Het familiaal DNA van onze West-Vlaamse economie: “Familiebedrijven denken op lange termijn”

© nd3000 Getty Images
Roel Jacobus
Roel Jacobus journalist/muzikant

Familiebedrijven zijn in de West-Vlaamse economie alomtegenwoordig, van eenmanszaken tot internationaal vertakte ondernemingen en alles daar tussenin. “Families denken op de lange termijn om aan de volgende generatie een gezonde onderneming door te geven. Daarom is het dikwijls boeiend om er te werken”, zegt adviseur familiebedrijven Tine Degryse van Voka West-Vlaanderen.

 

Tine Degryse: “Je hebt ze in alle maten en gewichten, in alle sectoren en in allerlei vormen. Je hebt bedrijven waar de familieleden meewerken maar ook waar ze aandeelhouder zijn en alle gradaties daartussen. Het is dan ook zeer moeilijk om er een exacte definitie op te plakken.”

Wat maakt familiebedrijven bijzonder?

“We horen dikwijls dat het boeiend is om voor een familiebedrijf te werken. Doorheen alle geledingen voel je het familiale DNA, er zijn korte beslissingslijnen en er is geen zware hiërarchische structuur. Bovendien kijken families naar het beschermen van hun activiteit voor de lange termijn. Ze willen aan de volgende generatie een gezond bedrijf kunnen doorgeven en voor alle betrokkenen langdurig waarde creëren. Dat is een verschil met niet-familiebedrijven waar vaak de nadruk ligt op het realiseren van aandeelhouderswaarde op korte termijn.”

“Wij zien dagelijks bedrijven die al aan de vierde, vijfde, zesde generatie toe zijn”

Klopt vandaag nog het gezegde dat de eerste generatie het bedrijf opbouwt, de tweede generatie het uitbouwt en de derde het afbouwt?

“Er zijn heel veel voorbeelden waarin dat niet het geval is. Wij zien dagelijks bedrijven die al aan de vierde, vijfde, zesde generatie toe zijn en waar afbouwen zeker niet aan de orde is. Het gebeurt soms wel dat de situatie complexer wordt naarmate er nieuwe generaties komen en het bedrijf groeit. Het bedrijf moet dan professionaliseren en zich door niet-familieleden laten omringen. Het is een natuurlijke evolutie dat de familie groter wordt en dan kan niet iedereen nog in het bedrijf aan de slag. Het is ook voor niemand goed om kinderen met andere interesses of competenties te dwingen om in het bedrijf te stappen.”

Hoe wordt de overdracht het best aangepakt?

“Je begint er maar beter tijdig aan, dat is een proces van jaren. Een belangrijk instrument is het familiecharter. Dat is een document waarin je alle neuzen in dezelfde richting zet voor een gemeenschappelijke langetermijnvisie. Het bevat ook een organigram over wie welke rol opneemt en wie welke beslissingen mag nemen, praktische afspraken over de verloning, vakantiedagen, enzovoort. Tijdens dit proces wordt ook duidelijk hoe de aandelen verdeeld worden, wie er eventueel onder welke voorwaarden uitstapt en hoe er met de niet-werkende aandeelhouders gecommuniceerd wordt. Een familiecharter maak je onder de noemer beter voorkomen dan genezen. Toch heeft nog slechts een kleine minderheid van de familiebedrijven een charter. Daarom zetten wij daar vanuit Voka West-Vlaanderen met verschillende trajecten hard op in.”

Hoe kunnen familiebedrijven tot grote ondernemingen doorgroeien?

“Zelfs een aantal grote ondernemingen hebben familiale wortels. Bijvoorbeeld Agristo, Vyncke of Ardo zijn mooie West-Vlaamse spelers waarvan de familie op de gepaste momenten de organisatie heeft geprofessionaliseerd. Ook in het kmo-landschap timmeren veel familiebedrijven volop aan hun groeiverhaal, bijvoorbeeld Supra Bazar, Bariseau Mottrie en Libeert Chocolade.”

Bedrijvig West-Vlaanderen

Dit interview verschijnt in het magazine Bedrijvig West-Vlaanderen, gratis bij De Krant van West-Vlaanderen van vrijdag 10 mei 2024.