Marktkramers in De Haan over hun geliefde stiel: “Op de markt staan is hobby en werk tegelijk”

Drie buurmannen op de markt: Philippe Musschoot, John Van Geel en Steven Desmet. Philippe verkoopt wonderdoekjes, en doet dat luid. John is een stille verkoper, Steven is een verkoper van – jawel – sjakossen. “We maken veel leute onder elkaar.” © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

April is Maand van de Markt, en dus gingen wij tijdens de paasvakantie de temperatuur even opmeten op de woensdagmarkt in De Haan, waar we tussen beddengoed, handtassen en ‘wonderdoekjes’ in de typische marktambiance verzeilden. “De markt boert achteruit, maar fijne buren maken al veel goed”, klinkt het bij enkele vaste marktkramers. “Wat ook leuk is aan de markt: onderweg kom je altijd wel iemand tegen”, vindt vaste bezoeker Christiane Fraeys uit Wenduine.

John Van Geel (49) gooide een goeie twintig jaar geleden het roer volledig om. “Ik kwam uit de bankensector. Een sector die heel productgericht is, en dat ging mij op den duur parten spelen. Dus toen ik op een dag eens meeging met een goede maat van mij die met badmatjes op de markt stond in Antwerpen, besloot ik zelf ook mijn kans te wagen. Vanaf dan stond de klant voor mij centraal”, aldus John.

Hij heeft in die twintig jaar de tijden zien veranderen. “De markt is veel verminderd: er zijn almaar minder marktkramers, en er komen ook bijna geen nieuwe meer bij. Toen ik twintig jaar geleden begon, moest je bijna vechten voor een plaatsje”, klinkt het. Maar er valt volgens John ook góéd nieuws op te tekenen. “Met corona hebben veel mensen de markt herontdekt”, zegt hij. “Ook jonge mensen shoppen sindsdien weer meer lokaal: in het seizoen zie je hier alle leeftijden.” Al ziet hij daar ook wel een verschil in koopgedrag. “In de wintermaanden heb je de kopers, ‘s zomers de kijkers. Dan komt het er dus op aan om zelf de interesse op te wekken bij voorbijgangers, en moet je het met andere woorden meer hebben van je verkooptalent”, zegt John. Hij is naar eigen zeggen een stille verkoper, geen roeper.

Veel leute

Zijn buurman Philippe Musschoot (63), een Jabbekenaar, zorgt voor het volume. “Als het volgende week iets beter weer is, staan Dirk en Thierry hier ook weer. We maken veel leute onder elkaar”, lacht hij. Philippe staat met raamdoekjes op de markt. “Wonderdoekjes, zeggen wij daartegen. Goe marchandise. Ik moet het ook nog echt hebben van mijn verkoopspraatje, hé. Dat type marktkramer is meer en meer met uitsterven bedreigd.”

Ondertussen is ook Johns andere buurman erbij komen staan, en er ontspint zich een levendige discussie. “Je bent mis: het internet was níét onze doodsteek”, zegt Steven Desmet (38). Hij staat al achttien jaar op de markt met sjakossen. “In regen en wind, maar da’s tezelfdertijd ook onze grootste vrijheid. Ik hou zielsveel van de contacten, het amusement. Op de markt staan voelt als hobby en werken tegelijk.”

Charmes

Philippe was vroeger vrachtwagenchauffeur. “Ik ben via mijn broer in het marktleven gerold. Als chauffeur was ik altijd maar op de baan, en toen ik in 1987 begon, waren het nog goeie tijden voor marktkramers. Je had echt nog een vast cliënteel waarop je kon bouwen. Nu gaan zelfs de voedingskramen erop achteruit, en da’s een gevaarlijke evolutie: neem die allemáál weg en ‘t is gedaan met de markt. Maar het heeft vandaag natuurlijk ook nog wel zijn charmes, marktkramer zijn. Zeker als er fijne collega’s naast je staan.”

“Je leert ook veel door ervaring”, zegt Steven. “Op de ene markt werkt dit product beter, op een andere markt verkoop je meer van dat product. Maar het volk heb je op de markt sowieso. Zeker op de grotere markten in pakweg Blankenberge en Oostende. Daar heb je het jaar rond toeristen. Dus ja, ik zie de markt nog wel een tijdje meegaan. Oudere mensen komen sowieso nog graag, voor een babbeliengsje.”

Ontmoetingsplaats

“Dat klopt”, zegt Christiane Fraeys (77), die vandaag haar wekelijkse toer doet op de markt in De Haan. “Ik heb thuis geen computer, ik zie de mensen liever in het echt. En ik betaal ook liever nog met echte centjes.” Christiane gaat al meer dan vijftig jaar naar de markt. “Ik woon in Wenduine en ga daar ook weleens. Maar in de wintermaanden staat er maar een kraam of vijf meer. Hopelijk blijft deze markt nog lang bestaan, want het is voor veel ouderen hun vaste wekelijkse ontmoetingsplaats. Als ik hier mijn toertje gedaan heb, ga ik meestal nog ergens een koffietje drinken met een vriendin. Da’s ook het leuke aan de markt: onderweg kom je altijd wel iemand tegen.”