Johan Verbeke (65) is al met pensioen, maar hoopt nog enkele jaren de mensen te kunnen verblijden met zijn bloemen. “Wat moet ik anders doen”, lacht hij. Ook zijn vader stond al op de markten en Johan was ook 40 jaar begrafenisondernemer.
Johan Verbeke stamt uit een kroostrijk gezin van acht, met vier dochters en evenveel zonen. Zijn vader Albert deed al de markten met bloemen en ook zijn oudere broers Eddy en Ivan stapten in de voetsporen. “Zelf ben ik eigenlijk bakker van opleiding. Ik heb maar korte tijd die job uitgeoefend, dat nachtleven was niets voor mij. Als marktkramer moeten wij ook vroeg uit de veren, maar dat is toch anders.”
“Gelukkig ben ik net voor corona gestopt als begrafenisondernemer”
Wat later dan zijn broers stapte Johan dus in de zaak en uiteindelijk nam hij die van zijn vader over. “We hebben als broers elkaar geen concurrentie aan gedaan. Mijn broer Eddy had een groothandel waarbij ik aankocht, mijn broer Ivan had ook een winkel in Kuurne. We hadden elk onze markten, maar zelf heb ik altijd in Tielt gestaan. Ik ben gestart in 1981. Nu doe ik nog de markten van Deinze (woensdag), Tielt (donderdag), Ruiselede (vrijdag) en Brugge (zaterdag). Dat is ideaal op mijn leeftijd, ik werk nog met plezier. Maar van zondag tot en met dinsdag heb ik weekend. We knijpen er ook al eens vaker tussenuit, maar laten dat de klanten uiteraard wel weten”, zegt de partner van Greet Vlaemynck.
Zussen als rechterhand
Sinds 24 jaar wonen ze in de Sint-Jansstraat, maar Johan is een echte Aarselenaar. “Ja, dat zit er nog in natuurlijk. Ik heb er ook 20 jaar een bloemenwinkel in de Haantjesstraat gehad, die ik heb overgelaten aan Nathalie die voor mij werkte. En ik was ook begrafenisondernemer in Aarsele. Ik had die zaak ook over genomen van mijn vader. Ik deed enkel begrafenissen van mensen uit Aarsele en omliggende gemeenten. Net voor corona ben ik ermee gestopt. Dat was duidelijk net op tijd, anders was er wat op me af gekomen. Maar ik had er wel een funerarium met drie rouwkamers, maar een aula was er niet. En die moet je nu wel hebben, vroeger was alles in de kerk te doen. Hoe ik dat combineerde? Wel, dankzij mijn zus Krista die me altijd hielp. Zij was verpleegster, maar deed vooral de nachten. En het is ook niet dat ik iedere dag een begrafenis te regelen had, soms was er een week zonder. Maar met wat organisatie lukte dat wel.”
Maar het hoofdberoep van Johan was altijd al zijn bloemenzaak op de markt. En ook daar kon hij een beroep doen op een van zijn zussen als rechterhand. “Greta stond in het onderwijs, maar is altijd bij mij komen helpen. Zij heeft het ook in de vingers om een mooi boeket te maken. Alle bloemen die wij verkopen, we focussen vooral op snijbloemen, zijn erg vers. We verkopen ook wel wat plantjes, maar het zijn de boeketten waarvoor we bekend zijn. En bij mij kan niet zomaar iedereen aan de slag, je moet een boeket kunnen maken. Groenten en fruit wegen, dat kan iedereen, een mooi boeket samenstellen, vergt wat stielkennis.”
En dat is een kunst op zich. “En Johan kan dat erg goed, hij zal het niet over zichzelf zeggen, maar het is zo”, vult echtgenote Greet aan. Iedere morgen zijn Johan en Greta vroeg op post op de markten. “Dan maken we al wat boeketten, die kunnen de mensen dan meenemen. Maar we maken ook op vraag en naar wens van de klanten specifieke boeketten. Het enige wat ik moet weten is welke kleur of bloemen ze er in willen en hoeveel het mag kosten. En dan komen we er wel uit. Ja, ook bij ons zijn de prijzen na corona tot wel 20 procent gestegen. Maar als je waar voor je geld wil, dan ben je het best af op de markt. En dan heb ik het niet alleen over de bloemen, maar over alle verse producten.”
Een prachtstiel
In die ruim vier decennia leerde Johan al duizenden mensen kennen. “De meeste ken je natuurlijk enkel van gezicht, er hoort altijd wel een vriendelijke babbel bij. Maar de mensen vertellen uiteraard maar wat ze zelf kwijt willen. De sfeer aan ons marktkraam is ook altijd uitstekend. De mensen zijn ‘happy’, ze kopen bloemen om weg te geven of om zichzelf te plezieren. Wij hebben een product dat vooral richting het weekend populair is. Dan worden er het meest cadeau gedaan. Op zaterdag staan we in Brugge. Op de Vrijdagmarkt (aan de westkant van ‘t Zand, red.). We staan daar me tien bloemen- en plantenhandelaars samen. Maar de sfeer onder de collega’s is goed, ook op de andere markten overigens. Maar we zijn natuurlijk een beroepsgroep die steeds ouder wordt. Neem eens de gasten er uit die eigenlijk al pensioengerechtigd zijn, je zou er al een pak minder hebben. Maar het blijft een mooie stiel. Je bent buiten en je geniet van veel vrijheid. En die neem ik nu ook steeds meer. We trekken er al graag eens op uit, in januari staan we niet op de markten. In de winter is het ook kalmer. En vorig jaar was er De Warmste Week in Brugge en dat zal dit jaar opnieuw het geval zijn. Dan zijn we in december ook niet naar de markt geweest. Je moet dan elders postvatten en tegen dat de klanten je goed en wel gevonden hebben, ben je al enkele weken verder. Het moet de moeite waard zijn om tot daar te rijden en bovendien kunnen we het al wat kalmer aan doen. Maar een markt die je verplaatst, dat is nooit goed. Zo ben ik uiteindelijk ook in Zomergem gestopt, ze verhuisden ons van hot naar her.”
Touren met de motor
Opvolging zal er niet zijn. Johan, die met Greet een nieuw samengesteld gezin vormt, heeft een dochter die dokter is. “Die zal het niet verder zetten”, knipoogt de minzame man. In zijn vrije tijd gaat hij graag biljarten in De Gouden Pluim in Tielt. En verder tourt hij graag rond met zijn BMW-motor. “We zijn met een groep van zeven mannen die er vaak samen op uit trekken, we waren onder meer al in Portugal en Spanje. En in juni trekken we met zijn drieën door Noorwegen. Dan zal ik ook niet op de markt staan.”
Met Moederdag is een drukke dag op komst. “Dan voorzien we uiteraard meer bloemen. We maken alles naar wens, zo zien we dat bij de jongeren de veldboeketjes goed in de markt liggen. Maar we zijn ook afhankelijk van het weer, daarom blijven we bij vriesweer thuis. De winters zijn niet meer wat ze geweest zijn, maar van ons marktkraam een verwarmd huisje maken, dat doen we niet meer. Dat laat ik aan de jonge gasten”, besluit Johan lachend.
De marktkramer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier