. Maar als dat me weer wat mooie dagen oplevert met de mensen die ik graag zie, dan doe ik dat.”

© Christophe De Muynck

Is het ook mentaal moeilijk?

“Ik heb het hele verhaal erg snel een plaats kunnen geven. Weet je, ik heb het soms lastiger om te zien dat Nathalie verdriet heeft door die kanker. We zijn anderhalf jaar samen en genoten volop van het leven. Dat proberen we nog altijd zoveel mogelijk te doen. Ik kan gelukkig ook rekenen op veel mensen die me steunen. Met mijn broer Pascal, die in Destelbergen woont, spreek ik elke vrijdag af. En mijn twee zussen Chantal en Véronique hoor ik erg regelmatig. Ze wonen iets verder van mij, in Jodoigne en Tienen, maar leven erg mee.”

Is je familie je dierbaarder geworden sinds je ziek bent geworden?

“Die is me altijd al erg dierbaar geweest. Maar het klopt wel: familie is alles. Ik heb ook een pak goeie vrienden die ik diep in mijn hart draag. En op mijn buren kan ik ook altijd rekenen. Weten dat je goed omringd bent, is veel waard.”

Wat sleurt je door de mindere dagen?

(wijst naar een kast in de woonkamer) “Die kaartjes daar. Ik ontving al heel wat wenskaarten met mooie woorden om me een hart onder de riem te steken. Daar even in grasduinen, kan wonderen doen. Of dit hier. (toont een WhatsAppje die hij net ontvangen had) Goeie vrienden vroegen me hoe het met me gaat en welk nieuws de dokter voor me had. Zulke dingen doen écht deugd. Ik ben ook genomineerd voor Deerlijkse Deureduwer: een prijs voor iemand met doorzettingsvermogen en die nooit bij de pakken blijft zitten. Op zondag 10 juli weet ik of ik die zal winnen, maar de nominatie op zich is al een hele eer.”

“Het misswereldje volg ik niet meer. Vraag me de naam van de nieuwe Miss België niet…”

Is je kijk op het leven veranderd?

“Misschien wel een beetje. Ik heb de voorbije maanden fel leren relativeren. We winden ons collectief te veel op in pietluttigheden. We wensen elkaar met Nieuwjaar een goeie gezondheid. Wel, daar staat of valt zo goed als alles mee. De basis om gelukkig te zijn en de essentie van het leven. Ik ben al mijn hele leven gek op mijn werk, dat heb ik nu wat moeten afbouwen. Kindershows en presentaties doe ik niet meer, net als events organiseren. Boekingen van artiesten verzorg ik wel nog. Met spijt in het hart, maar een bewuste keuze. Al wil ik graag nog één keer stevig uitpakken, ten voordele van Kom op tegen Kanker. Een eetfestijn organiseren en de opbrengst integraal wegschenken. Als wederdienst voor de goeie zorgen die ik nu krijg.”

© Christophe De Muynck

Waar geniet je nu van?

“Van de kleine dingen. De bloemen in de tuin die bloeien, een perfect verzorgd gazon… Het ligt hier al jaren gelekt, pas nu heb ik er oog voor. Bij mooi weer zet ik me ‘s ochtends dikwijls eerst een kwartiertje op het terras en kijk ik wat rond. Of op zondag samen met Nathalie en Axelle ontbijten. Onlangs zijn Axelle en ik naar Antwerpen getrokken om er een optreden mee te pikken. We hebben er nadien ook op hotel overnacht. Van zulke zaken geniet ik nu dubbel en dik.”

Hoe gaat je dochtertje met je situatie om?

“Ze beseft heel goed wat er gaande is. Axelle is een erg pientere meid. AZ Groeninge had ons een soort rugzakje bezorgd waarmee we het nieuws op kindermaat konden overbrengen. Er zijn natuurlijk tranen gevloeid, zowel bij haar als bij mij. Het verhaal speelt in haar hoofdje, maar ik ben supertrots op haar. Als ik op een mindere dag al om 18 uur in bed moet kruipen, zeg ik Axelle dat ze nog tot 21 uur mag opblijven. Dan zet ze haar wekker en stipt om 21 uur komt ze me nog goeienacht wensen. Ze heeft ook erg veel aan Camille, de dochter van Nathalie. Chapeau hoe zij dit een plek in haar leven heeft gegeven.”

Wie is Ignace Crombé?

Ignace Crombé (65) is opgegroeid in Lauwe en woonde jarenlang in Bissegem. Sinds twaalf jaar is Deerlijk zijn thuis. Hij is de partner van Nathalie Vanderhaegen (39) en papa van Axelle (10) en Stéphanie (30) en pluspapa van Camille (9). Beroepshalve is hij zaakvoerder van het eventbureau Animô. In 1991 hield hij Miss Belgian Beauty boven de doopvont. In 2009 organiseerde hij de missverkiezing voor de laatste keer.

In zijn vrije tijd gaat Ignace graag tafelen, supportert hij voor KV Kortrijk, houdt hij van theater en musicals en spendeert hij vooral veel tijd met zijn dochter Axelle en vriendin Nathalie.

Lukt het om de zorg voor Axelle met de behandeling te combineren?

“Daar doe ik mijn uiterste best voor. Ik wil niet dat zij onder mijn situatie lijdt. Axelle volgt elke week drie uur zwemles, drie uur karate en één uur dictie. Dat moet ze kunnen blijven doen, zonder fout. Als ik haar tijdens mijn week co-ouderschap zelf niet kan brengen, kan ik rekenen op Nathalie, vrienden en mijn buren. En elk weekend zoek ik activiteiten op maat van Axelle. Samen dingen doen en beleven, die herinneringen kan niemand haar afnemen.”

Je hele huis en tuin hangt vol met foto’s van Axelle. Jullie zijn duidelijk twee handen op één buik.

(knikt) “We zijn zéér close. Ik zou voor Axelle door het vuur gaan. Net als voor Nathalie.”

© Christophe De Muynck

Vormen zij de hoofdreden waarom je blijft vechten?

“Ja. Voor hen blijf ik gaan. Uiteraard ook voor mezelf, want mijn leven is allesbehalve voltooid. Maar Nathalie en Axelle zijn de belangrijkste personen in mijn leven. Ik wil ook niet dat ze straks, wanneer ik er niet meer ben, voor een berg praktische beslommeringen staan. Zo overweeg ik om mijn eigen uitvaart van a tot z te regelen. Dan ligt alles vast en hoeven ze geen moeilijke beslissingen meer te nemen. Als organisator pur sang wil ik ook dat alles tot in de puntjes geregeld zal zijn. Beschouw het als mijn laatste event.”

Ben je bang voor de dood?

“Neen. Totaal niet. Ik heb daar zelfs nog nooit echt bij stilgestaan. Ik heb geaccepteerd dat mijn tijd hier op aarde stilaan opgebruikt is. Ik hoop gewoon dat ik niet moet afzien, dat ik geen pijn moet lijden. Rustig afscheid kunnen nemen van de mensen waar ik van hou en alle praktische zaken achter de rug hebben. Ik wil niemand belasten.”

“De toekomst van Axelle is het allerbelangrijkste in mijn leven. Ze is mijn diamant. Die moet gekoesterd worden.”

Wat met Axelle als je er niet meer bent?

(zwijgt even) “Dat houdt me wél bezig. Je zei het al zelf, we zijn twee handen op één buik. Ik weet dat ze haar papa verschrikkelijk zal missen, maar tegelijk heb ik er alle vertrouwen in dat ze goed opgevangen zal worden. Naast Nathalie en haar mama Trisha zullen ook Axelles meter Nicole Vandenhaesevelde en peter Pascal Crombé, net als een pak andere mensen, voor haar klaar staan. De toekomst van Axelle is het allerbelangrijkste in mijn leven. Ze is mijn diamant. Die moet gekoesterd worden.”

Je vierde in november vorig jaar je 65ste verjaardag. Eigenlijk zou je in de fleur van je leven moeten zitten. Hoe kijk je naar de toekomst?

“Ik ben vorig jaar officieel met pensioen gegaan en was klaar voor mijn nieuwe leven. De kaarten liggen nu helemaal anders. Ik hoop nog een deeltje van mijn bucket list af te werken. Nog vaak lekker uit eten gaan, bijvoorbeeld. Begin juli trekken Nathalie en ik drie dagen naar Honfleur in Frankrijk en begin mei hebben we samen een weekendje in Parijs doorgebracht. We genieten zoveel mogelijk. Deze zomer gaan we ook naar Bohan sur Semois, diep in de Ardennen. Daar woonden Nathalies grootouders en ze zou dolgraag nog eens hun huisje en de plekken die haar jeugd kleurden, terugzien. Dan doen we dat.”

Plannen genoeg.

“Axelle zou ook doodgraag nog eens met mij naar Disneyland Parijs gaan. Dat zal er sowieso van komen, alleen moet ik nog eens bekijken hoe ik het vele stappen in het pretpark zal aanpakken. In november vorig jaar ben ik trouwens met Axelle een weekje op vakantie geweest in Egypte. Net voor ik ziek werd. Het was perfect. Alsof het zo moest zijn, achteraf bekeken…”

Veel mensen linken je nog altijd aan Miss Belgian Beauty en het misswereldje. Volg je dat nog?

“Totaal niet. Dat is een volledig afgesloten hoofdstuk, zelfs. Ik heb pas drie dagen ná de Miss België-verkiezing ontdekt dat het kroontje was doorgegeven. En vraag me al zeker niet naar de naam van de nieuwe Miss België.”

© Christophe De Muynck

Miss Belgian Beauty en andere verkiezingen waren mateloos populair. Nu ligt er amper nog een kat wakker van. Kan je dat verklaren?

“Miss België en Miss Belgian Beauty hielden elkaar scherp. We waren regelrechte concurrenten. Ik kwam ook elk jaar met iets nieuw op de proppen. De kustshows met de kandidates: door mij bedacht. De wildcard: stelde ik als eerste voor. Meter en peters: ook mijn idee. Ik wist hoe ik de verkiezing in de markt moest zetten. Maar het concept is ook wat op, denk ik. Toen een event of discotheek onze nieuwe Miss wilden boeken, moesten ze daar flink wat geld voor op tafel leggen. Dat was nog een attractie. Nu worden alle kandidates per bus aan de deur afgeleverd.”

Kijk eens achterom. Waar ben je het meest trots op?

“Toch wel op Miss Belgian Beauty. Dat was een fenomeen. De eerste verkiezingsshow hield ik in de Cortina in Wevelgem, het jaar nadien stonden de kandidates al op het podium van het Casino in Knokke. Dat was van eerste klasse meteen naar de Champions League, hé. Ik heb ook een pak carrières van winnaressen kunnen helpen lanceren. Onze allereerste Miss was Rani De Coninck. Later volgden nog namen als Els Tibau, Zsofi Horvath en Cynthia Reekmans. Die doen bij veel mensen nog steeds een belletje rinkelen.”

“Op privévlak is Axelle mijn grootste trots. Ik mag me nog zó slecht voelen, Axelle zorgt voor licht.”

Heb je ergens spijt van?

“Neen. Ik zou krak hetzelfde parcours afleggen. Ik ben een geboren organisator. Op mijn negende bokste ik al een wielerwedstrijd in Oostduinkerke in elkaar. Ik heb veel mooie dingen mogen doen. Mógen, niet moeten. Ik vond het altijd een eer als ik een bedrijfsfeest in goeie banen mocht leiden, of een (kinder)show aan elkaar kon praten. Mensen zeiden me vaak proficiat, het was formidabel. Dan antwoordde ik dat ik dankbaar was dat ik de kans had gekregen om het goed te doen.”

Hoe hoop je later herinnerd te worden?

“Op professioneel vlak: als een sterke organisator. De beste van het land. Voor Miss Belgian Beauty: als de man die achttien missen heeft voortgebracht en hen tot zelfzekere vrouwen liet uitgroeien. Bij vrienden, familie en kennissen: als een soms harde, maar oprecht lieve man. Recht voor de raap, het hart op de tong, zonder masker en altijd het beste willen voor anderen. En voor Axelle: als een superdaddy.”

Wat mogen we nog wensen?

“Dat ik hier nog lang mag zitten. En me goed voelen. Het verdict is bekend, ik hoop het zo lang mogelijk uit te stellen. Ik wil de tijd die me nog rest, zo goed mogelijk invullen, met de mensen die ik het liefste zie dicht bij me.”

We hopen het van harte voor je. Bedankt voor dit gesprek.

© Christophe De Muynck