Dominiek (51) merkt weinig van de crisis in zijn sector: “De mensen moeten eten, hé”

Dominiek Vandenbunder in zijn marktkraam: “Altijd zoveel mogelijk vers. En voor een juiste prijs.” © ACK
Annie Callewaert
Annie Callewaert Medewerker KW

De Maand van de Markt loopt op zijn laatste benen. Marktkramer Dominiek Vandenbunder (51) is geen onbekend gezicht in de regio. Crisis? Zijn kraam blijft populair: “De mensen moeten eten, hé.”

Dominiek Vandenbunder woont in Beerst en is getrouwd met Vicky Vandenbussche. Hij staat op de markt met Snacks Vandenbunder.

“Het is zestien jaar dat ik de markten doe. Ik kreeg destijds de kans om een markthandel over te nemen, met hetzelfde product, en ben zo begonnen. Intussen heb ik wel een nieuwe wagen gekocht en ingericht”, vertelt Dominiek. “Je kunt me vinden in Diksmuide, Veurne, Roeselare, Nieuwpoort, Oostende en De Panne, en van april tot eind september ook in De Haan en Bredene. Daarnaast sta ik op veel braderieën, avondmarkten en festiviteiten. Mijn vrouw helpt ook mee en doet zelf ook twee markten. Vanaf nu begint het seizoen van de festiviteiten en speciale markten weer, zoals De Gevleugelde Stad in Ieper. Vanaf september wordt het dan weer wat minder druk.”

Dominiek vindt niet dat er een negatieve evolutie aan de gang is. “Ik ga niet mee in een pessimistische trend. We zijn vooral afhankelijk van het weer – dat is onze grootste concurrent. Als je een goed product aanbiedt, tegen de juiste prijs, en op een vriendelijke manier, dan heb je altijd wel werk.”

“De markt is nu wel meer een beleving geworden dan een noodzaak. Als ik oudere collega’s hoor vertellen, dan was het vroeger zo dat mensen naar de markt kwamen om er hun boodschappen voor een hele week te doen. Er waren niet zoveel warenhuizen en de vrouwen waren overdag meestal thuis, zodat ze tijd hadden om naar de markt te komen. Tegenwoordig is het meer een sociaal gebeuren geworden.”

Onlineverkoop

“Nu, ik heb natuurlijk een product dat vlot verkoopt: de prijs ligt niet hoog – een hamburger kost vijf euro – en mensen moeten altijd eten. Maar voor de mensen die bijvoorbeeld met textiel op de markt staan is de grootste concurrent de onlineverkoop. Ik verkoop de gewone hamburger, de traditionele braadworst, de kaashamburger, enzovoort. Altijd een vers gestoofd uitje, verse broodjes, altijd alles zo vers mogelijk.” Dominiek heeft zijn vaste klanten en weet precies wat die willen. “Vaste klanten zijn zeker een meerwaarde.”

“Wat het aantal markten betreft, is het altijd een balans zoeken tussen werk en gezin, een beetje geven en nemen. Ik ben wel marktkramer in hart en nieren. Over tien jaar kan ik met vervroegd pensioen gaan, maar dan denk ik: oei, over tien jaar al? Daarin heb ik geen zin. Het sociale, tussen de mensen zijn, dat zou ik verschrikkelijk missen. Dus nee, ik denk nog lang niet aan mijn pensioen. Ik doe het veel te graag.”

“Ik zou de uren van de markt aanpassen. ’s Namiddags, ook op zaterdag en zondag”

Het is ook gezellig onder de marktkramers. “’s Morgens beginnen met een koffie samen met de collega’s, een beetje boodschappen gaan doen, en zorgen dat alles in de marktwagen netjes en klaar staat. In de zomer is het heel leuk: iedereen is welgezind en in de vakantie zijn de kindjes mee, die het ook leuk vinden. Marktkramers komen goed overeen en helpen elkaar. Zelf word je ook graag geholpen.”

“Ik vind dat er nog plaats is voor jong bloed op de markt. Maar als er iets zou mogen veranderen, dan zou ik aanraden om de uren van de markt te veranderen. Nu duurt de markt van 6 à 7 uur tot 13 uur. Dat was misschien vroeger ideaal, toen de vrouwen thuis waren, maar tegenwoordig werken de mensen allemaal. Dus ik ben wel voorstander van markten in de namiddag, op zaterdag en zelfs op zondag. Zodat iedereen de kans krijgt om naar de markt te gaan.”

Thuis om 23.30 uur

De werkdruk verschilt van seizoen tot seizoen. Maar, zo zegt Dominiek, een zelfstandige mag niet in uren rekenen. “ In de winter is dat na thuiskomen nog anderhalf à twee uur werk, in de zomer kom ik thuis omstreeks 23.30 uur, na een avondmarkt, en moet ik ‘s anderendaags om 5 uur weer op. Heel verschillend dus. Maar voor mij is het een droomjob. Ik zou niets anders willen doen.”