Het hoort niet dat de spelregels tijdens het spel veranderd worden

© Getty Images/iStockphoto
Carl Devos
Carl Devos Politicoloog en UGent-ambassadeur in West-Vlaanderen

De rectorverkiezingen aan de UGent hebben al wat stof doen opwaaien. De voorbije weken kreeg ik, ook in West-Vlaanderen, samen met anderen daar vragen over. Hoe zitten die verkiezingen in elkaar? En waarom is er sprake van een impasse? Ik probeer het wat uit te leggen. Ja, we komen er uit. Meer nog, de UGent wordt er op termijn beter van.

Deze verkiezing verloopt op een andere manier dan alle vorige. Alle personeelsleden en alle studenten mogen meestemmen. Digitaal, vanachter hun pc, dat is voor iedereen heel gemakkelijk en zonder kosten. Dat is uiteraard een goede zaak, zo wordt de aanduiding van onze (vice-)rector een zaak van de hele universitaire gemeenschap, zo kan iedereen mee beslissen. Al weegt de stem van de ene geleding meer dan die van de andere. Alle geldig uitgebrachte stemmen worden gewogen volgens een sleutel, die als het ware het gewicht in de bepaling van het finale stemtotaal aanduidt: de stemmen van de proffen wegen 67%, die van de studenten 16%, die van het assisterend academisch en die van het administratief en technisch personeel elk 8,5%. Over die relatieve verhoudingen kan zeker gediscussieerd worden, maar een weging is aangewezen. Bijvoorbeeld om ‘de macht van het getal’ te compenseren, anders beslissen de studenten als het ware alleen. Om verkozen te zijn moet elk duo een tweederde van alle uitgebrachte stemmen (zonder de blanco’s) halen, en die lat ligt wel bijzonder hoog. Te hoog, zo blijkt.

Duo’s

In tegenstelling tot vier jaar geleden, moet de kandidaten (van verschillend geslacht) rector en vice-rector als één duo opkomen, het duo wordt dus niet na maar voor de verkiezingen gevormd. In de veronderstelling dat ze zo nadien zeker goed kunnen samenwerken, en er geen duo’s tot hun eigen verrassing gevormd worden. Ook dat is een goede zaak. Bovendien valt het ook zeer te verdedigen dat er gestreefd wordt naar een duo dat een tweederde meerderheid haalt.

Wie er ook verkozen wordt, geen enkel duo wil de groeistrategie van de UGent in West-Vlaanderen afbouwen of fundamenteel bijsturen

Die tweederde gaat al een tijd mee. Vroeger ging een deel van de personeelsleden, de professoren, en binnen die groep professoren dan nog enkel diegene met de hoogste graad (gewoon hoogleraar) in een soort conclaaf. Ze zaten en discussieerden samen, en via allerlei gesprekken en onderhandelingen groeide men naar een consensusfiguur, die zo het overleg verliet met een tweederde meerderheid achter zich. Zo had die een sterk mandaat, en werd de rector breed gesteund. Het is dus niet onverstandig dat men ook nu, met de nieuwe stemprocedure, blijft streven naar een duo met een tweederde meerderheid. Alleen zit er op dat vlak een fout in de procedure. Die is gemaakt door de universiteit zelf (in overleg met de politieke overheid, de UGent is een gemeenschapsuniversiteit), we zijn er dus zelf voor verantwoordelijk. Er is namelijk geen uitweg voorzien voor het geval dat stemronde na stemronde geen enkel duo die tweederde haalt.

Geen overleg

Zo’n tweederde meerderheid halen is vandaag immers veel moeilijker dan vroeger. De verkiezingen zijn gemediatiseerd, ook en vooral op sociale media, ze zijn gedemocratiseerd (iedereen stemt mee). Er zijn gelukkig veel meer kiezers, maar de enige inspanning die ze moeten doen is achter hun pc tien seconden een bolletje kleuren. Ze zijn niet in conclaaf, er is geen overleg en onderhandeling over mensen en hun programma. Bovendien laat het reglement niet toe dat de kandidaten veel campagne voeren. Ze hebben tussen die verschillende, vaak snel op elkaar volgende ronden, daar ook de tijd niet voor. Waarom zouden veel kiezers dan plots van idee veranderen?

Blanco-stemmen

Bovendien tellen de blanco’s niet mee voor het behalen van die tweederde meerderheid. Dat maakt het nóg moeilijker. In de voorlopig laatste (vijfde) stemronde bijvoorbeeld waren er 9,32% blanco-stemmen. Die kunnen niet zomaar geïnterpreteerd worden, mensen stemmen om allerlei redenen voor een kandidaat of blanco. Maar hun aantal speelt wel een belangrijke rol. Ter illustratie: dat aantal is wat het duo met het meest stemmen (58,1%) nog te kort kwam voor die tweederde.

Het geheel is zwakker dan de som der samenstellende delen

Kortom, het was goed dat men eerst vereiste dat een duo die tweederde meerderheid zou halen, maar men had er beter aan gedaan om een uitweg te voorzien voor het geval dat na een of enkele ronden niet zou lukken. Dan was het beter geweest om het duo met het meeste stemmen als verkozen te beschouwen. Maar het hoort niet dat de spelregels tijdens het spel veranderd worden. Die reglementsaanpassing kan dus pas over vier jaar ingaan, niet nu. Er zijn nog verbeteringen mogelijk.

Herbeginnen vanaf nul

We leren dat een kiesprocedure waarin allemaal heel goede verdedigbare elementen zitten, samen een falende verzameling kunnen opleveren. Het geheel is zwakker dan de som der samenstellende delen. Na vijf ronden haalde geen van beide duo’s de vereiste tweederde? Wat nu? De verkiezingscommissie heeft, zoals het reglement voorziet, de procedure versneld (met kortere termijnen) hernomen vanaf de kandidatuurstelling. We zetten de tellers weer op nul, we herbeginnen. Concreet: iedereen mag zijn kandidatuur indienen van maandag 29 tot woensdag 31 mei. Dan is er tijd voor campagne, en de eerste stemronde van het tweede deel (dus eigenlijk de zesde stemronde) is voorzien op maandag 19 juni. Er zijn weer maximum vijf stemronden mogelijk. Komt het zo ver?

Onderhandelingen

Neen. Uiteraard is iedereen wat geschrokken van deze impasse. Er is sprake van een systeemfout, en de UGent’ers moeten ze zelf oplossen. Er is een duo met een ruime meerderheid, maar geen tweederde. Het andere duo haalt tussen 32,5% en 36,2%, over de verschillende rondes, en ziet in die stabiele aanhang een mandaat om vol te houden. Die verhoudingen zijn relevant voor wat volgt. Wat kan er gebeuren? Onderhandelingen. Tussen de duo’s en hun omgeving. Waarin ze inhoudelijk tot een akkoord komen, en waarin ook plaats is om de relevante minderheid (in stempercentages) voldoende te vertegenwoordigen, maar het duo met het meeste stemmen uiteraard ook op die manier erkend wordt. Dat moet best gebeuren voor 29/31 mei, voor de nieuwe kandidaturen binnen moeten zijn. Al kunnen uiteraard andere duo’s meedoen, zo’n consensusduo met consensusprogramma – dat staat duidelijke keuzes niet in de weg – kan dan in de zesde ronde meteen de tweederde halen.

Eenheid in verscheidenheid

Veel belangrijker is dat die groepen elkaar ook de komende jaren vinden, om het actief pluralisme, dat tot de ziel van de UGent behoort, positief gestalte te geven. Dat ze elkaar vinden om de komende jaren goed samen te werken, als een eenheid in verscheidenheid. Dan zal de UGent sterker staan dan ooit. Ook in onze provincie.

Want wie er ook verkozen wordt, geen enkel duo wil de groeistrategie van de UGent in West-Vlaanderen afbouwen of fundamenteel bijsturen. Integendeel, allebei dragen ze die een warm hart toe. De ene kandidaat-rector is nu decaan van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur, de andere is ex-decaan van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen en momenteel verantwoordelijk voor de internationalisering aan de UGent: allebei zijn ze zeer goed bekend met onze campussen in West-Vlaanderen. De UGent kan winnen bij een nieuwe godsvrede, West-Vlaanderen kan eigenlijk niet verliezen.