Aantal logies in Gistel zit aardig in de lift: “Een rustige, groene uitvalsbasis voor de regio”

In enkele jaren tijd is het aantal verblijfsadresjes in Gistel toegenomen. Een blik op de vernieuwde toeristische brochure leert dat het aantal logies met meer dan de helft is gestegen. Steeds vaker lijken toeristen ook buitenlanders voor Gistel te kiezen als uitvalsbasis voor een trip naar de kust of Brugge.

Vlak voor de start van het zomerseizoen presenteerde Stad Gistel het gloednieuwe toeristische infokantoor in vrijetijdscentrum Zomerloos voor een relatief kleine stad toch een knap en modern uithangbord. Gelinkt aan het kantoor is ook een vernieuwde meertalige brochure uitgebracht. Wat blijkt: in vergelijking met het boekje van 2020 steeg het aantal uitgebate logies van elf naar zeventien. Zo kregen B&B’s Ter Wilgen, Ma Campagne, Waeterhoeve, Spoor 62, Nieuwhof, Sevencoote, hoevehotel Ter Haeghe, vakantiewoningen Amico en Typis, hotel Ten Putte, en Moere Stars het gezelschap van familiewoning Keysersnest, B&B Dorphuis Snaaskerke, vakantieappartement Marie O, Studio 107, Tree House, vakantiewoning Thibault1 en meest recent nog glamping Utopia. Via Airbnb kan je kiezen uit 27 adresjes – een minderheid van eerder genoemde logies is ook op dit bekende portaal actief. Als we gemakshalve vergelijken met Oudenburg, zien we dat er bij de buren minder dan tien Airbnb’s actief zijn. Ook het aantal logies is er lager met één hotel, één vakantieboerderij, vier B&B’s en zes vakantiewoningen.

Ideale uitvalsbasis

Fabienne Staelens (44) baat Studio 107 uit in de Koolaerdstraat 107. “Ik heb er een gezondheidspraktijk waar ik complementaire behandelingen aanbied rond bijvoorbeeld pijnverlichting, stress en burn-out. Verschillende cliënten merkten op dat het een ideale locatie zou zijn om te verblijven. Daarom startte ik zowat een jaar geleden met een bed & breakfast. Twee volwassenen kunnen er genieten van een relaxerende omgeving. Ik bied ook wellnesspakketten met jacuzzi, zwemvijver, sauna en massages aan. Gasten merken op dat Gistel een ideale uitvalsbasis is om naar de verschillende uithoeken te fietsen: Nieuwpoort, Diksmuide, Oostende en Brugge, om maar enkele te noemen. De stad heeft een pak troeven: op een minuutje van de E40 en – in het geval van Studio 107 – op een paar honderd meter van het centrum, maar toch in het rustige groen. Zoiets vind je niet makkelijk. Ik merk dat we sneller volgeboekt zijn als er evenementen zijn in Oostende of Brugge. Daar zitten de logies vaak vol.”

“Dankzij de elektrische fiets zijn de kust en Brugge heel dichtbij”

André Cockx (62) en z’n vrouw vormden enkele jaren geleden een mancave om naar vakantiehuisje Thibault1, een verwijzing naar hun zoon. “Onze troef is het zwembad. We liggen in de Acacialaan en da’s vlakbij het centrum”, klinkt het. “We merken op dat Middelkerke nu de place to be aan het worden is. Mensen willen ook vaak naar Oostende en Brugge. Zo’n 80 procent van onze gasten komt uit het buitenland en wil vooral naar Brugge en Gent. Belgen, Nederlanders en Duitsers komen hier vooral fietsen. Ze zien Gistel als een ideale locatie.”

Elektrische fietsen

“Een specifieke reden voor de stijging in vakantieadresjes hier zien we niet meteen”, zeggen toerismeschepen Ann Bentein en burgemeester Gauthier Defreyne (beiden Open Vld). “Maar volgens mij verklaart de opkomst van de elektrische fiets veel”, zegt Bentein. “Vanuit Gistel een van de fietsroutes afwerken of naar de kust of Brugge rijden, is op die manier heel makkelijk.” Vorig jaar liet de Vlaamse overheid weten dat 35 procent van de gezinnen met een fiets een elektrisch exemplaar heeft, terwijl dat voor de coronacrisis maar 20 procent was. De schepen en burgemeester verwijzen ook naar het succes van het kampeerterrein in de Vaartstraat, dat zes jaar geleden opende. Vorig jaar waren er 772 overnachtingen. “Voor slechts 14 euro kan je er al overnachten, terwijl prijzen aan de kust rond 35 euro schommelen. Het terrein krijgt goeie recensies en we kleden de site steeds meer aan, bijvoorbeeld met het geboortebos. De goeie naam verspreidt zich.”

Defreyne wijst ook naar de rol van een toerismedeskundige binnen de stad. “Vroeger was er een medewerker die hooguit enkele uren per week rond toerisme werkte. Nu is dat uitgegroeid tot een parttime functie voor het ontwikkelen van bijvoorbeeld fietsroutes en folders. Mensen pikken het goede werk dat op dat vlak wordt geleverd toch duidelijk op.”