Het gaat hard voor Supra Bazar: “Onze grootste sterkte is al 60 jaar onze lokale verankering”

Bavo Vanhalst (rechts) runt Supra Bazar samen met zijn broer Lowie die er COO is. © JC
Vincent Vanhoorne

Een winkel van Supra Bazar herbergt niet alleen 450.000 artikelen, het is vooral een plek waar mensen graag naartoe moeten komen: klanten én medewerkers. CEO Bavo Vanhalst hecht dan ook veel belang aan een goede service en een gezinsvriendelijk personeelsbeleid.

Supra Bazar werd 60 jaar geleden opgericht en ontpopte zich tot een grote retailspeler waar je alles vindt in het segment van de non-food. Er zijn vestigingen in Gullegem, Harelbeke, Hulste, Tielt en Lievegem. Recent nam de familie Vanhalst Dream Baby over van de Colruytgroep, goed voor 27 winkels in ons land. Het familiebedrijf is ook eigenaar van twee babywinkels met de naam Kabine. Bavo Vanhalst leidt Supra Bazar samen met zijn broer Lowie die COO is.

Is ondernemen jou met de paplepel meegegeven?

“Volmondig: ja. Letterlijk elke vakantiejob en elke weekendjob heb ik hier gedaan, ook omdat ik dat zelf wilde. Ook mijn studies stonden in functie van wat ik hier wou gaan doen. Ik heb er wel voor gekozen om mijn eerste werkervaring in een extern bedrijf op te doen.”

“Er zit ondernemerschap in élke job”

Welke zijn de elementen voor het succes van Supra Bazar?

“Onze grootste sterkte is al 60 jaar onze lokale verankering. Wij zijn in die tijd één geworden met de streek waar onze winkels zich bevinden. Daarnaast is er ons hele brede aanbod. We spreken graag over the circle of life: van babyartikelen over schoolgerei tot je eerste meubels… Je kan je hele leven bij Supra Bazar terecht.”

Blijft het concept van één grote winkel waar je alles vindt na 60 jaar nog overeind?

“Absoluut. Nog meer dan vroeger ligt een belangrijke focus op de aankoop. Ik ga mee naar het gros van de buitenlandse beurzen. We onderhouden goede relaties met onze leveranciers. Je moet de juiste merken hebben. Samen met hen kunnen we alle trends goed opvolgen. We mogen zeggen dat we na 60 jaar de markt goed kennen.”

Brengt het feit dat jullie een familiebedrijf zijn specifieke uitdagingen met zich mee?

“We zijn opgegroeid in een goed nest. Onze ouders draaien al langer dan 30 jaar mee in het bedrijf, daar zit dus heel veel kennis. Ik denk dat dat wel een pluspunt is. We proberen alle grote beslissingen steeds met vier te overleggen. We noemen dat onze familieraad. Als we eens een discussie hebben, is dat vaak eerder elkaars klankbord zijn. Het is eigen aan een familiebedrijf dat je veel minder focust op de boekhoudkundige prestaties van één boekjaar, maar dat je horizon veel verder ligt.”

Ondernemen anno 2024 is uiteraard helemaal anders dan 60 jaar geleden. Zijn er zaken die toch nog hetzelfde zijn gebleven?

“We zijn vanaf de eerste generatie al redelijk snel geëvolueerd naar een hele grote personeelsgroep. Er werken veel mensen in onze winkels, maar dat is een bewuste keuze. Onze klant moet altijd en op elk moment kunnen bediend worden. Aan elke afdeling moet telkens minstens één iemand beschikbaar zijn, ook al brengt dat grote personeelskosten met zich mee. Mijn grootvader zei altijd: er moeten voldoende kassa’s open zijn. Op het moment dat een klant té lang moet staan wachten, zit het niet goed.”

Hoe probeer je een modern hr-beleid te voeren?

“Van bij de start van de derde generatie hebben we sterk gewerkt aan ons personeelsbeleid. Onze winkels zijn ook in het weekend open, dus dat geeft een bepaalde belasting aan onze medewerkers. Vier jaar terug hebben we bewust de keuze gemaakt om onze uurroosters aan te passen. In plaats van een op de vijf zondagen, zijn ze nu een op de twee zondagen thuis. Dat heeft een extra druk gezet op onze personeelskosten, want we willen de klanten dezelfde service blijven bieden, maar het is wel een hele grote stap vooruit voor het gezinsleven van onze medewerkers. Voor het weekend zetten we nu meer in op jobstudenten.”

Contacten met andere ondernemers vind je heel belangrijk. Wat haal je daaruit?

“In dialoog gaan met andere ondernemers is zoals een managementboek lezen: je kunt er alleen maar mee bijleren. Ik ga met veel interesse in gesprek met zowel ervaren ondernemers als jonge start-ups. Met collega’s en concurrenten spreken, is heel verrijkend.”

Hoe gaan jullie om met de stijgende concurrentie van grote onlinespelers?

“Ik ben ervan overtuigd dat de combinatie van een fysieke winkel met een goede webshop de perfecte synergie is. We zetten ook sterk in op sociale media, onder meer door in te spelen op themadagen zoals – ik verzin het niet – de Wereld Kaasfonduedag, waar wij als verkoper van zo’n toestellen acties rond opzetten.”

Je staat als ondernemer ook af en toe voor de klas. Wat wil je de leerlingen bijbrengen?

“Ik probeer hen duidelijk te maken dat je moet durven ondernemen. En dat is niet noodzakelijk zelfstandig worden en een ondernemersnummer aanvragen. Er zit ondernemerschap in élke job. Als je als medewerker voor jezelf jouw job met een bepaalde sérieux invult, kan je veel sneller groeien. Dat geldt ook voor een groepswerk bij studenten. Als iedereen zijn taak ondernemend aanpakt, zal het veel gemakkelijker gaan.”

Bedrijvig West-Vlaanderen

Dit interview verschijnt in het magazine Bedrijvig West-Vlaanderen, gratis bij De Krant van West-Vlaanderen van vrijdag 10 mei 2024.

Lees meer over: