Martin Heylen: “TAZ hangt aan Oostende zoals TOTZ aan Blankenberge hangt”

Redactie KW

Gasthoofdredacteur Martin Heylen geniet steevast met volle teugen van Theater aan Zee én van de stad Oostende. Hij legt uit hoe beiden onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn.

Wat is voor jou de mooiste herinnering aan Theater aan Zee?

“Goh, da’s niet makkelijk, want ik herinner me heel veel memorabele voorstellingen, maar vergeet meestal titels. Ik herinner me alleszins nog een voorstelling in een NMBS-loods, met een eetmaal er bij. Heel goed gegeten daar.”

“En vorig jaar heb ik ook heel wat goeie dingen gezien. Ik herinner me onder meer een voorstelling met Jan Desmet en Erik ‘Dikke Freddy’ Vlaminck. Mensen die het niet breed hebben, mochten er mee op het podium om er een lied te zingen of hun verhaal te vertellen. Dat was heel sterk en vooral een hele mooie vermenging van ‘gewone’ mensen en artiesten. Deze week was ik dan aanwezig op Place Muzette, de vaste afspraak aan Café Koer waar Jan Desmet met een groep straffe muzikanten speelt. En daar hoorde in een vrouw die ik ook vorig jaar had gehoord met volle overgave ‘Die visscher van mien‘ zingen. Er liepen echt rillingen over mijn rug!”

Wat betekent TAZ voor jou? Is dat een deel van je vakantie?

“Vakantie? Neen, ik ben volop aan het werk tijdens Theater aan Zee, dus vakantie is het niet. Maar ik geniet van het beeld van mensen die je in de zomer niet snel ziet in Oostende. Een diepe frons in het voorhoofd, op zoek naar iets of een boekenwinkel aan het buitenstappen. Mensen die zich haasten ook, en die – als ze elkaar tegen het lijf lopen – steevast vragen ‘En, wat heb je al gezien?’. Het is een vorm van geluk, een soort kinderlijkheid ook. Of een beteuterde blik als ze een voorstelling hebben bijgewoond die ze nog altijd niet helemaal snappen. Er heerst opwinding in de straten.”

Zouden Oostende en Theater aan Zee zonder elkaar kunnen?

“Die hangen onlosmakelijk aan elkaar. Eerlijk, ik zou dat belachelijk vinden als het plots Theater aan Zee zou zijn in Oostduinkerke of Zeebrugge. ‘Tien om te zien’ is voor mij ook voor altijd verbonden aan Blankenberge, ik vond het raar dat dat plots in Oostende was. Als dingen er een tijdje zijn, dan hangen ze vast. En Oostende heeft altijd open gestaan voor artiesten, schrijvers, denkers… Ensor en Spilliaert hebben er een sterke band mee, Marx schreef er, Einstein is hier geweest… “

“En ook: gewoon ‘aan zee’ is al speciaal, maar ‘in de stad aan zee’ is nog specialer. Omgekeerd is TAZ voor Oostende even belangrijk. De identiteit van Oostende als ‘de stad met een hoek af’ blijft behouden en ook TAZ werkt daaraan mee. In die zin onderscheidt Oostende zich van andere plaatsen die zich vereenzelvigen met toerisme, shoppen en het strand. In Oostende is er ook het Filmfestival, MuZee, festivals en ga zo maar door. Als Theater aan Zee er ooit niét meer zou zijn, dan zou dat een groot verlies zijn.”