Poolse Anna Hajnus doet café Aubisque herleven: “Ook de bushalte draagt de naam van het café”

Anna Hajnus voelt zich thuis in Café Aubisque waar ze al een goede band opbouwde met haar klanten. © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

Net voor corona het land in een lockdown legde, nam Anna Hajnus café Aubisque over. De dame van Poolse origine heeft ondertussen haar stempel gedrukt en heeft een druk beklante zaak. “De mensen zijn hier erg spontaan en die sfeer wil ik hier behouden.”

Café Aubisque situeert zich op de hoek van de Kortrijksestraat en de Groeningestraat, pal tegenover de vroegere garage Dochy. De geschiedenis van het café gaat zeker al terug tot het jaar ‘50, want in 1990 werd Rachel Bardoel gefêteerd, omdat ze op dat moment al 40 jaar de waardin was van de herberg. Dat leren we toch uit de cafébijlage van Ten Mandere. Ook Christine Degryse, de zus van ex-voetballer en huidig voetbalanalist Marc Degryse, stond er 19 jaar achter de toog. “Voor ons hielden Maddy en Geert, die eerder De Meersch in Ingelmunster runden, deze zaak nog open. Sinds 1 december 2019 is het aan ons”, zegt Anna Hajnus in vlot Nederlands. “Ik woon al 17 jaar in Vlaanderen. Mijn accent zal ik wel nooit kwijtraken, maar ik begrijp iedereen. Ja, ook als ze in het West-Vlaamse beginnen te zeveren.”

Van 0 tot 95 jaar

Anna (47) is de mama van Paulina (26) en samen met partner Koen Cornu heeft ze ook nog een dochtertje Amélia (9). Koen groeide dan weer op in Knokke-Heist, maar het koppel woonde ook een tijdlang in Assebroek. Tot ze vijf jaar geleden in Izegem neerstreken. “Een vriendin van mij woont in Rumbeke en vertelde ons dat het hier rustig wonen is. Ik heb ook een tijd als zorgkundige gewerkt, maar eigenlijk was het altijd mijn droom om hier een café uit te baten. In Polen kennen we geen cafés zoals hier, daar heb je meer eetcafés. Maar zaken waar je gewoon een pintje gaat drinken, dat zie je daar niet in de dorpen.”

Mijn ouders wonen niet ver van de grens met Oekraïne, maar mijn pa panikeert niet

Anna en Koen kwamen al regelmatig over de vloer in café Aubisque. “We wonen in de Slagmeersenstraat, 300 meter hier vandaan. Toen we hoorden dat het café vrij kwam, heb ik meteen de sprong gewaagd. Maar we hadden natuurlijk geen geluk, we waren drie maanden open toen corona opdook. In totaal zijn we een klein jaar gesloten moeten blijven, dat is niet makkelijk als je start. Maar ondertussen mag ik toch zeggen dat we hier opnieuw een trouw cliënteel hebben opgebouwd. Onze oudste klant is 95 jaar en ook heel wat gezinnen komen hier met hun kinderen. Je mag dus echt wel zeggen dat jong en oud hun weg naar hier vinden. Voor de kinderen hebben we ook een aparte ruimte achteraan. Noem het een speelhoekje, ze hebben er wifi en kunnen er met elkaar spelen. Ook onze dochter geniet daar van het gezelschap van de andere kindjes.”

Tapdiploma

Het café was vroeger op zondagnamiddag gesloten, maar daar is nu verandering in gekomen. “Op vraag van de klanten. Er is dan ook vaak koers of voetbal en daar kijken ze hier graag naar. We zijn nu gesloten op dinsdag en op woensdagnamiddag. Alle andere dagen gaan we open om 10 uur tot sluitingstijd. Tijdens de week is dat in principe tot 20 uur. Maar dat durft al een uitlopen, zeker op donderdagavond heb ik al mogen ervaren.”

Het café is eigendom van brouwer Rosseel. “Ik heb een cursus gevolgd bij Haacht, we schenken hier Primus. Ik heb dus mijn tapdiploma”, lacht Anna. “Tongerlo is hier ook erg in trek en de mensen omschrijven onze koffie als de beste van Izegem. Soms vraagt een klant ook naar een biertje dat niet in ons assortiment zit. Dan kopen we er zes van en als het aanslaat, nemen we het op op onze kaart.”

Vrienden gemaakt

Hoewel corona dus wel even spelbreker was, heeft Anna geen spijt van de stap die ze gezet heeft. “Zeker niet. Ik ben hier ook goed ontvangen. We kenden hier eigenlijk niemand, maar na een jaar hadden we hier al meer mensen leren kennen dan in al die jaren dat we in Assebroek woonden. En we hebben hier ook al echte vrienden gemaakt. De sfeer in het café is hier heel spontaan, iedereen praat hier met iedereen. Ondertussen kennen we de vaste klanten al bij naam, maar in het begin was het wat zoeken natuurlijk. Maar dat zal overal wel zo zijn.”

De ouders van Anna wonen op 80 kilometer van de Oekraïense grens. “We zijn door corona al enkele jaren niet meer naar Polen geweest, nu hadden we geboekt vlak tegen de grens. We zouden dan mijn ouders bezoeken uiteraard. Ik hoor ze nog vaak. Zelf ben ik wat ongerust, maar mijn vader sust dan en zegt dat we niet moeten panikeren. Hij vindt dat hij op een veilige plaats zit, omdat alle Amerikaanse strijdmiddelen daar ter plaatse zijn.”

Ondertussen wordt Polen ook overspoeld door ruim twee miljoen vluchtelingen uit hun buurland. “Nee, mijn ouders hebben geen mensen in huis genomen. Ze zijn dan ook al in de 80 jaar. Maar we volgen uiteraard het nieuws daar op de voet. Zoals iedereen hier zeker?”

Den Aubis

Anna en Koen dachten er ook geen moment aan om de naam van het café te veranderen. In Izegem spreekt men overigens meestal niet over café Aubisque, maar den Aubis. De Col d’Aubisque is een bergpas in de Franse Pyreneeën die vooral bekend is omwille van de passages van het wielerpeloton in de Tour de France. “Er hangt hier overigens ook een foto uit van die berg, een klant van ons heeft die bezorgd. En bovendien konden we eigenlijk niet van naam veranderen, de bushalte naast de deur noemt hier ook café Aubisque. Anders zou De Lijn ook nog in kosten moeten komen.”

Verenigingen huisvest het café niet, maar er vinden wel regelmatig feestjes plaats. “Van een verjaardagsfeestje tot een spelletjesavond, alles is hier mogelijk. We organiseerden ook al mossel- en hutsepotavonden. En straks in de zomer ook een barbecue. We zijn blij met onze klanten, we hebben een erg goede band. Veel mensen komen hier ook met hun hondje, die zijn hier ook welkom. En opvallend is dat heel wat van onze klanten ook een bijnaam hebben. Maar mij noemen ze gewoon Anna”, besluit de goedlachse dame.