Het War Heritage Institute (WHI) rechtvaardigt woensdag de verhuizing van een collectie militaire voertuigen uit Brasschaat naar Ieper . Volgens het WHI zijn de huidige gebouwen te klein en in slechte staat. Vlaams minister-president en gemeenteraadslid in Brasschaat, Jan Jambon, had al laten weten dat hij het niet eens is met de verhuizing van de collectie naar Ieper.
Het was minister van Defensie Ludivine Dedonder die begin deze maand de verhuizing aankondigde. Het WHI wijst er woensdag in persbericht op dat het Gunfire Museum in Brasschaat zowel de functie heeft van opslagplaats voor gepantserde voertuigen en artilleriestukken, als die van museum. “De opslagfunctie in Brasschaat wordt de komende jaren echter verkleind, ten gunste van een nieuwe site in Ieper, waar Defensie 20.000 m² hangars ter beschikking stelt van de WHI”, luidt het.
Structurele oplossing
De hangars maken deel uit van het Support Equipment and Products Competence Center (CCMP) van het leger, in de Lemahieuwijk, dat in 2023 sluit. “De loodsen bij Gunfire Brasschaat zijn te klein voor de bewaring van alle voertuigen en velen staan daarom in de open lucht. Op één schuur na zijn alle gebouwen in slechte staat. Defensie wil niet investeren in oude gebouwen en het WHI heeft de middelen niet. De optie Ieper geeft het WHI een structurele oplossing voor zijn opslagprobleem”, luidt het voorts.
Jan Jambon zou zich maandagavond, tijdens de gemeenteraad in Brasschaat, erg boos hebben gemaakt over de opgelegde verhuizing. Hij zou daarbij gezegd hebben dat “hij zijn invloed in Brussel zou gebruiken”, aldus de Gazet van Antwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier