Johan Koekelbergh, nochtans een kok van opleiding, realiseerde dankzij ‘Brugsch Handelsblad’ zijn grote droom: voetbalverslaggever worden en binnen- en buitenlandse uitwedstrijden bijwonen van zijn geliefde Club Brugge. Zelfs de voornamen van zijn twee zonen verwijzen naar bekende voetballers…
Op 23 juni 1906 lag het allereerste nummer van het Brugsch Handelsblad in de krantenwinkels. 115 jaar later blikken we uitgebreid terug op dit heuglijk feit. We doen dat door een reeks oud-medewerkers van ons regionaal weekblad te portretteren.
“Wist je dat ik een koksdiploma heb en stage deed in restaurant Criterium van Liévin Monballieu, de vroegere kok van de Rode Duivels?”, vraagt Johan Koekelbergh (69) ons. Na zijn humaniora bij de Frères behaalde hij een A2-diploma aan de Oostendse hotelschool en werkte hij zes jaar als kok in een woonzorgcentrum in de Koningin der Badsteden.
‘Correcteur’
“Ik zag een levenslange carrière in de horeca echt niet zitten. Gelukkig had ik een gave
“Enkele maanden later vernam ik van redactiesecretaris Pierre Van Vlaenderen dat Brugsch Handelsblad op zoek was naar een extra correcteur : iemand die alle artikels én advertenties wou nalezen op schrijf- en taalfouten. En toen ik de kans kreeg om Julien Van Volcem, die onder de schuilnaam Veritas artikels schreef, te vergezellen op de vele uitwedstrijden, zei ik geen ‘neen’. Hij maakte het matchverslag, ik mocht de voetballers onmiddellijk na de match interviewen in de kleedkamers. Nadien bouwde ik mijn job als correcteur af om mij voltijds toe te leggen op de voetbalverslaggeving. En toen Roularta Brugsch Handelsblad in 1989 overnam en De Krant van West-Vlaanderen zich ontwikkelde, werd ik verantwoordelijk voor de sportkrant.”
“De finale van de Europabeker in 1978 in Wembley blijft hét hoogtepunt in mijn carrière als sportjournalist. 25.000
“Toen had de journalistiek veel meer charme dan nu. Als je een voetballer wou interviewen, belde je hem op. Onder meer Georges Leekens, Fons Bastijns en René Vandereycken nodigden mij bij hen thuis uit voor de koffie, hun vrouwen zorgden voor een stukje taart. Je kon op je gemak een halve dag besteden aan zo’n interview. Nu moet alles o zo vlug gaan, eindredacties zijn kwaad als de concurrentie vijf minuten voor jou een primeur over een voetbaltransfer heeft en jij die niet als eerste op het web kon zetten.”
Bier in ijsemmer
“Ik herinner mij dat ik mee mocht naar Boekarest, waar Club een oefentornooi speelde. Het was er heet, tijdens de zomer. Er moest een wedstrijd gespeeld worden bij 40
“Herinner je je nog de zwarte novembermaand van Clubtrainer Georges Leekens eind de jaren 80? Toen vloog Blauw-Zwart uit de nationale én de Europese beker. Met erg veel moeite, dankzij een doelpunt van Frank Farina, won Club van promovendus Racing Mechelen. Ik schreef: Bijna aan de schandpaal . Georges Leekens, nochtans een goede vriend, weigerde wekenlang met mij te praten. Tijdens het derbydebat met enkele spelers in een Knoks restaurant, werd ik ziek. Ik had een pintje te veel gedronken. Georges liet een foto van een kotsende Koekie nemen en hing die in een kader aan de muur van zijn trainerskabinet op. Toen hij bij Club vertrok, gaf hij mij die foto cadeau. Sindsdien zijn we weer goede vrienden…”
Moeskroen
In 1999 trok Johan Koekelbergh een streep onder zijn carrière bij De Krant van West-Vlaanderen . “Voormalig burgemeester Michel Van Maele, de voorzitter van Blauw-Zwart, wou mij bij Club inlijven, maar twee bestuursleden verzetten zich verrassend tegen mijn komst. Hugo Broos, die trainer was bij Excelsior Moeskroen, adviseerde mij om te praten met Jean-Pierre De Tremmerie, de voorzitter van die Henegouwse ploeg en burgemeester. Ik was er vier seizoenen Nederlandstalige persverantwoordelijke.”
Daarna was Johan Koekelbergh freelancevoetbalverslaggever voor Het Laatste Nieuws , sinds 2013 is hij assistent-persverantwoordelijke bij zijn geliefde Club. “Het dagelijkse contact met de spelers houdt mij jong. Ik ben nu de ancien in een onderneming met honderd personeelsleden. Vincent Mannaert en Bart Verhaeghe willen mij niet weg, ik ben de enige die nog al die oud-spelers kent.”
“Het familiegevoel en de vriendschap leven bij Club ook heel sterk. Toen mijn mama Agnes Vandooren enkele weken geleden op bijna 102-jarige leeftijd overleed, heb ik van alle spelers een troostend sms’je gekregen. Kapitein Ruud Vormer belde mij zelfs op, dat deed deugd”, besluit Johan Koekelbergh, die zijn twee zonen de voornamen van bekende voetballers gaf: Birger zag het levenslicht toen Club de Deense doelman Birger Jensen kocht, Kevin verwijst naar spits Kevin Keegan van FC Liverpool…
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier