We zitten in de jaren tachtig en Serge Feys smijt zich fulltime op de muziek. Vooral T.C. Matic slokt zijn tijd op. De band speelt in heel Europa de pannen van het dak.
Frontman Arno verhuist naar Brussel, maar Serge blijft Oostende trouw. Het is een periode waarin er veel kilometers op de teller bijkomen. T.C. Matic neemt vier succesvolle platen op die stuk voor stuk klassiekers worden. De meeste songs klinken tot vandaag fris en relevant, maar financieel is het geen vetpot.
Opera van Parijs
Ondanks de drukke agenda vinden Arno en Serge Feys tussendoor nog de tijd voor een zijproject dat hen begin 1985 naar de opera van Parijs leidt. De Nederlands-Duitse componist Konrad Boehmer voert er zijn bewerking van Doctor Faustus op. Drie maanden lang mogen Arno en Serge acht minuten het podium op. Het zestig man sterke orkest en de dirigent zijn hier allesbehalve blij mee, vooral omdat het olijke duo hun scene soms dubbel zo lang rekken. Het is de eerste maal dat er elektronische muziek gebruikt wordt in het prestigieuze gebouw en de klassieke muziekwereld is in shock. Dat betert er niet op wanneer het duo op de laatste dag afscheid neemt met een jam op It’s all over now van Bobby Womack.
Hierna duikt T.C. Matic de studio in voor de vierde elpee (YéYé). De single Elle adore le noir is een waar meesterwerk, maar over de rest van het album is de groep minder tevreden. In de winter trekt de band door Europa in het voorprogramma van Simple Minds. Het moest een hoogtepunt worden, maar de tour is behoorlijk zwaar voor sommige bandleden die onvoldoende gesteund worden door hun platenfirma. Na deze tour worden ze door platenmaatschappij EMI, zonder pauze, opnieuw de baan opgezonden. Een tour langs kleine clubs in slechte omstandigheden. De vermoeidheid, het gebrek aan steun en de stress werken deprimerend en de groep kapt er eind februari 1986 definitief mee.
De fans zijn teleurgesteld, maar Arno werkt dan al aan plan B, zijn eerste solo-album. Een plan waarin Serge Feys een hoofdrol speelt. De songs op die plaat zijn gecomponeerd en geproduced door Arno en Serge Feys. In dezelfde periode maken ze ook de soundtrack voor de film Skin waarin Arno ook de hoofdrol speelt.
Het eerste solonummer is When the Rock lost the Roll. Een nummer dat overigens opgenomen wordt tijdens studiotijd die door EMI ingeboekt staat voor T.C. Matic. Arno en Serge melden zich op een dag bij de ICP studio waar ze horen dat T.C. Matic producer Howard Gray ziek is. In plaats van naar huis te gaan bellen ze Willy Willy – ze hadden hem voordien al een cassette gegeven met een demoversie van het nummer – en ze duiken de studio in, nemen het nummer op en rijden ‘s avonds met de opnames naar Virgin Records. Bij Virgin zijn ze meteen overtuigd en een contract wordt getekend. De solocarrière van Arno is geboren. Arno, met Serge in de begeleidingsband, gaat met het album een jaar op tournee. In 1988 verschijnt het tweede soloalbum Charlatan.
Na de eerste solotour van Arno is Serges toekomst bij de wispelturige zanger niet erg duidelijk en Feys gaat bij de Britse cultband The Bollock Brothers spelen, waar ook de Oostendse drummer Patrick Pattyn al aan de slag is.
The Bollock Brothers
In 1987 wordt een elpee opgenomen, maar de aansluitende tournee is een ramp. Bij een optreden in Hamburg bestormen neonazi’s het podium en ze slaan de boel kort en klein. De schade voor Serge loopt op tot 1,5 miljoen frank. Muziek spelen is een dure aangelegenheid. Vijf jaar eerder knalde Serge na afloop van een optreden met T.C. Matic op een verdwaalde boom. Het kostte hem bijna zijn leven en een half miljoen.
Serge blijft een bezige bij en heeft altijd wel één of meerdere zijprojecten (zoals het Serge Feys Kwartet en The Beast). Eind jaren tachtig stampt hij in Varsenare, samen met een partner, Holy Hole Music en studio Onadisc uit de grond. Van daaruit ligt hij mee aan de basis van de new beat. Serge producet er allerhande muziek, waaronder ook nummers van de jonge Wendy Van Wanten. Hij blijft ook betrokken bij andere Oostendse bands zoals Yasja, een veelbelovende band rond zanger Yvan Arnoudt en gitarist Danny Bossaer.
Frank Vermang is de auteur van het boek ‘Oostende::: rock & roll’ over de Oostendse muziekscene. p>
Oostendse muziekgeschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier