Begin dit jaar stonden er in Kortrijk minder handelpanden leeg dan in 2021. Dat is best opmerkelijk, geen enkele andere West-Vlaamse centrumstad kon een daling optekenen.
Met het cijfer van een jaartal wordt steeds bedoeld: ‘de cijfers van de meest recente inventarisatie die volledig afgerond was vóór 1 april van dat jaartal’. In de praktijk gaat het dus voor ‘2021’ over data verzameld in de periode 2 april 2020 tot 31 maart 2021.
De coronacrisis zorgde voor een significante stijging in winkelleegstand in onze provincie, net zoals in de rest van het land. Al meer dan 10 jaar lang komen er elk jaar meer winkelpanden leeg te staan, maar tussen 2019 en 2021 ging het cijfer toch iets steiler omhoog: van 8,5 naar 10,3 procent leegstaande handelsgebouwen ten opzicht van het totaal aantal panden. Vorig jaar stonden er in onze provincie dus 2.936 winkelruimtes leeg.
Algemene kentering
Nu zou het tij aan het keren zijn, dat blijkt uit de data van onderzoeksbureau Locatus. Zij melden dat de leegstand voor het eerst in 14 jaar opnieuw aan het dalen is. In Vlaanderen staat nu 10,8 procent van het totaal aantal winkels leeg. Begin 2022 bleek het aandeel van leegstaande handelpanden in onze provincie even groot te zijn als het jaar ervoor, namelijk 10,3 procent. Er is dus sprake van stagnatie.
Volgens Locatus is dat echter niet de danken aan de heropleving van de retailsector, maar linkt de stabilisatie van de leegstand aan de overheidssteun, functieverandering van leegstaande panden en de sectoren die het wél goed deden tijdens de coronacrisis, zoals woonwinkels.
Enkel daling in Kortrijk
De ‘winnaar’ onder de centrumsteden in onze provincie is Kortrijk. Niet geheel onverwachts, de stad aan de Leie vertoont de laatste 10 jaar al een hobbeliger parcours dan de rest. Na stevige pieken en dalen lijkt de rust eindelijk wedergekeerd op winkelvlak.
Sinds 2020 daalde de winkelleegstand in twee jaar tijd van 13,1 naar 12 procent. De inspanningen van het stadsbestuur om de lokale economie een boost te geven hebben hen geen windeieren gelegd, hoewel ze zelf aangeven dat ze nog een lange weg te gaan hebben. (lees verder onder de grafiek)
Kleine stijgingen in andere centrumsteden
De laagste winkelleegstand merken we echter op in Brugge, daar is 8,9 procent van het totaal aantal commerciële panden niet in gebruik. Een stijging van een halve procent in vergelijking met vorig jaar, maar nog steeds het laagste cijfer van de vijf West-Vlaamse centrumsteden.
Op de volgende plek in de rangschikking komen we Ieper tegen, wiens commerciële activiteit duidelijk het zwaarst heeft geleden onder de pandemie. Tussen 2019 en 2021 verdubbelde de leegstand daar bijna. Vorig jaar stabiliseerde de toestand opnieuw, want de stijging blijft vandaag beperkt tot 0,4 procent.
Roeselare en Oostende vertonen gelijkaardige trends. Beide centrumsteden tekenden vooral tussen 2020 en 2021 meer commerciële leegstand op, maar lijken zich nu net zoals de rest van het land te herpakken. Roeselare en Oostende kampten begin dit jaar nog met respectievelijk 11,8 en 12,5 procent retailpanden zonder winkeluitbaters.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier