In een toekomstig museum in Ieper sleutelen een boekhoudster en garagist op zondag aan oude tanks, samen met de rest van hun ‘panzer crew’. Dat ze daarvoor telkens half Vlaanderen door moeten, deert hen niet. “Het is een hobby voor de rest van mijn leven”, stelt Tristan (18), de jongste van de crew.
Op weekdagen is Ine Charles (46) management-assistent in een boekhoudkantoor, op zondag trekt ze van het Oost-Vlaamse Laarne naar de Westhoek om aan oude tanks te sleutelen. Panzer Crew Ypres, prijkt op haar trui. Deze vrijwilligers stomen 300 tanks, pantservoertuigen en artilleriestukken klaar voor een museum van het War Heritage Institute op een domein van de voormalige kazerne in Ieper. Stukken die roestig en defect raakten, worden momenteel gerestaureerd en moeten binnen enkele jaren het verhaal vertellen van gewapende conflicten na de Tweede Wereldoorlog.
Afghaans zand
“Ik had weinig kennis van techniek, maar na anderhalf jaar vrijwilligerswerk heb ik hier al veel bijgeleerd”, vertelt Ine. “Ik kan hier wel mijn mannetje staan. Op zondag eens wat manueel werk is leuk, maar ik doe het vooral uit interesse voor de geschiedenis achter deze stukken. Neem nu de Warthog. Die zit nog vol zand uit Afghanistan. Wanneer ik daaraan zit te sleutelen, besef ik wat dit pantservoertuig en de inzittenden hebben meegemaakt. Daar ga ik niet lichtzinnig mee om en de mensen mogen dit niet vergeten. Daarvoor rijd ik met plezier elk weekend een uur van Laarne naar Ieper, en weer terug. Zondagavond kom ik helemaal ontspannen thuis. Het is het waard.”
De broers Rob (22) en Ward (20) Nelen komen vanuit het Antwerpse Essen. “We zijn zeker twee uur onderweg, maar dat houdt ons niet tegen. We zijn al van kleins af aan gepassioneerd door allerlei voertuigen: landbouwmachines, brommers, auto’s… Tanks zijn het hoogtepunt van techniek. Het is een eer om eraan te mogen werken. We doen van alles tijdens de restauratiewerken voor het museum, van schuren en herschilderen tot hydraulische systemen, motoren en kanonnen herstellen. Zolang het ons lukt om hier te geraken, blijven we komen.”
Hobby voor het leven
De jongste vrijwilliger van de panzer crew is Tristan Huys (18). “De rest is verspreid over heel Vlaanderen, maar ik woon vlakbij in de Ieperse deelgemeente Zillebeke. Ik heb al veel uren gesleten tussen deze tanks, maar het loont de moeite. Dit zal een hobby blijven voor de rest van mijn leven. Misschien vind ik later wel een job in de wereld van techniek. Alles met een motor spreekt mij aan.”
Kolonel Leon Symoens (58) is trots op zijn jonge crew. “Het belang van deze jonge gasten is niet te onderschatten. De mensen die nog echt gewerkt hebben met de jongste collectiestukken, zijn nu minstens 55 jaar en kunnen er misschien nog maximum 15 jaar aan sleutelen. De jonge gasten zijn enthousiast en bereid om te leren. Ze verrichten schitterend werk en vormen de toekomst. Met de nodige technische kennis zullen zij er de komende decennia voor zorgen dat deze collectiestukken in goede staat blijven en gepresenteerd worden met hun historisch verhaal.”
Tankrijschool
Symoens is één van de ‘anciens’ die ooit nog zelf met tanks rondreed voor ze uit circulatie verdwenen. “Ik begon mijn carrière in 1989, trok naar een tankeenheid in Duitsland en heb nog het rijbewijs van de Leopard-tank. Als militair moet je op je 56ste met pensioen, maar Defensie kwam aan mijn mouw trekken: ik woon in Ieper en was van een tankeenheid, daarom mocht ik mee helpen met de opbouw van dit museum en de vrijwilligerswerking. We bieden de jonge helpers ook iets: ze leren werken aan techniek en rijden met zware bergingspantsers, die de tanks van 40 ton en ander tuig verplaatsen. Daarvoor bestaat geen rijschool, dat leer je enkel hier.” (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier