Als we in de toekomst niet in een serreklimaat willen leven en nog drinkbaar water willen hebben, dan zal de vleeseter binnen enkele decennia een uitgestorven diersoort zijn, willen klimaatkenners ons laten geloven. In grootsteden zie je de vegetarische restaurants als paddenstoelen uit de grond schieten. Maar zelfs voor een provinciestad blijft Kortrijk achterophinken. Sinds de sluiting van de ‘Nectar’ moet onze stad het stellen met één zo’n restaurant: de KleinKeuken.
Sinds in juni ‘Nectar’ na 46 jaar (!) de deuren sloot, is de KleinKeuken nog het enige vegetarische restaurant van de stad. Meer zelfs, het is een veganistisch etablissement. Gwenn Dejaegere (34) is de uitbater: “Van een overrompeling is nog geen sprake”, lacht hij. “Na corona hebben we wel gemerkt dat de belangstelling toenam. Ook de oude klanten van de Nectar komen al wel eens op verkenning. Ze komen eens proeven of onze kost hen ook ligt. Mijn aanpak en aanbod is anders dan die van Frank Bettens in Nectar, ook al was ik een grote fan van wat die man daar al die jaren heeft gedaan. Ik probeer mijn schotels misschien iets meer toegankelijk te maken voor iedereen. Wat mensen op hun bord krijgen aangeboden, moet ergens herkenbaar blijven. Ik zie inderdaad wel dat het publiek groeit, maar ik blijf voorzichtig. Frank van de Nectar deed al die jaren koppig zijn ding. Hij kookte vooral macrobiotisch. Echt heel lekker. Maar zou ik hier het eten van de Nectar moeten aanbieden, zou ik een ander publiek lokken. Ik probeer ook de jongere mensen aan te trekken en dat doe ik door het allemaal wat toegankelijker te maken.”
Iedereen is welkom
“Ik heb toerisme en recreatiemanagement gevolgd. Mijn interesse voor het koken is gegroeid doordat ik altijd met gezondheid bezig was. Ik ben sportief aangelegd. Ik loop, klim, surf en noem maar op. En met de jaren ging ik me alsmaar meer verdiepen in de vraag hoe ik in goeie vorm kon geraken. Zo stootte ik als vanzelf op de link tussen een gezonde levensstijl en gezonde voeding. Aanvankelijk dacht ik dan ook aan een restaurant met gezonde voeding, het was pas in tweede instantie dat we bij het concept van een vegetarisch restaurant uitkwamen. Toen we van start gingen, in 2015, had ik nog een compagnon. We zijn vegetarisch gestart en een half jaar later was het restaurant volledig plantaardig. Maar dat heb ik nooit zo gecommuniceerd aan de mensen. Ik heb die omschakeling geleidelijk aan laten gebeuren. Omdat ik besefte dat de stap misschien wel groot was. Ik ben ervan overtuigd dat heel veel mensen die hier komen niet per se veganistisch zijn, maar ze komen hier eten omdat ze weten dat het gezond is wat ik voorschotel. En lekker.”
Er is meer mogelijk, maar alles heeft een prijs
Ambities
Het aantal liefhebbers van de vegetarische en veganistische keuken groeit gestaag. Het beste bewijs is dat traditionele restaurants zelf ook vaker een vegetarisch en/of veganistisch alternatief op de kaart zetten. Met het gebrek aan concurrentie zou Gwenn best wat ambitieuzer mogen zijn. “Ik merk natuurlijk wel dat er potentieel is”, zegt hij. “Ik ben nu enkel open voor de lunch en ik overweeg om ook ’s avonds te openen. De mensen vragen er ook naar. Het is een moeilijke afweging. Ik wil de balans werk en privé in evenwicht houden. Ik heb geen zin om mijn hobby’s prijs te geven: ik ben niet de beste surfer, klimmer of loper, maar het zijn activiteiten waarmee ik me amuseer. Ik heb die nodig om ook te kunnen blijven werken. Aan het eind van zijn carrière heb ik regelmatig gebabbeld met Frank van de Nectar. En die zei: Eigenlijk is wat wij doen topsport. Hij stond er ook alleen voor en gaf ook enkel een lunch. Maar er moet veel geregeld worden, er komt veel stress op je af. En tijdens de openingsuren sta je de hele tijd recht. Dus ook fysiek is het voelbaar. Ik zeg het: ik zie de mogelijkheden. Maar er zijn verschillende factoren die me doen twijfelen. Als ik ambitieuzer word, zal ik medewerkers moeten aantrekken. Dat ga ik ook doen. En dat kost geld.”
Pand gezocht
“Het pand waar ik al zeven jaar zit, kan ook wel wat vernieuwing gebruiken. Maar het is een huurpand. En het is lastig om daar grote kosten in te gaan maken. Het is bovendien onlangs verkocht. Helaas is die verkoop wat boven mijn hoofd gebeurd. Ik zit goed op Buda-eiland en zou hier ook graag blijven, maar ik ben ook aan het uitkijken om zelf iets te kopen. Als investering ook. Ik zou alleszins graag in de binnenstad blijven.”
“Niet makkelijk om een horecapand te vinden in het centrum, dat betaalbaar is”
Gwenn is al een tijdje op zoek naar een geschikt pand, maar zijn zoektocht valt wat tegen. “Ik heb de indruk dat er heel veel leegstand is in Kortrijk. Dat is mijn visie. Ik weet niet of ze klopt. Veel gebouwen lijken in slechte staat. Waardoor het voor kapitaalkrachtige mensen misschien haalbaar is om zo’n gebouw aan te kopen, volledig te strippen en te renoveren. Maar ik heb die centen niet. Er is ook veel nieuwbouw in Kortrijk, maar ook dan is de prijs navenant. Ik heb geen gigantisch budget. Ik werk in mijn restaurant met eenvoudige, elementaire middelen. Het hoeft allemaal niet chic te zijn. Mijn duurste schotel kost 16,5 euro. Ik wil maar zeggen, ik ben niet de man van de grote budgetten. En ik wil het graag eenvoudig houden. Maar als ik zie wat men voor een pand durft te vragen, wordt dat moeilijk. Plus, als je dan een pand met mogelijkheden vindt, is er vaak geen horeca toegelaten. Het is echt niet gemakkelijk om een kleine, alternatieve eettent draaiende te houden. Terwijl het uitgerekend die zaakjes zijn die de stad kleur geven. Denk ik. Nogmaals, het is mijn visie.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier