Heel wat sporen van de Amerikaanse WO I-inzet aan het Vlaamse front zijn verdwenen. Het In Flanders Fields Museum onderzoek deed onderzoek naar deze Amerikaanse aanwezigheid, ook in de periode voor de officiële oorlogsdeelname van de VS. De resultaten zijn te zien in een nieuwe expo en straks ook in het landschap via een nieuwe app.
‘Poor Little Belgium’. De geallieerde media wekten in Amerika medelijden tijdens de Eerste Wereldoorlog, wat leidde tot ongeziene hulpverlening aan Belgische burgers. Honderdduizenden tonnen meel werden verscheept naar ons land. Als teken van dankbaarheid versierden Belgen de lege meelzakken en stuurden ze terug naar Amerika.
Vlaams Topstuk
Zo’n versierde meelzak is vorig jaar erkend als Vlaams Topstuk en wordt opgevoerd als een van de blikvangers van Americans In Flanders Fields, Names & Places. Met deze nieuwe expo opende het In Flanders Fields Museum (IFFM) op 6 februari de deuren na de jaarlijkse wintersluiting. Voor de expo werkt het IFFM samen met het Smithsonian Institution in Washington en de ambassade van de Verenigde Staten in België.
In 1917 nam Amerika actief deel aan de oorlog en dat bleek een kantelpunt. De expo belicht de Amerikaanse aanwezigheid voor en na deze officiële oorlogsverklaring. Ze is opgebouwd in een modulair stellingensysteem met stars and stripes, situeert zich in de permanente zaal van het museum, en is er te zien tot 31 mei. “Je kan de expo beschouwen als een verdieping van je museumbezoek”, aldus Iepers museumschepen Dimitry Soenen (N-VA).
Belgische Amerikanen
Vier divisies werden vanuit de VS naar Vlaanderen gestuurd. Bij de Amerikaanse strijdkrachten waren ook ‘Belgen’, die voor de oorlog naar de Verenigde Staten migreerden. In Sint-Niklaas bijvoorbeeld. In het gezin van negen kinderen van klompenmaker Jan Van den Broeck emigreerden vijf jongens en twee meisjes. Leon en Frans namen dienst in het Belgisch leger, Emiel en Jozef keerden terug uit de VS om de Belgische rangen te vervoegen en Henri, Charles, August en Henriette namen dienst bij het Amerikaanse leger. Allen overleefden de oorlog.
Op zoek in het landschap
Behalve de begraafplaats in Waregem is in West-Vlaanderen en de Westhoek nog weinig te zien van de Amerikaanse inzet. “Veel sporen zijn niet langer zichtbaar”, vertelt Pieter Trogh, wetenschappelijk medewerker van het IFFM. “De Amerikaanse regering gaf na de oorlog aan getroffen families de mogelijkheid om lichamen van slachtoffers te laten repatriëren. Tijdens ons Namenlijstonderzoek hebben we ontdekt dat 65 procent van het totaal aantal Amerikaanse slachtoffers in België gerepatrieerd zijn. Sporen van oorspronkelijke begraafplaatsen en veldgraven konden we in kaart brengen en dat vertelt een nieuw verhaal van de Amerikaanse aanwezigheid. Deze onderzoeksresultaten worden gebundeld in een boek en binnenkort lanceren we een app, waarmee mensen die sporen in het landschap kunnen verkennen. Er zijn vier hotspots: Lijssenthoek bij Poperinge, de regio tussen Dikkebus en de Kemmelberg, Waregem en Oudenaarde.” (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier