Jan Fieuw onthult kunstwerk Both Faces: “Ooit oog in oog in de oorlog, nu zij aan zij verenigd in vrede”

Schepen Laurent Hoornaert, Jan Fieuw en Eline Adam van Westtoer onthullen het kunstwerk Both Faces. (Foto TOGH) © TOM GHEERAERT
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Op de site van de oude vlasfabriek langs de Brugseweg onthulde Jan Fieuw vrijdag zijn kunstwerk Both Faces. Meteen was het ook het startschot van ‘100 jaar Le Capitaine en The Soldier’, het programma rond de honderdste verjaardag van het Canadees monument The Brooding Soldier en het Guynemermonument.

Op 8 juli 2023 is het precies 100 jaar geleden dat zowel het Canadees monument The Brooding Soldier in Sint-Juliaan als het Guynemermonument ingehuldigd werden. Aan die eeuwviering wordt een herdenkingsweekend gekoppeld op 8 en 9 juli met onder meer een vertelconcert met Wannes Cappelle, Lady Linn, Jo Lemaire en Wim Willaert en tankritjes tussen de twee monumenten.

Le Capitaine en The Soldier

De onthulling van het kunstwerk Both Faces van Jan Fieuw op vrijdag 12 mei betekende de aftrap van het voorprogramma van ‘100 jaar Le Capitaine en The Soldier’. Op de site van de oude vlasfabriek van Olivier Petillion en Lieza Storme (Brugseweg 80) mocht ‘artist in residence’ Jan Fieuw zijn impressie geven op de twee monumenten.

“We zijn bijzonder trots dat ons ambitieus programma dat meer dan een jaar geleden werd uitgedacht en ineengestoken, werd goedgekeurd door Westtoer en Toerisme Vlaanderen en zo de nodige steun kreeg binnen het themajaar ‘LANDSCAPES | Feel Flanders Fields’”, zegt schepen van Toerisme Laurent Hoornaert. “Jan Fieuw woonde jarenlang onder de vleugels van de ooievaar op het Guynemermonument en woont nu sinds kort in de schaduw van ‘The Brooding Soldier. Met projecten als ‘Faces of War’ en ‘A message in a poppy’ is Jan Fieuw die kunst maakt met gevonden artefacten uit de Eerste Wereldoorlog, niet aan zijn proefstuk toe. Hij is de man die in de herinneringskunst een blijvende passie heeft gevonden, of misschien zelfs z’n levenswerk.”

Treinbielzen

Het kunstwerk is gemaakt van treinbielzen die deel uitmaakten van een transport- en bevoorradingslijn uit de Eerste Wereldoorlog. “De sporen dienden als aanvoer, aflossing van de troepen, om tonnen munitie en materiaal naar het front te brengen en briefverkeer naar huis en terug te sturen”, vertelt Jan Fieuw. “Deze twee balken staan symbool voor de beide partijen die tegenover elkaar stonden. Ooit oog in oog in de oorlog, nu zij aan zij verenigd in vrede.”

Derde leven

Na de oorlog werden de treinbielzen gebruikt door de bevolking, ook door landbouwers die er hun velden mee afbakenden. “Nu krijgen deze balken een derde leven. Deze grotere treinbielzen zijn in Boezinge uit de grond gekomen van Spoor 63 die vanuit Torhout onze richting opkwam. In Boezinge was er een wisselspoor. Ik heb ze opgekuist, zo natuurlijk en zo simpel mogelijk gehouden. Het is niet de bedoeling om daar een haarscherp gezicht in te kappen. Het belangrijkste zijn de sporen van vroeger die ik erop liet zitten. Beide gezichten kijken in de richting van de monumenten.”

Levenswerk

Met zijn kunstwerk wil Jan Fieuw vooral de herinnering levend houden. “De herinnering aan de gruwel van de oorlog, die nu opnieuw woedt in bepaalde delen van de wereld, zelfs opnieuw in Europa. Voor mij is het een levenswerk. Van toen ik ging wandelen met mijn vader door de velden en kogeltjes en loodjes van de oorlog te vinden, tot ik vele jaren later iets met mijn handen wilde doen.”

Steenakkermolen

“Dat mijn werk deel mag uitmaken van het programma rond ‘100 jaar Le Capitaine en The Soldier’, doet mij veel plezier, en dat in mijn eigen gemeente. Ik woonde jarenlang onder de vleugels van de ooievaar op het Guynemermonument en recent verhuisde ik naar mijn nieuwe woning op een boogscheut van de Canadien, vlakbij de Steenakkermolen. Dat is een heel goeie locatie voor mij. Eigenlijk is het een oorlogssite zoals je Hill 60 en Hill 62. Ze stond bekend als de Totenmolen tijdens de oorlog, maar werd niet genoeg opgewaardeerd de afgelopen jaren. Daar wil ik nu werk van maken.” (TOGH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier